RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950745-10
Uitspraak d.d.: 23 december 2011
tegenspraak / dip / oip
[verdachte A],
geboren te [plaats] (Suriname) op [1978],
wonende te [adres, plaats],
thans gedetineerd in Huis van Bewaring De Kruisberg te Doetinchem.
Raadsvrouw: mr. S. Dogan, advocaat te Utrecht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 juni 2011, 29 juni 2011, 27 september 2011 en 9 december 2011.
Aan verdachte is, na aanvulling van de tenlastelegging op de voet van artikel 314a van het Wetboek van Strafvordering, ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 05 november 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen diverse sieraden en/of horloge(s) en/of geld en/of een portemonee met inhoud (waaronder een identiteitsbewijs en/of rijbewijs en/of (bank-)pas(jes), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [juwelier] en/of [slachtoffer B] en/of een of meer klant(en) van [juwelier] (horloges die in reparatie waren), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) met een (klauw)hamer, althans met een soortgelijk voorwerp diverse vitrines kapot heeft/hebben geslagen en/of een (vuur)wapen, althans een soortgelijk voorwerp op die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B] heeft/hebben gericht en/of die [slachtoffer B] heeft/hebben gesommeerd om op de grond te gaan liggen en/of die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B] mondeling dreigend heeft/hebben toegevoegd "geld...kluis...ga godverdomme liggen met die
kankerkop...ik schiet je kankerkop kapot...maak godverdomme die kluis open met die kankerkop...opstaan en naar de kluis met je kankerkop...geef me geld met jullie kankerkop, ik schiet je kankerkop kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben ingesloten/opgesloten in de kluis,
hij op of omstreeks 05 november 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de afgifte van diverse sieraden en/of horloge(s) en/of geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer A] en/of [juwelier]
en/of een of meer klant(en) van [juwelier] (horloges die in reparatie waren), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s) met een (klauw)hamer, althans met een soortgelijk voorwerp diverse vitrines kapot heeft/hebben geslagen en/of een (vuur)wapen, althans een soortgelijk voorwerp op die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B] heeft/hebben gericht en/of die [slachtoffer B] heeft/hebben gesommeerd om op de grond te gaan liggen en/of die [slachtoffer A] en/of die [slachtoffer B] mondeling dreigend heeft/hebben toegevoegd "geld...kluis...ga godverdomme liggen met
die kankerkop...ik schiet je kankerkop kapot...maak godverdomme die kluis open met die kankerkop...opstaan en naar de kluis met je kankerkop...geef me geld met jullie kankerkop, ik schiet je kankerkop kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of strekking, en/of (vervolgens) die [slachtoffer A] en/of [slachtoffer B] heeft/hebben ingesloten/opgesloten in de kluis;
hij op of omstreeks 10 september 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] en/of
[slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag (in totaal 3.000 euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G] en/of [supermarkt] ([adres en plaats]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun gezicht/hoofd de [supermarkt] is/zijn binnengelopen/binnengedrongen en/of
- (vervolgens) een of meer vuurwapen(s), althans een of meer op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op voornoemde [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] en/of een of meer andere in die winkel aanwezige perso(o)n(en) (oa [slachtoffer H]) heeft/hebben gericht en/of
- die [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] de woorden: "Geld, geld!" en/of "Doe de kassala open!" heeft/hebben toegevoegd en/of die [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] mondeling dreigend heeft/hebben toegevoegd "kluis, kluis" en/of "ik wil geld, opschieten naar de kluis" en/of
- in aanwezigheid van die [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] een (vuur-)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, eenmaal of meermalen heeft "doorgeladen" en/of
- nadat verdachte en zijn mededader(s) de winkel had(den) verlaten en/of [slachtoffer F] en/of [slachtoffer I] verdachtes mededader had(den) vastgegrepen, (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken/gepakt en/of dit mes aan [slachtoffer F] en/of [slachtoffer I] heeft/hebben getoond/voorgehouden
hij op of omstreeks 10 september 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag (in totaal 3.000 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G] en/of [supermarkt] ([adres en plaats]), in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] en/of [slachtoffer I], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan (een) andere deelnemer(s) aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, en/of het bezit van het gestolene te
verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn mededader(s)
- met (een) bivakmuts(en) over zijn/hun gezicht/hoofd de [supermarkt] is/zijn binnengelopen/binnengedrongen en/of
- (vervolgens) een of meer vuurwapen(s), althans een of meer op (een) vuurwapen(s) gelijkend(e) voorwerp(en) op voornoemde [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] en/of [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] en/of een of meer andere in die winkel aanwezige perso(o)n(en) (oa [slachtoffer H]) heeft/hebben gericht en/of
- die [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D] de woorden: "Geld, geld!" en/of "Doe de kassala open!" heeft/hebben toegevoegd en/of die [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] mondeling dreigend heeft/hebben toegevoegd "kluis, kluis" en/of "ik wil geld, opschieten naar de kluis" en/of
- in aanwezigheid van die [slachtoffer E] en/of [slachtoffer F] een (vuur-)wapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, eenmaal of meermalen heeft "doorgeladen" en/of
- nadat verdachte en zijn mededader(s) de winkel had(den) verlaten en/of [slachtoffer F] en/of [slachtoffer I] verdachtes mededader had(den) vastgegrepen, (vervolgens) een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, heeft/hebben getrokken/gepakt en/of dit mes aan [slachtoffer F] en/of [slachtoffer I] heeft/hebben getoond/voorgehouden.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
In het geval van beide feiten was de aanleiding tot het onderzoek een (telefonische) melding van een gewapende overval.2
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot vrijspraak van het onder 2 ten laste gelegde feit.
