ECLI:NL:RBZUT:2012:BU9875

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
2 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850456-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Kropman
  • A. Kleinrensink
  • J. Ouweneel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meermalen verkrachting van ex-partner met geweld en chantage

In deze zaak heeft de rechtbank Zutphen op 2 januari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan het meermalen verkrachten van zijn ex-partner. De feiten vonden plaats in de nacht van 26 april 2011 en op verschillende momenten in mei 2011, waarbij de verdachte zijn ex-partner met geweld en chantage heeft gedwongen tot seksuele handelingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte de woning van het slachtoffer is binnengegaan en haar onder druk heeft gezet door te dreigen met de openbaarmaking van compromitterende foto's. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer als betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door getuigenverklaringen en forensisch bewijs, waaronder een condoom en letsel dat door een arts is vastgesteld. De verdachte heeft ontkend dat de seksuele handelingen onder dwang hebben plaatsgevonden, maar de rechtbank heeft deze ontkenning verworpen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en een proeftijd van 3 jaren. Daarnaast is de verdachte verplicht gesteld om een schadevergoeding van € 1.500,- aan het slachtoffer te betalen, vermeerderd met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/850456-11
Uitspraak d.d. 2 januari 2012
Tegenspraak dip / oip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] (Turkije) op [1979],
wonende te [plaats, adres],
thans gedetineerd in het huis van bewaring Almere-Binnen, te Almere.
Raadsvrouw: mr. C. Stroobach, advocaat te Amsterdam.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 31 augustus 2011, 12 oktober 2011 en 19 december 2011.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd, dat:
1.
hij in of omstreeks de nacht van 26 april 2011 op 27 april 2011, te Doetinchem,
in ieder geval in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer],
heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, (mede) bestaande uit het
seksueel binnendringen van haar lichaam,
te weten het brengen van zijn penis in haar vagina,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- tegen de zin van die [slachtoffer] haar woning is binnengegaan en/of daar binnen
is gebleven en/of
- die [slachtoffer] bij haar keel heeft gepakt en/of tegen de muur en/of een deur
heeft gedrukt en/of aan haar haren heeft getrokken en/of heeft geslagen en/of
- die [slachtoffer] haar slaapkamer heeft ingeduwd en/of op haar bed heeft
geduwd/gedrukt en/of
- (het lichaam van) die [slachtoffer] in bedwang heeft gehouden (o.m. door op haar
te gaan zitten) en/of
- aan de (verbale en/of non-verbale) protesten van die [slachtoffer] voorbij is
gegaan en/of
- die [slachtoffer] gedeeltelijk heeft ontkleed en/of
- getracht heeft een condoom om zijn penis te doen en/of
- de benen van die [slachtoffer] heeft gespreid (en daar tussen is gaan liggen)
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij (op één of twee tijdstippen) op of omstreeks 22 mei 2011, te Doetinchem,
in ieder geval in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer],
heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, (mede) bestaande uit het
seksueel binnendringen van haar lichaam,
te weten het brengen van zijn penis in haar vagina,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] haar slaapkamer in heeft geduwd en/op haar bed heeft
geduwd/gedrukt en/of
- (het lichaam van) die [slachtoffer] in bedwang heeft gehouden (o.m. door op haar
te gaan zitten) en/of
- aan de (verbale en/of non-verbale) protesten van die [slachtoffer] voorbij is
gegaan en/of
- die [slachtoffer] heeft geboden zich stil te houden en/of
- een condoom om zijn penis te doen en/of
- die [slachtoffer] gedeeltelijk heeft ontkleed en/of
- één of meerdere foto's van de (deels) ontklede [slachtoffer] heeft gemaakt,
althans ten opzicht van die [slachtoffer] heeft gesuggereerd en/of gezegd dat hij
die compromitterende foto's van haar had gemaakt en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft gedreigd met openbaarmaking van die foto's (binnen
de familie en/of binnen de Doetinchemse en/of Turkse gemeenschap) indien zij
geen seksueel contact met hem zou hebben;
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
3.
