ECLI:NL:RBZUT:2011:BU5526

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
23 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940238-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. Troost
  • J. Tas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting van een 10-jarig meisje door een 57-jarige man met verstandelijke beperking in Apeldoorn

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 23 november 2011 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 57-jarige man uit Deventer, die met een verstandelijke beperking is gediagnosticeerd. De verdachte werd beschuldigd van de verkrachting van een 10-jarig meisje in een tehuis in Apeldoorn op 8 mei 2011. De rechtbank oordeelde dat de verdachte het slachtoffer door geweld en bedreiging had gedwongen tot seksuele handelingen, waaronder penetratie. De rechtbank baseerde haar oordeel op de verklaringen van het slachtoffer, die tijdens een studioverhoor gedetailleerd had verklaard over de gebeurtenissen, en op de bekennende verklaring van de verdachte. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 12 maanden en TBS met dwangverpleging, gezien de ernst van het delict en het recidivegevaar van de verdachte. De verdediging betwistte de betrouwbaarheid van de verklaringen en pleitte voor vrijspraak. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaringen betrouwbaar waren en dat de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar was door zijn verstandelijke beperking. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot 6 maanden gevangenisstraf, met aftrek van de tijd in voorlopige hechtenis, en werd TBS met dwangverpleging opgelegd. De rechtbank benadrukte de noodzaak van behandeling in een beveiligde setting vanwege het hoge recidivegevaar en de problematiek van de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940238-11
Uitspraak d.d.: 23 november 2011
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats, 1954],
wonende te [adres]
thans gedetineerd in Penitentiair Psychiatrisch Centrum te Zwolle.
Raadsvrouw: mr. M.B.W.G. Beutener, advocaat te Deventer.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 9 november 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 08 mei 2011 te Apeldoorn, door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld en/of met (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer] (geboortedatum [2001]), heeft gedwongen tot het ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten het brengen van zijn penis in haar vagina en/of mond, en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die
bedreiging met geweld en/of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] heeft opgepakt/opgetild en/of
- die [slachtoffer] heeft meegenomen naar zijn kamer en/of
- die [slachtoffer] (deels) heeft ontkleed en/of
- die [slachtoffer] op zijn bed heeft gelegd en/of
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en/of
- zijn penis (gedeeltelijk) in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en/of
- voorbij is gegaan aan (non-verbale) tekenen van onwil/protest van die [slachtoffer],
terwijl verdachte door het bestaande leeftijdsverschil en/of de zeer jonge leeftijd van die [slachtoffer], een fysiek en/of psychisch overwicht op die [slachtoffer] had (waardoor die [slachtoffer] niet in staat is geweest weerstand aan verdachte te bieden);
ALTHANS, dat
hij op of omstreeks 08 mei 2011 te Apeldoorn, in ieder geval in Nederland, met [slachtoffer], geboortedatum [2001], een of meer handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten het (voor een deel) brengen van zijn penis in haar vagina en/of mond, terwijl die [slachtoffer] toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Op 9 mei 2011 werd er door een begeleidster van het Kort Verblijf Tehuis in Apeldoorn contact opgenomen met de politie, afdeling zeden. Zij vertelde dat een bewoonster had verteld dat ze door een medebewoner meegenomen was naar zijn slaapkamer en dat hij daar zijn piemel tegen haar sneetje had gehad. Op 10 mei 2011 werd namens [slachtoffer] aangifte gedaan van seksueel misbruik.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft gepleegd. De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat [slachtoffer] uitgebreid gehoord is en dat zij heeft verklaard over de handelingen die verdachte met haar verrichtte. Ook heeft verdachte een bekennende verklaring afgelegd.