Voorts heeft de officier van justitie geconcludeerd tot bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen daartoe toegelicht en opgesomd.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken en dat het onder 1 ten laste gelegde feit wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Beoordeling door de rechtbank
Vrijspraak ten aanzien van feit 2
Met de officier van justitie en de raadsvrouwe is de rechtbank van oordeel dat het aan verdachte onder 2 ten laste gelegde feit niet wettig en overtuigend is bewezen. Verdachte dient hiervan te worden vrijgesproken. De bevindingen van de politie die duiden op een mogelijke betrokkenheid van verdachte bij dit feit zijn weliswaar belastend maar niettemin zodanig indirect, dat die niet kunnen leiden tot het wettige en overtuigende bewijs dat verdachte de tweede overvaller - naast medeverdachte [medeverdachte B] - in de [supermarkt] is geweest.
Bewijs met betrekking tot feit 1
Aangezien verdachte dit feit duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, is volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid van het Wetboek van Strafvordering.
Verdachte heeft zowel bij de politie3 als ter terechtzitting4 ten aanzien van het hem verweten feit bekennende verklaringen afgelegd. Daarnaast zijn voor het bewijs voorhanden:
- de aangifte van [slachtoffer A], eigenaar van [juwelier] aan de [adres te plaats]5;
- de aangifte van [slachtoffer B];6
- een opgave van de weggenomen goederen (een groot aantal gouden sieraden);7
- een opgave van de omvang van de totale schade (ongeveer € 70.000,- aan weggenomen goederen, plus ongeveer € 6.000,- aan schade aan de winkel);8
- een proces-verbaal van het uitkijken van camerabeelden9;
- een proces-verbaal van sporenonderzoek,10 en
- een rapportage van het NFI betreffende DNA-onderzoek.11
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 5 november 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen diverse sieraden en een portemonnee met inhoud, waaronder een identiteitsbewijs en rijbewijs en pasjes, toebehorende aan [slachtoffer A] en/of [juwelier] en/of [slachtoffer B], welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer A] en [slachtoffer B], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en een andere deelnemer aan voormeld misdrijf de vlucht mogelijk te maken, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat verdachte met een klauwhamer diverse vitrines kapot heeft geslagen en zijn mededader een vuurwapen, althans een soortgelijk voorwerp, op die [slachtoffer A] en die [slachtoffer B] heeft gericht en die [slachtoffer B] heeft gesommeerd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer A] en die [slachtoffer B] mondeling dreigend heeft toegevoegd: "geld...kluis...ga godverdomme liggen met die kankerkop...ik schiet je kankerkop kapot...maak godverdomme die kluis open met die kankerkop...opstaan en naar de kluis met je kankerkop...geef me geld met jullie kankerkop, ik schiet je kankerkop kapot", en vervolgens die [slachtoffer A] en [slachtoffer B] heeft opgesloten in de kluis,
hij op 5 november 2010 te Ermelo tezamen en in vereniging met een ander met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door bedreiging met geweld [slachtoffer A] en [slachtoffer B] heeft gedwongen tot de afgifte van diverse sieraden en horloges en geld, toebehorende aan die [slachtoffer A] en [juwelier] en klanten van [juwelier] (horloges die in reparatie waren),
welke bedreiging met geweld hierin bestond dat zijn mededader met een vuurwapen, althans een soortgelijk voorwerp, op die [slachtoffer A] en die [slachtoffer B] heeft gericht en die [slachtoffer B] heeft gesommeerd om op de grond te gaan liggen en die [slachtoffer A] en die [slachtoffer B] mondeling dreigend heeft toegevoegd "geld...kluis...ga godverdomme liggen met die kankerkop...ik schiet je kankerkop kapot...maak godverdomme die kluis open met die kankerkop...opstaan en naar de kluis met je kankerkop...geef me geld met jullie kankerkop, ik schiet je kankerkop kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard en strekking.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het volgende misdrijf:
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat aan verdachte een gevangenisstraf zal worden opgelegd voor de duur van vier jaren, met aftrek van de tijd die verdachte reeds in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht.