hij op of omstreeks 23 mei 2011, te Doetinchem, in ieder geval in Nederland,
door geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld
en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en),
[slachtoffer],
heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, (mede) bestaande uit het
seksueel binnendringen van haar lichaam,
te weten het brengen van zijn penis in haar vagina en/of haar mond,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging
met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte
- tegenover die [slachtoffer] heeft gedreigd met openbaarmaking (binnen de
familie en/of binnen de Doetinchemse en/of Turkse gemeenschap) van
compromitterende foto's die hij (de dag daarvoor) van die [slachtoffer] zou
hebben gemaakt, althans tegen haar zei te hebben gemaakt, indien zij geen
seksueel contact met hem zou hebben;
en/of (aldus) voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op dinsdag 10 mei 2011 heeft [slachtoffer], aangifte gedaan van verkrachting gepleegd op 26 april 2011 gepleegd door [verdachte]. Op woensdag 24 mei 2011 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting gepleegd tussen 22 en 24 mei 2011 door [verdachte].
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van de feiten 1, 2 en 3 op het standpunt gesteld dat deze feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard. Daarbij heeft zij zich gebaseerd op de aangiftes van [slachtoffer], de getuigenverklaringen van [getuige A], [getuige B] en de zussen van [slachtoffer]. Daarbij komt de medische verklaring over het letsel waaronder de bijtplek en de brief die [slachtoffer] heeft moeten ondertekenen. Daarbij komt dat is komen vast te staan dat verdachte aantoonbaar heeft gelogen over de brief, over de vraag wanneer verdachte voor het laatst seks heeft gehad met [slachtoffer] en over de vraag wanneer verdachte voor het laatst bij [slachtoffer] thuis is geweest.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft betoogd dat verdachte dient te worden vrijgesproken van de aan hem tenlastegelegde feiten. Het kan kloppen dat er sperma is aangetroffen, maar het staat niet vast van wie dat sperma is. Verdachte heeft voorts weliswaar verklaard dat hij seks heeft gehad met [slachtoffer], maar niet dat dit onder dwang heeft plaatsgevonden.
Omdat [slachtoffer] bang was de steun van haar familie te verliezen en dat verdachte de kinderen zou ontvoeren, heeft zij aangifte gedaan tegen verdachte. Die aangifte is vals. De verbalisanten hebben na de eerste verkrachting, behalve een bijtplek, geen letsel bij [slachtoffer] geconstateerd. Het letsel dat blijkt uit de letselverklaring en de foto's komt niet overeen met de verklaring van [slachtoffer] dat zij bij haar keel is gegrepen, met de vuist is geslagen en dat er aan haar haar is getrokken.
Uit de bevindingen in het dossier blijkt niet dat er naaktfoto's zijn van [slachtoffer] en dat verdachte haar daarmee zou hebben gechanteerd. Dat [slachtoffer] een vernielde camera aan de politie heeft overhandigd, bewijst niet dat verdachte die camera heeft vernield of dat hij van [slachtoffer] naaktfoto's heeft gemaakt. [naam] heeft verklaard dat zij geen naaktfoto's heeft gezien van [slachtoffer].