Het studioverhoor van [slachtoffer] is verricht door ervaren en gecertificeerde rechercheurs. Uit het verhoor blijkt niet dat er suggestieve vragen zijn gesteld en evenmin dat [slachtoffer] woorden in de mond zijn gelegd. Het studioverhoor is betrouwbaar en kan dan ook gebruikt worden voor het bewijs.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
Door de raadsvrouw van verdachte is gesteld dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan. Verdachte dient dan ook te worden vrijgesproken van hetgeen aan hem ten laste is gelegd. Hiertoe heeft de raadsvrouw aangevoerd dat de verklaring van [slachtoffer] onvoldoende betrouwbaar is om te dienen tot bewijs voor de penetratie en de dwang. Tussen het moment van disclosure en het studioverhoor heeft meer dan een week gezeten. In die periode kan contaminatie van werkelijke en niet werkelijke feiten hebben plaatsgevonden. De verklaring van [slachtoffer] heeft ook een uitdijend karakter, hetgeen duidt op contaminatie. Het uitdijende karakter van de verklaring wordt ook veroorzaakt door de wijze waarop het studioverhoor heeft plaatsgevonden. Pas na flink en suggestief doorvragen verklaarde [slachtoffer] over penetratie en dwang.
Ook de door verdachte afgelegde bekennende verklaring bij de politie is onvoldoende betrouwbaar om voor het bewijs te kunnen worden gebruikt. Verdachte is zeer beïnvloedbaar en dit maakt zijn verklaring naar aanleiding van de gesloten en suggestieve vraagstelling uiterst onbetrouwbaar. Pas na suggestief doorvragen van de politie verklaarde verdachte dat hij heeft geprobeerd om bij [slachtoffer] binnen te dringen.
Beoordeling door de rechtbank
Betrouwbaarheid verklaringen
De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van [slachtoffer], zoals afgelegd tijdens het studioverhoor, en de verklaringen van verdachte betrouwbaar zijn en gebruikt kunnen worden voor het bewijs. De rechtbank overweegt hiertoe het volgende.
De vragen zoals gesteld tijdens het studioverhoor van [slachtoffer] hebben een open karakter en bevatten naar oordeel van de rechtbank geen suggestieve vragen. Niet gebleken is dat de verbalisant [slachtoffer] op enige wijze heeft beïnvloed in haar antwoorden. [slachtoffer] begon uit zichzelf te verklaren over penetratie.2 Niet is gebleken dat zij hiertoe is aangezet dan wel dat haar, zoals de raadsvrouw stelt, woorden in de mond zijn gelegd.
Ten aanzien van de door verdachte afgelegde verklaringen overweegt de rechtbank dat evenmin is gebleken dat er een suggestieve wijze van vraagstelling is gehanteerd. Bij het verhoor was de piketadvocaat van verdachte aanwezig en het verhoor werd verricht door gecertificeerde zedenrechercheurs. Uit de gestelde vragen en de antwoorden daarop blijkt niet dat verdachte door de wijze van vraagstelling beïnvloed is. Ook heeft verdachte tijdens zijn verhoor bij de rechter-commissaris uitdrukkelijk bevestigd dat de bij de politie afgelegde verklaring juist is. Uit het nader te noemen rapport van de psycholoog blijkt ook dat verdachte ten overstaan van de psycholoog heeft aangegeven dat hij heeft geprobeerd [slachtoffer] te penetreren, hetgeen overeenkomt met verdachtes verklaring zoals hij deze heeft afgelegd bij de politie.
