ECLI:NL:RBZUT:2011:BV0775
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad van bestuurder van bouwbedrijf jegens onderaannemers
In deze zaak staat centraal of de gedaagde, als bestuurder van een bouwbedrijf, onrechtmatig heeft gehandeld jegens de eiseressen, die onderaannemers zijn. De eiseressen stellen dat de gedaagde in de periode van juni tot en met september 2009 betalingstoezeggingen heeft gedaan, terwijl hij wist of had moeten weten dat het bouwbedrijf zijn betalingsverplichtingen niet zou kunnen nakomen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde niet persoonlijk aansprakelijk is voor het onrechtmatig handelen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet voldoende bewijs heeft geleverd dat hij op de hoogte was van de slechte financiële situatie van het bouwbedrijf en dat hij geen directe invloed had op de betalingen aan de eiseressen. De vorderingen van de eiseressen worden afgewezen, evenals hun verzoek om schadevergoeding. In reconventie heeft de gedaagde gevorderd dat de beslaglegging door de eiseressen onterecht was en de rechtbank heeft dit verzoek toegewezen. De eiseressen worden veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 4.299,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de vijftiende dag na betekening van het vonnis.