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat de rechtbank de straf ten opzichte van de eis van de officier van justitie dient te matigen. Daartoe heeft zij aangevoerd dat verdachte het hem onder 1 ten laste gelegde feit heeft bekend en dat hij daar ook meer over heeft verklaard (al wilde hij niets loslaten over zijn mededader). Verdachte heeft geen relevante documentatie, omdat hij na een veroordeling uit 2002 niet meer voor gewelds- of vermogensdelicten met politie en justitie in aanraking is geweest. Weliswaar is hij sindsdien meermalen veroordeeld voor overtreding van de Opiumwet, maar dit zijn andersoortige feiten dan het onderhavige.
De verdediging heeft de nodige moeite heeft gedaan om een reclasseringsrapport over verdachte te laten opmaken, wat helaas niet gelukt is. Verdachte was voor zijn aanhouding in het kader van deze zaak op de goede weg: hij had een baan gevonden en het reclasseringscontact verliep erg goed, evenals de behandeling bij De Waag.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken. Tevens heeft de rechtbank acht geslagen op het over verdachte opgemaakte (beknopte) reclasseringsadvies d.d. 9 maart 2011.
De rechtbank overweegt in het bijzonder het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een zeer gewelddadige overval op een juwelierszaak. Daarbij zijn door verdachte met een klauwhamer vitrines kapotgeslagen en zijn door zijn mededader de eigenaar en een medewerker van de zaak bedreigd met een vuurwapen of een daarop gelijkend voorwerp. Zij werden gedwongen tot afgifte van geld en sieraden. Verder namen de overvallers een portemonnee en diverse sieraden weg uit de kluis en de vitrines. Ten slotte werden twee van de drie aanwezige medewerkers door de mededader opgesloten in de kluis. De door verdachte en zijn mededader buitgemaakte goederen vertegenwoordigen een hoge geldwaarde: ongeveer € 70.000,-.
Door aldus te handelen hebben verdachte en zijn mededader de benadeelden grote vrees aangejaagd en voorts voor hen aanzienlijke schade en ongemak veroorzaakt. In het bijzonder acht de rechtbank laakbaar dat verdachte en zijn mededader twee van de drie aanwezige medewerkers in hun eigen kluis hebben opgesloten. Slechts omdat de derde medewerker niet was gezien door de overvallers en die persoon zich had opgesloten in het toilet, konden de twee andere medewerkers snel worden bevrijd.
De ervaring leert dat slachtoffers van overvallen in het algemeen langdurig lijden onder de psychische gevolgen daarvan. Daarnaast versterken feiten als deze reeds in de samenleving bestaande gevoelens van onrust en onveiligheid.
De LOVS-oriëntatiepunten noemen een gevangenisstraf van 2 jaar voor een overval. Het gebruik van een vuurwapen of daarop gelijkend voorwerp jegens meerdere personen en het gebruik van de hamer is strafverzwarend, net als het gebruik van vermommingen, het opsluiten van twee personen in de kluis en het medeplegen.
Gezien de bijzondere ernst van dit feit acht de rechtbank een langdurige vrijheidsstraf aangewezen. Bij de bepaling van de hoogte van de straf houdt de rechtbank rekening met straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Ten nadele van verdachte weegt de rechtbank mee dat verdachte reeds eerder voor een soortgelijk feit is veroordeeld. Zo blijkt uit het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie dat hij op 26 februari 2002 door de rechtbank in Amsterdam voor meerdere 'diefstallen met geweld' is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zeven jaren. De raadsvrouw moet worden toegegeven dat deze veroordeling dateert van ruim negen jaar geleden, maar de verdediging miskent daarbij dat verdachte een groot deel van die periode in detentie heeft moeten doorbrengen. Aan die straf en de daarin besloten waarschuwing heeft verdachte zich blijkbaar niets gelegen lagen liggen.