Bewijsmiddelen
Door [aangever] is namens [slachtoffer], geboren op [2001], aangifte gedaan ter zake verkrachting gepleegd op 8 mei 2011. [slachtoffer] verbleef op het moment dat het gebeurde tijdelijk in het Kort Verblijf Tehuis in Apeldoorn. Op 9 mei 2011 werd [aangever] gebeld door het hoofd van de instelling. Door haar werd aan [aangever] verteld wat er op zondagochtend gebeurd was met [slachtoffer].3[slachtoffer] [slachtoffer] is onder meer het volgende verklaard.4
Toen [slachtoffer] uit bed was op zoek naar de nachtdienst heeft [verdachte] van het KVT haar meegenomen naar zijn kamer. [slachtoffer] wilde dat niet. Hierna heeft hij [slachtoffer] op zijn bed gelegd. Vervolgens heeft hij zijn piemel op [slachtoffer]s plassertje gelegd.5
[slachtoffer] was uit haar bed en op de gang op zoek naar de nachtdienst. Op de gang kwam zij [verdachte] tegen.6 [verdachte] tilde [slachtoffer] op en nam haar mee naar zijn slaapkamer.7 [slachtoffer] wilde dit niet en hield de deurklink vast. Op zijn kamer legde [verdachte] [slachtoffer] op zijn bed neer.8 [verdachte] trok de onderbroek van [slachtoffer] naar beneden tot op haar knieën.9 [verdachte] heeft zijn piemel uit zijn onderbroek gehaald en in [slachtoffer]s plassertje gedaan. [slachtoffer] wilde dat niet. [slachtoffer] wilde terug naar haar eigen kamer. [verdachte] zei dat hij haar zo meteen terug zou brengen.10 [verdachte] heeft zijn harde piemel er in gestopt, precies in het midden van haar plassertje, bij het plassertje en poepgat van [slachtoffer].11
Verdachte heeft onder meer het volgende verklaard.12
Verdachte kwam [slachtoffer] tegen op de gang. [slachtoffer] ging met verdachte mee naar zijn kamer. Verdachte is naast [slachtoffer] op bed gaan liggen. Hij heeft [slachtoffer] toen een kusje gegeven op haar wang. Dat vond [slachtoffer] niet leuk, zij trok met haar hoofd.13 Verdachte heeft de pyjama en onderbroek van [slachtoffer] een stukje naar beneden getrokken.14 Verdachte heeft verklaard dat het wel kan dat hij bovenop [slachtoffer] heeft gelegen. Zijn piemel paste niet in de het kutje van [slachtoffer]. Hij heeft dit geprobeerd, maar het wilde niet. Dit heeft hij geprobeerd met zijn piemel. Zijn piemel ging voor een klein stukje, drie of vier centimeter, erin. [slachtoffer] vond het niet leuk.15
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
primair.
hij op 8 mei 2011 te Apeldoorn, door geweld en/of andere feitelijkheden, [slachtoffer] (geboortedatum [2001]), heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten het brengen van zijn penis in haar vagina, en bestaande dat geweld en/of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] heeft opgepakt/opgetild en
- die [slachtoffer] heeft meegenomen naar zijn kamer en
- die [slachtoffer] deels heeft ontkleed en
- die [slachtoffer] op zijn bed heeft gelegd en
- op die [slachtoffer] is gaan liggen en
- zijn penis gedeeltelijk in de vagina van die [slachtoffer] heeft geduwd en
- voorbij is gegaan aan (non-verbale) tekenen van onwil/protest van die [slachtoffer],
terwijl verdachte door het bestaande leeftijdsverschil en de zeer jonge leeftijd van die [slachtoffer], een fysiek en/of psychisch overwicht op die [slachtoffer] had waardoor die [slachtoffer] niet in staat is geweest weerstand aan verdachte te bieden.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
primair: verkrachting.
Strafbaarheid van de verdachte
Omtrent verdachte zijn meerdere rapporten uitgebracht. De rechtbank heeft onder meer kennis genomen van het over verdachte uitgebrachte psychiatrisch rapport Pro Justitia d.d. 2 oktober 2011, opgesteld door psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser, en het psychologisch rapport Pro Justitia d.d. 24 oktober 2011, opgesteld door GZ-psycholoog drs. M. van Heteren. Uit de rapporten blijkt onder meer het volgende.
