ECLI:NL:RBZUT:2011:BT2003
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Roelvink
- mr. Ouweneel
- mr. Spoor
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor het in bezit hebben en vervaardigen van kinderpornografisch materiaal
Op 20 september 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het in bezit hebben van een groot aantal kinderpornografische afbeeldingen en het vervaardigen van foto's van minderjarige kinderen. De zaak kwam voort uit een inbrakenonderzoek waarbij de verdachte en medeverdachten in een stacaravan een grote hoeveelheid pornografisch materiaal aantroffen. Na onderzoek door het Bureau Kinderporno werden beelden aangetroffen die als kinderporno werden gekwalificeerd. De verdachte heeft het ten laste gelegde feit erkend, wat leidde tot een snelle bewijsvoering. De rechtbank oordeelde dat het bewijs voldoende was om de verdachte schuldig te verklaren aan het vervaardigen en in bezit hebben van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken zijn.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden met een proeftijd van twee jaar, en daarnaast een werkstraf van 240 uur. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, en de persoon van de verdachte. Het reclasseringsrapport gaf aan dat er geen specifieke pedoseksuele voorkeur was en dat het recidiverisico laag werd ingeschat. De rechtbank benadrukte de schadelijke impact van het bezit en de vervaardiging van kinderpornografisch materiaal op de slachtoffers en de samenleving. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 240b van het Wetboek van Strafrecht, die betrekking hebben op kinderporno.