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
Op dinsdag 10 mei 2011 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachting gepleegd op 26 april 2011 in haar woning in [plaats aan adres] gepleegd door verdachte.2 [slachtoffer] heeft verklaard dat zij met verdachte gehuwd was en dat hij op 15 augustus 2010 de echtelijke woning heeft verlaten. Volgens [slachtoffer] heeft verdachte haar op 26 april 2011 gebeld om over het huwelijk te praten. Omdat [slachtoffer] niet in de woning wilde afspreken, heeft zij voorgesteld bij een praktijk in de buurt af te spreken. Een afspraak buiten de woning heeft niet plaatsgevonden. [slachtoffer] heeft later die avond de voordeur opengedaan waarna verdachte de woning binnen kwam. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar bij de keel heeft gegrepen, tegen de deur van de berging heeft gedrukt en de voordeur heeft dichtgedaan. Volgens [slachtoffer] heeft verdachte haar bij haar haar gegrepen en naar de bank gesleurd.3 Toen verdachte naar boven ging, heeft [slachtoffer] geprobeerd hem tegen te houden omdat zij niet wilde dat verdachte naar de kinderen zou gaan. Volgens [slachtoffer] heeft verdachte haar boven in de slaapkamer op het bed geduwd en heeft haar een paar klappen gegeven. Volgens [slachtoffer] heeft verdachte haar kleding uitgedaan en probeerde hij een condoom om te doen maar dat lukte niet. [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte het anaal wilde doen maar dat dat niet lukte. Volgens [slachtoffer] heeft verdachte daarna zijn penis in haar vagina gestopt en is hij in haar klaargekomen.4 [slachtoffer] heeft verklaard dat zij de politie heeft gebeld die ook bij haar thuis is gekomen.5 De verbalisanten hebben op 26 april 2011 op de schouder van [slachtoffer] een bijtplek dan wel een zuigzoen gezien.6 Op woensdag 27 april 2011 heeft een informatief gesprek zeden plaatsgevonden met [slachtoffer].7 Tijdens dit gesprek heeft [slachtoffer] verklaard dat zij door verdachte is verkracht met gebruikmaking van geweld. De verbalisanten hebben een condoom en een hoeslaken veilig gesteld.8 9
[getuige C], een schoonzus van [slachtoffer], heeft verklaard dat [slachtoffer] haar heeft verteld dat verdachte haar heeft geslagen, met geweld of dwang haar kleding heeft uitgedaan en haar heeft gedwongen tot seksuele omgang. Dat was volgens [getuige C] op 27 april 2011 omdat zij met [slachtoffer] is meegegaan naar de politie en het ziekenhuis. [getuige C] heeft verklaard dat zij een blauwe plek onder de oksel van [slachtoffer] heeft gezien.10
[getuige D], een zus van [slachtoffer], heeft verklaard dat zij op 27 april 2011 met [slachtoffer] naar het ziekenhuis is geweest omdat [slachtoffer] onderzocht moest worden. [getuige D] heeft verklaard dat [slachtoffer] haar heeft verteld dat verdachte haar bij hals en de haren heeft gegrepen en haar op het bed heeft geduwd. [getuige D] heeft verklaard dat zij letsel heeft gezien aan haar hals en schouders.11
De arts heeft bij foto 2 opgemerkt: "suspect voor bijtwond".12 Bij foto 6 heeft de arts opgemerkt: "suspect voor krabeffect".13
Nadat verdachte bij de politie eerst verklaard heeft, dat hij na augustus 2010 geen seks meer heeft gehad met [slachtoffer],heeft hij ter gelegenheid van de behandeling van de vordering gevangenhouding in de raadkamer d.d. 9 juni 2011 op de vraag of hij in april 2011 en mei 2011 seks heeft gehad met aangeefster geantwoord: "Ja, in haar woning".