Verdachte is lijdende aan een ziekelijk stoornis in de vorm van een impulscontrolestoornis en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van lichte zwakzinnigheid. Er zijn op basis van verwennende verwaarlozing regressief-afhankelijke en narcistische, antisociale trekken. Deze stoornissen waren ook ten tijde van het ten laste gelegde aanwezig en beïnvloedde verdachtes gedragskeuzes ook zodanig dat het ten laste gelegde daaruit (mede) verklaard kan worden.
Verdachte voelt zich snel tekortgedaan en gaat wensvervullend met de ander om. Op grond van zijn lichte zwakzinnigheid kan hij zijn gedachten en gevoelens niet tot nauwelijks cognitief controleren. Hij neigt tot impulsief handelen op grond van enerzijds seksuele gevoelens en anderzijds (vermeende) gevoelens van tekortgedaan zijn waar hij zich door gekrenkt voelt.
Bij het thans ten laste gelegde voelde verdachte zich gekrenkt dat de leiding van zijn vriendin [naam vriendin] de relatie had verbroken. Hij miste de seks met zijn vriendin en vindt vanuit zijn verwennende verwaarlozing dat hij recht heeft op seks. Hij zag het meisje en heeft haar ogenschijnlijk impulsief, opportunistisch en instrumenteel seksueel misbruikt. Daaronder zit echter de krenking en het wraakzuchtige 'terugpakken' van de leiding, die beter op het meisje had moeten letten en de deuren gesloten moet houden. Dit vond in sterke mate plaats, verdachte zet frustraties snel om in gedrag.
Verdachte is gefixeerd op een relatie met een vrouw waarin seksualiteit een belangrijke rol speelt. Gedreven door seksuele verlangens pleegde hij het delict, waarbij hij zijn gedrag wel kende maar waarin hij zich onvoldoende bewust is van de gevolgen van zijn gedrag voor het slachtoffer. Verdachte handelde impulsief en egocentrisch. Vanuit zijn persoonlijkheid en zwakzinnigheid is hij gewend om dwingend zijn zin te proberen door te drijven. Verdachte had ten tijde van het ten laste gelegde voldoende inzicht in de wederrechtelijkheid van de begane feiten.
Er wordt geadviseerd verdachte voor het ten laste gelegde, vanwege de diverse op elkaar ingrijpende stoornissen, sterk verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De rechtbank neemt deze conclusie over en is van oordeel dat verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaarheid is.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van de tijd door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebracht en verdachte ter beschikking te stellen met bevel dat verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.
De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een ernstige strafbaar feit. Verdachte heeft op zeer grove wijze de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden, vanwege de bevrediging van zijn eigen seksuele behoefte. Verdachte heeft ook de nodige documentatie op het gebied van zedendelicten. Verdachte is in het verleden niet begeleidbaar en behandelbaar gebleken. Een ambulante behandeling is daarom niet op zijn plaats. Door de deskundigen wordt het recidive gevaar als erg groot ingeschat, verdachte wordt gezien als uitermate recidivegevaarlijk en terbeschikkingstelling met dwangverpleging wordt daarom geadviseerd.
De raadsvrouw heeft zich op het standpunt gesteld dat de detentie verdachte ontzettend zwaar is gevallen. Verdachte wil ook in de buurt van Deventer blijven wonen, zodat hij zijn werkzaamheden bij [bedrijf] kan blijven verrichten. Verdachte kan terecht bij Trajectum in Eefde in het kader van een terbeschikkingstelling met voorwaarden. Hier is de begeleiding en structuur aanwezig die verdachte nodig heeft.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de verkrachting van een tienjarige meisje. Verdachte heeft op grove wijze de lichamelijke integriteit van zijn slachtoffer geschonden, enkel ter bevrediging van zijn eigen seksuele verlangens. Als feit van algemene bekendheid kan worden aangenomen, dat slachtoffers van dit soort delicten vaak nog lang ernstige psychische gevolgen ondervinden van hetgeen hen is overkomen.
