ECLI:NL:RBZUT:2011:BT1700
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van aanslagen verontreinigingsheffing door de rechtbank Zutphen
In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen geoordeeld over de aanslagen verontreinigingsheffing die aan eiser zijn opgelegd door de heffingsambtenaar van het waterschap Zuiderzeeland. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de aanslagen voor de jaren 2005, 2006 en 2007, die waren gebaseerd op een heffingsgrondslag van 3 vervuilingseenheden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanslagen zijn herroepen bij de uitspraak op bezwaar van 15 augustus 2008, waardoor eiser recht heeft op vergoeding van de gemaakte kosten in bezwaar. De rechtbank heeft overwogen dat het enkele feit dat de woning van eiser niet bewoond was, niet in de weg staat aan belastingheffing. Eiser heeft aangevoerd dat er geen stoffen zijn geloosd vanuit zijn woning, maar de rechtbank oordeelt dat verweerder niet aannemelijk heeft gemaakt dat er in de betreffende periode stoffen in oppervlaktewateren zijn gebracht. De rechtbank heeft de aanslagen vernietigd en verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 805,00. De uitspraak is gedaan op 8 september 2010, waarbij de rechtbank de beroepen gegrond heeft verklaard voor zover gericht tegen de aanslagen verontreinigingsheffing.