ECLI:NL:RBZUT:2011:BU5694

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
9 november 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
94990 / HA ZA 08-762 | 94992 / HA ZA 08-764 | 122597 / HA ZA 11-557 | 123410 / HA ZA 11-678
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verificatie van schulden in faillissementsprocedure zonder vrijwaringsgeding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen, ging het om de verificatie van schulden in het kader van een faillissement. De eiseres, Derksen Bouw B.V., had een vordering ingediend tot verificatie van haar schulden. De curatoren, mr. M.J. Ubbens en mr. J. Hielkema, die optraden in het faillissement van Storteboom Putten B.V., vorderden dat NMB-Heller N.V. in vrijwaring zou worden opgeroepen. De rechtbank oordeelde dat de voorzieningen in de Faillissementswet zijn bedoeld voor een doelmatige afwikkeling van geschillen over de bestaan, omvang en eventuele preferentie van vorderingen op de gefailleerde. In dit kader is er geen plaats voor een vrijwaringsgeding. De rechtbank wees de vorderingen van de curatoren af en bepaalde dat de zaak op 7 december 2011 weer op de rol zou komen voor conclusie van antwoord. De curatoren werden veroordeeld in de proceskosten van de incidenten, die aan de zijde van de Derksen-vennootschappen tot dat moment waren begroot op EUR 904,-. Het vonnis werd uitgesproken door mr. D. Vergunst op 9 november 2011.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 94990 / HA ZA 08-762
Vonnis in incident van 9 november 2011
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DERKSEN BOUW B.V.,
gevestigd te Didam,
eiseres in de hoofdzaak tot verificatie,
verweerster in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. K.A.M. van Os- ten Have te Zutphen,
tegen
1. mr. M.J. UBBENS
kantoorhoudende te Groningen,
2. mr. J. HIELKEMA,
beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STORTEBOOM PUTTEN B.V,
gedaagden in de hoofdzaak tot verificatie,
eisers in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. M.J. Ubbens te Groningen,
en in de daarbij gevoegde zaken :
zaaknummer / rolnummer: 94992 / HA ZA 08-764
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DERKSEN DIENSTVERLENING B.V.,
gevestigd te Westervoort,
eiseres in de hoofdzaak tot verificatie,
verweerster in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. K.A.M. van Os-ten Have te Zutphen,
tegen
1. mr. M.J. UBBENS
kantoorhoudende te Groningen,
2. mr. J. HIELKEMA,
beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STORTEBOOM PUTTEN B.V,
gedaagden in de hoofdzaak tot verificatie,
eisers in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. M.J. Ubbens te Groningen,
zaaknummer / rolnummer: 122597 / HA ZA 11-557
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DERKSEN DIENSTVERLENING B.V.,
gevestigd te Duiven,
eiseres in de hoofdzaak tot verificatie,
verweerster in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. K.A.M. van Os-ten Have te Zutphen,
tegen
1. mr. M.J. UBBENS
kantoorhoudende te Groningen,
2. mr. J. HIELKEMA,
beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STORTEBOOM PUTTEN B.V,
gedaagden in de hoofdzaak tot verificatie,
eisers in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. M.J. Ubbens te Groningen,
zaaknummer / rolnummer: 123410 / HA ZA 11-678
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid DERKSEN DIENSTVERLENING B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
eiseres in de hoofdzaak tot verificatie,
verweerster in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. K.A.M. van Os-ten Have te Zutphen,
tegen
1. mr. M.J. UBBENS
kantoorhoudende te Groningen,
2. mr. J. HIELKEMA,
beiden in hun hoedanigheid van curator in het faillissement van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid STORTEBOOM PUTTEN B.V,
gedaagden in de hoofdzaak tot verificatie,
eisers in het incident tot oproeping in vrijwaring,
advocaat mr. M.J. Ubbens te Groningen,
1. De procedure
1.1. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het op 20 juli 2011 gewezen vonnissen in de incidenten tot voeging
- de aktes tot het formuleren van eis/vordering tot verificatie ex artikel 122 Faillissementswet
- de incidentele conclusies tot oproeping in vrijwaring van de curatoren
- de incidentele conclusies van antwoord in het vrijwaringsincident van Derksen/
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling van het geschil in de vrijwaringsincidenten
2.1. De curatoren vorderen dat hen wordt toegestaan NMB-Heller N.V., thans geheten NHE N.V. en NHO B.V., in vrijwaring op te roepen. De Derksen-vennootschappen voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
2.2. Ter ondersteuning van de vorderingen tot oproeping in vrijwaring hebben de curatoren aangevoerd dat voor het geval in de hoofdzaak zou komen vast te staan dat de vorderingen van de Derksen-vennootschappen op de Storteboom-vennootschappen niet rechtsgeldig aan NMB-Heller zijn verpand, deze vorderingen ten onrechte door NMB-Heller zijn geïnd.
2.3. De vorderingen om NMB-Heller in vrijwaring op te mogen roepen worden afgewezen. De in de Faillissementswet met betrekking tot de verificatie van schulden getroffen voorzieningen strekken tot een doelmatige afwikkeling van geschillen omtrent bestaan, omvang en eventuele preferentie van vorderingen op de gefailleerde. In die procedure past geen vrijwaringsgeding. In een renvooiprocedure wordt immers beslist of een vordering al dan niet in de lijst van geverifieerde schuldeisers moet worden opgenomen. De renvooiprocedure levert aldus geen veroordelend vonnis op, op grond waarvan de curatoren verhaal zouden kunnen nemen op een “derde”. Mogelijke betalingen door de Storteboom-vennootschappen vóór het faillissement aan NMB-Heller kunnen er dan ook niet toe leiden dat NMB-Heller de curatoren dient te “vrijwaren” tegen de vaststelling in rechte (de verificatie) dat de vorderingen van Derksen in het faillissement door de curatoren op onjuiste gronden worden betwist. Dat de boedels na een dergelijke vaststelling wellicht aanspraken hebben uit onverschuldigde betaling op NMB-Heller staat daar volledig los van.
2.4. De curatoren zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van de incidenten worden veroordeeld.
3. De beslissing
De rechtbank
in de incidenten
3.1. wijst de vorderdingen af;
3.2. veroordeelt de curatoren in de kosten van de incidenten, aan de zijde van de Derksen-vennootschappen tot op heden begroot op EUR 904,-;
3.3. verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
3.4. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 7 december 2011 voor conclusie van antwoord;
3.5. iedere verdere beslissing wordt aangehouden.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 9 november 2011.