ECLI:NL:RBZUT:2011:BU4999

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
14 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
125124 KG RK 11/573
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. Van der Mei
  • mrs. Kleinrensink
  • mrs. Prisse
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wraking van rechter niet-ontvankelijk verklaard

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 14 november 2011 uitspraak gedaan over een verzoek tot wraking van een rechter door verzoekster. Het verzoek tot wraking was ingediend op 10 september 2011 en betrof de kantonrechter die de zaak van verzoekster had behandeld. Verzoekster stelde dat zij niet op de hoogte was gesteld van de uitspraak die op 17 augustus 2011 door de betrokken rechter was gedaan, waardoor haar het recht tot wraking zou zijn ontnomen. Daarnaast voerde zij aan dat de rechter relevant bewijs had genegeerd en alleen had gelet op de belangen van de eiser.

De rechtbank heeft in haar beslissing uiteengezet dat op grond van artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een rechter gewraakt kan worden op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat het wrakingsverzoek niet tijdig was ingediend, aangezien er al een einduitspraak was gedaan in de zaak van verzoekster. Dit betekent dat het verzoek tot wraking niet meer kon worden ingediend, omdat de betrokken rechter al had geoordeeld.

De rechtbank concludeert dat verzoekster niet-ontvankelijk is in haar verzoek tot wraking, en dat er geen inhoudelijke beoordeling van het verzoek kan plaatsvinden. De beslissing is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. F.A. Demmers.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Meervoudige wrakingskamer
Rekestnummer: 125124 KG RK 11/573
Beslissing van 14 november 2011 van de meervoudige wrakingskamer van de rechtbank op het verzoek van:
[verzoekster],
wonende te [plaats, adres],
verzoekster,
strekkende tot wraking van:
[rechter],
kantonrechter in deze rechtbank.
1. Het verloop van de procedure
Het verloop van de wrakingsprocedure blijkt uit:
- het verzoekschrift tot wraking d.d. 10 september 2011, op 13 september 2011 ingekomen bij de griffie van deze rechtbank;
- de brief van [verzoekster] d.d. 24 september 2011;
- de schriftelijke reactie van [rechter] d.d. 24 oktober 2011, strekkende tot niet-ontvankelijk verklaring van verzoekster in haar verzoek tot wraking;
- het proces-verbaal van de behandeling van het wrakingsverzoek ter zitting van
31 oktober 2011.
2. Het wrakingsverzoek
Door en namens verzoekster is aan haar wrakingsverzoek, voor zover relevant, het volgende ten grondslag gelegd.
2.1. Verzoekster was niet op de hoogte gesteld dat er op 17 augustus 2011 uitspraak zou worden gedaan door [rechter], waardoor haar het recht tot wraking is ontnomen. De zaak van verzoekster werd op (rol)zitting, waar namens verzoekster mondeling verweer is gevoerd, behandeld door een andere kantonrechter dan [rechter].
2.2. Verzoekster heeft [rechter] onder meer gewraakt omdat hij voor verzoekster relevant bewijs achterwege heeft gelaten. [Rechter] heeft alleen gelet op de belangen van de eiser en direct bewijs voor het standpunt van verzoekster is door hem genegeerd.
3. Standpunt van [rechter]
[Rechter] heeft schriftelijk het verzoek tot wraking gemotiveerd weersproken. Op hetgeen hij heeft aangevoerd zal hierna, indien van belang, worden teruggekomen.
4. Ontvankelijkheid van het verzoek
4.1. Ingevolge artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) kan op verzoek van een partij een rechter die een zaak behandelt, worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
4.2. Blijkens arresten van de Hoge Raad van 18 december 1998 (LJN: AD2977) en 2 november 2010 (LJN: BN2366) kan een wrakingsverzoek worden ingediend in elke stand van het geding, totdat een einduitspraak is gedaan. Dit uitgangspunt is eveneens opgenomen in artikel 4.4 van het wrakingsprotocol Rechtbank Zutphen. Wraking strekt er immers toe te voorkomen dat de door een verzoeker niet onpartijdig of vooringenomen geachte rechter over zijn zaak oordeelt en beslist. Als de betrokken rechter die de zaak heeft behandeld uitspraak heeft gedaan, dan kan die uitspraak door wraking niet meer worden voorkomen.
4.2.1. Het vorenstaande brengt met zich dat een wrakingsverzoek niet kan worden gedaan wanneer, zoals in het onderhavige geval, er een einduitspraak is gedaan. Dit leidt dan ook tot de slotsom dat het verzoek van verzoekster niet tijdig is ingediend. De wrakingskamer tekent daarbij aan dat een verzoek tot wraking niet tot gevolg kan hebben dat een voor betrokkene negatief blijkende einduitspraak (voorlopig) wordt opgeschort of teniet wordt gedaan. Het wrakingsmiddel biedt geen mogelijkheid om een voor betrokkene ongunstige beslissing ongedaan te maken, hiervoor staat in voorkomende gevallen de mogelijkheid van hoger beroep open.
4.2.2. Het voorgaande leidt ertoe dat verzoekster niet in haar verzoek tot wraking van [rechter] kan worden ontvangen, zodat aan een inhoudelijke beoordeling van het verzoek niet kan worden toegekomen. De wrakingskamer zal verzoekster dan ook niet-ontvankelijk verklaren in haar verzoek tot wraking.
5. Beslissing
De rechtbank:
5.1. verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar verzoek tot wraking van [rechter].
Deze beslissing is gegeven door mr. Van der Mei, voorzitter, mrs. Kleinrensink en Prisse, rechters, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2011 in aanwezigheid van mr. F.A. Demmers, griffier.