ECLI:NL:RBZUT:2011:BU5515
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Troost
- A. Prisse
- J. Tas
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige
In de zaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig meisje, heeft de Rechtbank Zutphen op 23 november 2011 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kon worden dat het slachtoffer ten tijde van de handelingen jonger was dan zestien jaar. Zowel de rechtbank, het Openbaar Ministerie als de raadsman waren het erover eens dat er onvoldoende bewijs was om de beschuldigingen te staven. De verklaringen van het slachtoffer en haar moeder gaven geen duidelijkheid over de exacte leeftijd van het slachtoffer op het moment van de vermeende handelingen. Het slachtoffer had verklaard dat het misbruik begon toen zij vijftien of zestien jaar oud was, wat niet overeenkomt met de tenlastelegging die zich richtte op een periode waarin zij nog niet de leeftijd van zestien jaar had bereikt.
De rechtbank overwoog dat de omstandigheden van de zaak, zoals de aard van de relatie tussen de verdachte en het slachtoffer, en de context waarin de handelingen zouden hebben plaatsgevonden, niet voldoende waren om te concluderen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ontuchtige handelingen zoals ten laste gelegd. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat de verdachte de zorg of waakzaamheid over het slachtoffer had, wat een cruciaal element is in de beoordeling van de zaak.
Daarom werd de verdachte vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten en werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer van de Rechtbank Zutphen, onder leiding van voorzitter M. Troost, met de rechters A. Prisse en J. Tas.