Feiten 2 en 3
Op 25 mei 2011 heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van verkrachtingen gepleegd tussen 22 mei 2011 en 24 mei 2011 in haar woning in [plaats aan adres] gepleegd door verdachte.14
[slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte haar op zondag 22 mei 2011 heeft gebeld omdat hij het goed wilde maken.15 Verdachte heeft [slachtoffer] overgehaald om met haar te praten. 's Avonds kwam verdachte op bezoek en stelde voor om in de woonkamer te praten.16 Verdachte liep later naar boven toe, hij zei dat hij bij de kinderen wilde gaan kijken. [slachtoffer] liep achter verdachte aan de trap op. Verdachte is rechtstreeks naar de slaapkamer van [slachtoffer] gelopen. Hier begon hij haar te omhelzen en gaf haar een kus op de wang. Verdachte duwde [slachtoffer] op het bed en hij sprong op haar. Hij heeft haar toen van boven bloot gemaakt. Hij trok haar trui en haar beha uit. Verdachte zei [slachtoffer] dat ze haar mond moest dichthouden, hij zei dat als zij ging schreeuwen haar zoon het zou horen en zien. Verdachte begon [slachtoffer] te knuffelen. Verdachte pakte hierna iets van zijn kleiding af, terwijl hij [slachtoffer] met één hand vast hield. [slachtoffer] zag drie keer een flits.17 Verdachte heeft [slachtoffer]s bovenlijf gefotografeerd, haar buik, haar borsten en haar gezicht. Verdachte zei hierna dat [slachtoffer] moest luisteren, omdat hij anders de foto's naar haar broers en zussen zou sturen. Hierna zei verdachte dat als [slachtoffer] de foto's wilde hebben, zij seks met hem moest hebben. Toen de foto's gemaakt werden was [slachtoffer] helemaal naakt. Verdachte zat op haar buik met zijn benen aan beide kanten van [slachtoffer]. Na het maken van de foto's hebben verdachte en [slachtoffer] seks gehad.18 Verdachte zei dat ze het fototoestel zou krijgen als zij seks met hem zou hebben. Verdachte is met zijn penis in haar vagina geweest. Hij heeft hierbij een condoom gebruikt. Verdachte is in het condoom klaargekomen. Hij heeft het condoom afgedaan en zijn penis schoongemaakt met [slachtoffer]s onderbroek. Hierna moest [slachtoffer] bij verdachte gaan liggen. Als [slachtoffer] iets verkeerds deed dreigde verdachte de foto op de moskee in Doetinchem te plakken of per post naar [slachtoffer]s broer te sturen. Op een gegeven moment hebben ze weer seks gehad.19 Verdachte is weer met zijn penis in de vagina van [slachtoffer] geweest. Dit was zonder condoom. [slachtoffer] moest verdachte ook kussen en knuffelen. Hij is in de onderbroek van [slachtoffer] klaargekomen. Hij zei toen dat [slachtoffer] zich moest aan kleden en ze zijn naar beneden gegaan. Verdachte wilde de fotocamera nog niet afgeven, [slachtoffer] moest nog een brief schrijven over de omgang met de kinderen, haar eerdere aangifte en de alimentatie. Als [slachtoffer] dat niet zou doen, dan zou verdachte de foto's aan haar broers sturen.20 Rond drie uur is verdachte weggegaan.21
Op 24 mei 2011 belde verdachte weer met [slachtoffer]. Hij zei tegen haar dat ze de deur open moest doen, omdat hij er aan kwam. Toen verdachte bij [slachtoffer] was wilde hij weer naar boven. [slachtoffer] gaf aan dat haar zoon in haar bed sliep. Verdachte zei tegen haar dat ze seks met hem moest hebben.22 Verdachte liep naar de slaapkamer van hun zoon en zei tegen [slachtoffer] dat ze het daar zouden doen. [slachtoffer] vond het niet leuk dat ze seks met verdachte moest hebben. Ze zei dat zij niet naar boven wilde. Op de slaapkamer van de zoon heeft verdachte de matras van het bed op de grond gelegd en tegen [slachtoffer] gezegd dat zij zich moest uitkleden. Zij heeft zichzelf uitgekleed en verdachte heeft ook zijn kleren uitgetrokken. [slachtoffer] vroeg of verdachte de camera bij zich had. Verdachte zei dat hij deze in de auto had liggen, maar dat [slachtoffer] eerst seks met hem moest hebben en dat hij daarna de camera op zou halen. Verdachte begon [slachtoffer] te knuffelen en zij moest meewerken. Zij moest alles doen wat hij zei. Zij moest zijn penis in de mond nemen.23 Verdachte zei dat als zij het niet deed hij wel weg zou gaan. Hij begon haar weer te chanteren met de camera. [slachtoffer] vond het heel erg en ging bijna kotsen, hierna hoefde zij het niet meer te doen van verdachte. Toen begon hij [slachtoffer] weer te kussen en is hij met zijn penis in haar vagina geweest. Verdachte is niet in [slachtoffer] klaargekomen. Hij heeft zijn penis aan haar onderbroek afgeveegd. Deze onderbroek heeft [slachtoffer] aan de technische recherche overhandig. Hierna heeft verdachte zichzelf aangekleed en de matras opgeruimd. Beneden gaf verdachte aan dat hij [slachtoffer] de volgende dag de camera zou brengen.24