Al het voorgaande in samenhang bezien, brengt de rechtbank uit het oogpunt van speciale preventie tot oplegging van een hogere gevangenisstraf dan de door de officier van justitie is geëist. De straf die zij heeft geëist, acht de rechtbank mede gelet op verdachtes strafblad, zoals hierboven weergegeven, onvoldoende recht doen aan de ernst van het feit.
In beslag genomen voorwerpen
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer A] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.055,- (restantschade na uitkering verzekering) gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde.
Nu niet is weersproken dat de benadeelde partij, zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en de vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering worden toegewezen. De verdachte is voor de schade - naar burgerlijk recht - aansprakelijk. Bij toewijzing wordt tevens de hoofdelijkheidsclausule opgelegd.
De benadeelde partijen [slachtoffer C] en [slachtoffer D] zullen niet-ontvankelijk verklaard worden in hun respectieve vorderingen, nu geen van hen een te vorderen bedrag heeft opgegeven.
De benadeelde partij [slachtoffer J] zal niet-ontvankelijk verklaard worden in haar vordering, nu zij als verzekeraar van aangever geen rechtstreekse schade heeft geleden. De benadeelde partij kan derhalve haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van benadeelde [slachtoffer A].
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 36f, 310, 312 en 317 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
* verklaart niet bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en andere deelnemers aan het misdrijf de vlucht mogelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen,
en
afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 (VIER) JAAR en 6 (ZES) MAANDEN;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
- 1.00 STK Telefoonkaart - TELFORT - ibnnr: 110-3;
- 1.00 STK Telefoontoestel - KL: zwart - LG - ibnnr: 210-2; met oplader;
- 1.00 STK Telefoontoestel - Kl: zwart - SAMSUNG - ibnnr: 210-1; met oplader;
- 1.00 STK Gereedschap - hamer met zwart handvat; ibnnr: 410-1;
- 2.00 STK Oplaadapparaat - Kl: zwart - SAMSUNG - ibnnr: 210-3;
- 1.00 STK Boek - Kl: zwart - boekje met telnrs; ibnnr: 110-1;
- 1.00 STK Agenda - Kl: rood - agenda 2009; ibnnr: 110-4;
- 1.00 STK Computeronderdeel - Kl: zwart - computerkast; ibnnr. 111-1;
- 2.00 STK Telefoonkaart - LEBARA - ibnnr: 110-2; telnr: [nummer];
- 1.00 STK Telefoonkaart - LEBARA - ibnnr: 112-2; telnr: [nummer];
- 1.00 STK USB-stick - Kl: zilver - ibnnr: 2100-1;
- 1.00 STK Telefoonkaart - KPN - ibnnr: 112-1;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer A], te [plaats, adres], bankrekeningnummer [nummer], van een bedrag van € 4.055,- (VIERDUIZEND EN VIJFENVIJFTIG EURO), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2010 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader het betreffende schadebedrag is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* verklaart de benadeelde partijen [slachtoffer C], [slachtoffer D] en [slachtoffer J] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer A], een bedrag te betalen van € 4.055,- (VIERDUIZEND EN VIJFENVIJFTIG EURO) vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2010, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal 50 (vijftig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Van Valderen en Ouweneel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Brugman, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 23 december 2011.
De griffier is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0600 2010163086, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, (map 2/3, p. 172-196) gesloten en ondertekend op 27 april 2011.
2 Stam proces-verbaal d.d. 27 april 2011, map 2/3, p. 173 en 186.
3 Proces-verbaal van verhoor van verdachte d.d. 8 maart 2011, map 1/3, p. 30-33.
4 Proces-verbaal van het onderzoek ter terechtzitting d.d. 9 december 2011.
5 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer A] d.d. 5 november 2010, map 2/3, p. 198-203.
6 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer B] d.d. 5 november 2010, map 2/3, p. 213-218.
7 Proces-verbaal van bevindingen en bijlage met goederenlijst d.d. 2 februari 2011, map 2/3, p. 206-211.
8 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2011, map 2/3, p. 212.
9 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 maart 2011, map 2/3, p. 270-271.
10 Proces-verbaal van sporenonderzoek d.d. 12 november 2010, map 2/3 p. 283-287.
11 Rapport NFI d.d. 21 december 2010, map 2/3, p. 302-307