ECLI:NL:RBZUT:2011:BU9558
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Valderen
- Kleinrensink
- Draisma
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van poging tot moord en zware mishandeling in Doetinchem
Op 28 december 2011 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van poging tot moord en poging tot zware mishandeling. De zaak vond zijn oorsprong in een incident op 28 juli 2011 te Doetinchem, waarbij de verdachte met een mes meerdere keren op het slachtoffer zou hebben gestoken. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde feit, de poging tot zware mishandeling, en presenteerde bewijsmiddelen ter ondersteuning van deze beschuldiging.
De verdediging, vertegenwoordigd door raadsman mr. Bakker, pleitte voor een algehele vrijspraak. Tijdens de zittingen op 8 november en 14 december 2011 werd het bewijs besproken, waarbij de rechtbank zich baseerde op een medische verklaring die sprak van een zeer oppervlakkige snijwond van 1 cm in de linker bovenarm van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat, gezien de aard van de verwondingen, niet kon worden vastgesteld dat de verdachte de intentie had om het slachtoffer te doden of zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.
Uiteindelijk kwam de rechtbank tot de conclusie dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht het primair of subsidiair tenlastegelegde feit te hebben begaan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van zowel poging tot moord als poging tot zware mishandeling. Tevens werd de benadeelde partij, het slachtoffer, niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, aangezien de verdachte was vrijgesproken van de tenlastelegging. De uitspraak werd gedaan door de meervoudige kamer van de Rechtbank Zutphen, onder leiding van voorzitter M. van Valderen, en de rechters Kleinrensink en Draisma, met griffier Van Bun aanwezig.