De volgende dag is verdachte weer bij [slachtoffer] langsgekomen. Hij had een camera bij zich, dit leek dezelfde camera. Hij heeft de camera met zijn handen kapot gemaakt en het rolletje eruit getrokken. Het rolletje heeft hij achter in de tuin in de zandbak verbrand. Later heeft [slachtoffer] verdachte gebeld. Verdachte gaf toen aan dat hij niet de echte camera had gegeven.25
Op 25 mei 2011 heeft [slachtoffer] een slipje en een vernielde wegwerpcamera overhandigd aan de politie. De slip heeft als SIN-nummer [nummer] gekregen.26
De onderbroek met SIN-nummer [nummer] is onderzocht op de mogelijke aanwezigheid van sperma. Tijdens het aanstralen met een forensische lichtbron zag de verbalisant aan de achterzijde van de onderbroek een grote en enkele kleine vlekken oplichten. Op de onderbroek werden twee tests op aanwezigheid van sperma uitgevoerd. Beide testen gaven een positieve indicatie op aanwezigheid van sperma.27
[getuige B], een zus van [slachtoffer], heeft verklaard dat [slachtoffer] haar heeft verteld wat er in mei 2011 is gebeurd tussen verdachte en [slachtoffer].28 Nadat het gebeurd was, is zij samen met de andere vrouwen van de familie naar [slachtoffer] gegaan.29 [slachtoffer] vertelde dat ze 100% zeker wilde weten dat de foto's weg waren. Toen hebben de vrouwen tegen [slachtoffer] gezegd dat zij verdachte moest opbellen en zeggen dat ze niet bij elkaar waren. [slachtoffer] had de telefoon tijdens het gesprek met verdachte op de intercom gezet, zodat iedereen kon meeluisteren. Verdachte zei dat hij de foto's niet verbrand had, het verbrande toestel was leeg en het volle toestel zat in de auto. Verdachte zei dat hij de foto's aan iedereen zou laten zien.30
[getuige D] heeft verklaard dat zij na de tweede verkrachting is gebeld en samen met [slachtoffer], haar zussen en schoonzussen bij [slachtoffer] thuis bij elkaar zijn gekomen.31 [slachtoffer] vertelde dat verdachte haar chanteerde met naaktfoto's. Zij heeft een telefoongesprek meegekregen tussen [slachtoffer] en verdachte, waarin verdachte aangaf de foto's nog niet te hebben verbrand, maar nog thuis te hebben.32
Verdachte heeft ter terechtzitting van 19 december 2011 naar aanleiding van het onder 2 en 3 ten laste gelegde verklaard dat hij geslachtsgemeenschap heeft gehad met [slachtoffer].
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
De rechtbank acht de ten laste gelegde feiten wettig en overtuigend bewezen. Hierbij is het volgende van belang.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer], gelet op de gedetailleerdheid en consistentie, betrouwbaar zijn. [slachtoffer] heeft nog op de avond van 26 april 2011 de politie gebeld en in mei heeft ze slechts twee dagen later aangifte gedaan van de verkrachtingen. De politie heeft een bijtplek dan wel een zuigplek gezien op de schouder van [slachtoffer]. [slachtoffer] heeft een condoom overhandigd aan de politie. Een dag later is [slachtoffer] onderzocht in het ziekenhuis en is door een arts letsel waargenomen dat lijkt op een bijtwond en een krabwond. Het op 26 april 2011 aan de politie overhandigde condoom en het door een arts geconstateerde en gefotografeerde letsel en de op 25 mei 2011 overhandigde onderbroek ondersteunen de verklaringen van [slachtoffer]. [slachtoffer] heeft ook [getuige C] en [getuige D] verteld over de verkrachtingen. [getuige C] en [getuige D] hebben bovendien letsel gezien bij [slachtoffer]. Dat [slachtoffer] [getuige A], [getuige C] en [getuige D] heeft verteld over de verkrachtingen ondersteund ook de verklaringen van [slachtoffer]. Ook hebben [getuige D] en [naam] het telefoongesprek gehoord tussen [slachtoffer] en verdachte waarin gesproken wordt over de foto's.