De rechtbank houdt er ook rekening mee dat verdachte onvoldoende inzicht lijkt te hebben in het laakbare van zijn handelen. Verdachte geeft enerzijds wel aan spijt te hebben van zijn handelen, maar legt aan de andere kant de schuld bij de instelling. Tevens houdt de rechtbank er bij de strafoplegging ten nadele van verdachte rekening mee dat uit de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij al meermalen is veroordeeld ter zake van zedendelicten. Deze eerdere veroordelingen hebben hem er niet van weerhouden om andermaal een soortgelijk delict te plegen.
De rechtbank houdt daarnaast bij het bepalen van de op te leggen straf in het voordeel van verdachte rekening met het feit dat verdachte licht zwakzinnig is en dat het bewezen verklaarde hem in sterk verminderde mate toegerekend kan worden. Daarom zal de rechtbank een gevangenisstraf opleggen van kortere duur dan door de officier van justitie is geëist.
Uit de over verdachte uitgebrachte rapporten blijkt dat, zoals hiervoor is overwogen, er bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis in de vorm van een impulscontrolestoornis en een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de vorm van lichte zwakzinnigheid.
Uit het psychiatrisch rapport Pro Justitia d.d. 2 oktober 2011 blijkt daarnaast het volgende.
Bij verdachte is sprake van een grote kans op herhaling van een seksueel grensoverschrijdend delict. Verdachtes problematiek is onveranderend terwijl hij zich slecht behandelbaar en begeleidbaar opstelt. Er is een uitgebreid verleden met gedragsproblemen, impulsiviteit, en seksuele grensoverschrijdingen. Verdachte heeft geen woonruimte, is zeer moeilijk plaatsbaar en gaat op instabiele wijze om met relaties terwijl hij gefixeerd is op een relatie en seksualiteit.
Verdachte heeft een klinische behandeling nodig met 24-uurszorg en -toezicht en een tamelijk hoog beveiligingsniveau, aanvankelijk met name vanwege zijn dwingende en impulsieve gedrag en beperkte vermogen tot aanpassing bij ontbreken van motivatie terwijl er ook een heftige reactie op de plaatsing zelf verwacht wordt.
Een ambulant traject is onvoldoende en zelfs niet uitvoerbaar vanwege zijn ontbrekende motivatie en de moeilijke plaatsbaarheid van verdachte. Verdachte houdt zich niet aan de afspraken met de reclassering. Hij is ondanks dat hij veel begeleiding had en de reclassering een nieuwe voorziening aan het zoeken, was gerecidiveerd, terwijl hij nog maar net in de nieuwe voorziening was. Hij was geaccepteerd bij Hoeve Boschoord en heeft dusdanige problemen gegeven bij Trajectum dat er daar buiten geen andere mogelijkheden zijn. Verdachte overziet situaties niet, kan slecht plannen en kan zich slecht aan voorwaarden houden omdat hij in het moment leeft en er dan geen begrip meer voor heeft. Hij heeft dagelijkse structuur en coaching nodig omdat zaken bij hem niet intrinsiek worden. Een TBS met voorwaarden heeft als groot nadeel dat hij bij overtreding van de voorwaarden in de TBS met dwangverpleging komt en dan een procedure moet ondergaan die botst met de behandeling. Bovendien is er grote kans dat hij zich niet aan de voorwaarden houdt, omdat een plaatsing in Hoeve Boschoord tegen zijn wens is, met name omdat hij zijn werk bij [bedrijf] daardoor verliest. Hij moet eerst ervaren dat hij ook andere activiteiten kan doen voordat hij dat verlies kan verdragen, maar in die periode zal hij moeilijk met voorwaarden om kunnen gaan. Bij het onderzoek was hij heel stellig en wilde geen langdurige opname in een instelling.
Gezien het recidivegevaar en verdachtes onvermogen vanuit zijn persoonlijkheid en lage intelligentie om zich in een ander milieu te handhaven dan in een gesloten gestructureerde afdeling, is het advies om verdachte TBS met dwangverpleging op te leggen.