De rechtbank gaat voor wat betreft de datum, de plaats en de wijze waarop de verkrachting heeft plaatsgevonden dan ook uit van de verklaringen van [slachtoffer]. Dat er seksuele handelingen tussen beiden hebben plaatsgehad, vindt ook steun in de eigen verklaringen van verdachte. Aan dat deel van de verklaring van verdachte bij de raadkamer d.d. 9 juni 2011 en ter terechtzitting van 19 december 2011 dat - kort gezegd - de seks met zijn ex-echtgenoot telkens met haar instemming plaats heeft gevonden, gaat de rechtbank gelet op de bovenstaande bewijsmiddelen echter voorbij.
De raadsvrouw heeft betoogd dat [slachtoffer] aangifte heeft gedaan van verkrachting omdat zij bang was dat verdachte de kinderen zou ontvoeren en voor verslechtering van haar relatie met haar familie. De rechtbank beoordeelt dat als volgt. Dat [slachtoffer] bang is geweest om haar kinderen is niet vreemd. [slachtoffer] en verdachte zijn immers verwikkeld geweest in een echtscheiding en de totstandkoming en de nakoming van de omgangsregeling is niet zonder slag of stoot verlopen, zo blijkt uit de verklaringen van verdachte zelf en van [slachtoffer]. Dat [slachtoffer] bang was dat de perikelen rondom de echtscheiding gevolgen zouden kunnen hebben voor haar relatie met haar familie is op zich begrijpelijk. Dit doet in de visie van de rechtbank niet af aan de betrouwbaarheid van de aangifte van [slachtoffer]. Bij deze stand van zaken kan dan ook niet met succes worden betoogd dat de aangifte niet zou kunnen dienen als basis voor de bewezenverklaring.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de nacht van 26 april 2011 op 27 april 2011, te Doetinchem, door geweld en andere feitelijkheden, [slachtoffer], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen van zijn penis in haar vagina, en bestaande dat geweld of die andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- tegen de zin van die [slachtoffer] haar woning is binnengegaan en daar binnen is gebleven en
- die [slachtoffer] bij haar keel heeft gepakt en tegen de muur en/of een deur heeft gedrukt en aan haar haren heeft getrokken en heeft geslagen en
- die [slachtoffer] haar slaapkamer heeft ingeduwd en op haar bed heeft geduwd/gedrukt en
- (het lichaam van) die [slachtoffer] in bedwang heeft gehouden (o.m. door op haar
te gaan zitten) en
- aan de verbale en non-verbale protesten van die [slachtoffer] voorbij is gegaan en
- die [slachtoffer] gedeeltelijk heeft ontkleed en
- getracht heeft een condoom om zijn penis te doen en
- de benen van die [slachtoffer] heeft gespreid (en daar tussen is gaan liggen)
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
2.
hij op twee tijdstippen op 22 mei 2011, te Doetinchem, door geweld en andere feitelijkheden en bedreiging andere feitelijkheden, [slachtoffer], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen van zijn penis in haar vagina, en bestaande dat geweld, die andere feitelijkheden en die bedreiging met andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- die [slachtoffer] haar slaapkamer in heeft geduwd en op haar bed heeft geduwd/gedrukt en
- (het lichaam van) die [slachtoffer] in bedwang heeft gehouden (o.m. door op haar te gaan zitten) en
- aan de (verbale en/of non-verbale) protesten van die [slachtoffer] voorbij is gegaan en
- die [slachtoffer] heeft geboden zich stil te houden en
- een condoom om zijn penis te doen en
- die [slachtoffer] gedeeltelijk heeft ontkleed en
- één of meerdere foto's van de (deels) ontklede [slachtoffer] heeft gemaakt, althans ten opzicht van die [slachtoffer] heeft gesuggereerd en gezegd dat hij die compromitterende foto's van haar had gemaakt en
- tegen die [slachtoffer] heeft gedreigd met openbaarmaking van die foto's (binnen de familie en binnen de Doetinchemse en Turkse gemeenschap) indien zij geen seksueel contact met hem zou hebben
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan;
3.
hij op 23 mei 2011, te Doetinchem, door geweld en andere feitelijkheden en bedreiging andere feitelijkheden, [slachtoffer], heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van haar lichaam, te weten het brengen van zijn penis in haar vagina, en bestaande dat geweld, die andere feitelijkheden en die bedreiging met andere feitelijkheden hierin dat verdachte
- tegenover die [slachtoffer] heeft gedreigd met openbaarmaking (binnen de familie en/of binnen de Doetinchemse en Turkse gemeenschap) van compromitterende foto's die hij (de dag daarvoor) van die [slachtoffer] zou hebben gemaakt, althans tegen haar zei te hebben gemaakt, indien zij geen seksueel contact met hem zou hebben;
en aldus voor die [slachtoffer] een bedreigende situatie heeft doen ontstaan.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
feit 1 en 3, telkens: verkrachting;
feit 2: verkrachting, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren met aftrek van de tijd door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht. De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige feiten die grote beroering teweegbrengen in het leven van het slachtoffer en in bredere zin in de maatschappij. Verdachte heeft ernstig seksueel misbruik gemaakt van het slachtoffer en op grove en gemene wijze inbreuk gemaakt op haar lichamelijke integriteit.
De raadsvrouw heeft aangevoerd dat er rekening moet worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Verzocht is om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf overeenkomstig het voorarrest en daarnaast een voorwaardelijke straf en mogelijk nog een taakstraf. Bij de voorwaardelijke straf zou een langere proeftijd dan de gebruikelijke twee jaar kunnen worden opgelegd om zo mogelijk kans op recidive in te perken. Verdachte zou hierdoor zijn baan behouden, met zijn problemen aan de gang kunnen gaan en helpen bij de opvoeding van zijn kinderen. Daarnaast heeft de raadsvrouw aangevoerd dat verdachte vrijwillig onder behandeling van GGNet is gegaan. Verdachte wil deze behandeling na zijn vrijlating voortzetten.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het meermalen op grove wijze verkrachten van zijn ex-partner, door haar onder meer met geweld en door chantage tegen haar uitdrukkelijke wil seksueel binnen te dringen. Verdachte heeft met het plegen van deze handelingen een zeer ernstige inbreuk gemaakt op de lichamelijke en geestelijke integriteit van zijn ex-partner. De rechtbank rekent het de verdachte zwaar aan dat de handelingen hebben plaatsgevonden in de woning van het slachtoffer, een plaats waar men zich normaal gesproken veilig hoort te voelen.
Het is daarnaast een feit van algemene bekendheid dat gedragingen zoals door verdachte gepleegd een enorme impact heeft op het slachtoffer en in veel gevallen tot psychische schade leiden waar het slachtoffer nog lange tijd last van heeft. Uit het voegingsformulier benadeelde partij blijkt ook dat de verkrachtingen bij het slachtoffer angst, schaamte en vernedering tot gevolg heeft gehad.
De rechtbank houdt tevens rekening met het omtrent verdachte uitgebrachte Pro Justitia rapport.33 Uit het rapport blijkt dat bij verdachte sprake is van een ziekelijke stoornis van de geestvermogens in de vorm van een aanpassingsstoornis in emoties en gedrag. Het is niet uit te sluiten dat de gediagnosticeerde stoornis (ten hoogste) enige invloed heeft gehad op verdachtes gedragingen.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een gevangenisstraf van na te noemen duur. Een deel van de gevangenisstraf zal voorwaardelijk worden opgelegd, teneinde verdachte ervan te weerhouden andermaal strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal voorts de bijzondere voorwaarden stellen, dat verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die hem zullen worden gegeven door of namens de reclassering, ook als dit inhoudt dat verdachte zich ambulant zal laten behandelen door GGNet of soortgelijke instelling.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij A. [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 4.010,-- gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering voor de immateriële schade kan worden toegewezen. De vordering ten aanzien van de materiële kosten dient niet-ontvankelijk verklaard te worden, omdat dit geen rechtstreekse schade veroorzaakt door het strafbare feit betreft.