Uit het psychologisch rapport Pro Justitia d.d. 24 oktober 2011 blijkt verder nog het volgende.
Bij verdachte is er sprake van een veelheid van factoren die van belang zijn voor de kans op recidive. Allereerst is er de verstandelijke beperking op het niveau lichte zwakzinnigheid waardoor cognitieve controle op het gedrag minder kan worden toegepast door verdachte. Verder is er sprake van een belaste wordingsgeschiedenis met zowel fysieke mishandeling als verwennende verwaarlozing op grond waarvan verdachte dwingend, eisend en wensvervullend met de ander omgaat. Hij schuwt daarbij fysieke dan wel seksuele grensoverschrijdingen niet.
Verdachte heeft een beperkt sociaal netwerk en al tijden geen huis. Verdachte lijkt sinds hij twaalf was gecaramboleerd te hebben tussen ouderlijk thuis, uithuisplaatsing, eigen huis met begeleiding en instellingen. Hij heeft ongetwijfeld meer inrichtingservaring dan de gemiddelde begeleider en kan dit ook aanwenden ten eigen nutte, temeer daar hij niet in een instelling wil verblijven. Verdachte lijkt oppositioneel en driftig gedrag binnen instellingen ook wel in te zetten om weggeplaatst te worden.
Verdachte is uitermate recidivegevaarlijk voor zeden en geweld. Hij is daarnaast onvermogend om zelfstandig te wonen en/of ambulant begeleid te worden. Verdachte is een bewerkelijke klant en weet op grond van zijn ervaringen hoe hij met oppositioneel gedrag en driftbuien een uitplaatsing kan afdwingen.
Verdachte is gebaat bij een 24-uurs klinische behandeling. Er is daarbij zowel een hoog beveiligingsniveau als een hoog zorgniveau vereist. Daar alle pogingen om verdachte in (klinische) behandeling te krijgen, zijn mislukt, ondanks een indicatiestelling NIFP, lijkt er niets anders op te zitten als ultimum remedium verdachte via de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging te laten behandelen.
Naar oordeel van de rechtbank dient aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging opgelegd te worden. De rechtbank overweegt hiertoe dat uit de adviezen blijkt dat verdachte uitermate recidivegevaarlijk is en dat hij behandeld dient te worden in een setting met een hoog beveiligings- en zorgniveau. Niet kan worden volstaan met het opleggen van een terbeschikkingstelling onder voorwaarden. Uit de rapporten blijkt dat verdachte zich (mede vanwege zijn problematiek) niet aan voorwaarden kan houden en onvoldoende gemotiveerd is. Eerdere pogingen verdachte te behandelen zijn op niets uitgelopen en hebben er niet in geresulteerd dat het risico op recidive werd ingeperkt.
Gelet op het vooroverwogene is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van de tijd door verdachte in voorlopige hechtenis doorgebracht passend en geboden is.
Daarnaast zal de rechtbank ter zake van het bewezen verklaarde, zijnde een misdrijf gericht tegen of gevaar veroorzakend voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen, aan verdachte de maatregel van terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opleggen. Aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 37a en 37b leden 1 van het Wetboek van Strafrecht is voldaan.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 37, 37a, 37b en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
primair: verkrachting;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast dat verdachte ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Troost en Tas, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 november 2011.
Eindnoten
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0620 2011062539-3, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Apeldoorn, gesloten en ondertekend op 24 mei 2011.
2 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 53
3 Proces-verbaal van aangifte, dossierpagina 31
4 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 33
5 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 37 en 38
6 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 48
7 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 49
8 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 50 en 51
9 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 52
10 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 53 en 54
11 Proces-verbaal van verhoor, betreffende de uitwerking van het studioverhoor van [slachtoffer], dossierpagina 56 en 57
12 Proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina 19
13 Proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina 24
14 Proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina 25
15 Proces-verbaal van verhoor verdachte, dossierpagina 26 en 27