De raadsvrouw heeft primair gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering, nu door de raadsvrouw vrijspraak is bepleit. Subsidiair heeft de raadsvrouw gesteld dat de schadeposten voor de materiële schade onvoldoende zijn onderbouwd en dat die posten daarom niet moeten worden toegekend.
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde partij in haar vordering tot vergoeding van de materiële schade niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Naar oordeel van de rechtbank is onvoldoende aannemelijk dat er sprake is van een rechtstreeks verband tussen de gevorderde schade en de strafbare feiten. De vordering zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard.
De benadeelde partij kan derhalve dat deel van haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen immateriële schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. De rechtbank stelt de hoogte van de immateriële schade, gelet op vergelijkbare zaken, vast op een bedrag van € 1.500,-- en zal de vordering voor dat deel toewijzen. Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank ziet aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som gelds ten behoeve van genoemd slachtoffer.
De rechtbank zal de hierbij op te leggen hechtenis beperken tot vijf dagen. De rechtbank overweegt hiertoe nu gebleken is dat verdachte slechts over (zeer) beperkte financiële middelen beschikt.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 57 en 242 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
feit 1 en 3, telkens: verkrachting;
feit 2: verkrachting, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 (vierentwinting) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 6 (zes) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarden dat veroordeelde:
- zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, zolang deze instelling dit noodzakelijk oordeelt, ook als dit inhoudt dat veroordeelde zich ambulant zal laten behandelen door GGNet of een soortgelijke instelling. De veroordeelde zal zich dan houden aan regels die door of namens de leiding van die instelling zullen worden gegeven;
- zich na zijn invrijheidsstelling op uitnodiging zal melden bij de reclassering en daarna zo frequent als deze instelling dat nodig acht;
- dat veroordeelde op verzoek van de reclassering ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij A. [slachtoffer], wonende te ([postcode]) [plaats, adres], van een bedrag van € 1.500,- (eenduizendvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2011 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* verklaart de benadeelde partij A. [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer A. [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 1.500,- (eenduizend vijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 april 2011, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 5 (vijf) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Kropman, voorzitter, Kleinrensink en Ouweneel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 2 januari 2012.
Mr. Kleinrensink is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0640 2011096901, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, District Achterhoek, gesloten en ondertekend op 25 juli 2011.
2 Proces-verbaal aangifte d.d. 10 mei 2011, p. 24
3 Proces-verbaal aangifte d.d. 10 mei 2011, p. 28
4 Proces-verbaal van aangifte d.d. 10 mei 2011, p. 31
5 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2011, p. 106
6 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 10 mei 2011, p. 108
7 Verslag informatief gesprek zeden d.d. 27 april 2011, p. 35
8 Verslag informatief gesprek zeden d.d. 27 april 2011, p. 35
9 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 4 mei 2011, p. 74
10 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige C] d.d. 26 mei 2011, p. 38-39
11 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige D] d.d. 4 juni 2011, p. 62, 63 en 65
12 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 4 mei 2011, p. 94
13 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 4 mei 2011, p. 95
14 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 145
15 Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 149
16 Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 150
17 Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 151
18 Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 152
19 Proces-verbaal van aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 153
20 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 154
21 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 156
22 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 160
23 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 161
24 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 162
25 Proces-verbaal aangifte d.d. 25 mei 2011, p. 163
26 Proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 30 mei 2011, p. 177
27 Proces-verbaal indicatief onderzoek d.d. 31 mei 2011, p. 174
28 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige B] d.d. 4 juni 2011, p. 54
29 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige B] d.d. 4 juni 2011, p. 56
30 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige B] d.d. 4 juni 2011, p. 57
31 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige D] d.d. 4 juni 2011, p. 63
32 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige D] d.d. 4 juni 2011, p. 64
33 Psychologisch onderzoek Pro Justitia d.d. 30 september 2011