ECLI:NL:RBZUT:2012:BU9883
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kleinrensink
- A. Ouweneel
- J. Kropman
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 2 januari 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van ontuchtige handelingen met twee minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet wettig en overtuigend bewezen kon worden geacht de ten laste gelegde feiten te hebben gepleegd. De zaak kwam voor de rechtbank naar aanleiding van een onderzoek dat plaatsvond op de terechtzitting van 19 december 2011. De aanklacht betrof onder andere het dwingen van een minderjarige, [slachtoffer A], tot seksuele handelingen in augustus 2010, en het plegen van ontuchtige handelingen met een andere minderjarige, [slachtoffer B], in de periode van februari tot april 2009.
De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de beschuldigingen tegen de verdachte. De enige bewijsmiddelen waren de aangifte van [slachtoffer A] en een MSN-gesprek, waarvan de authenticiteit niet kon worden vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten, omdat er geen overtuigend bewijs was dat de verdachte deze handelingen had gepleegd.
Ten aanzien van de beschuldigingen tegen [slachtoffer B] oordeelde de rechtbank dat, hoewel de seksuele handelingen bewezen konden worden, het ontuchtige karakter ontbrak. De rechtbank nam in overweging dat de handelingen op vrijwillige basis plaatsvonden en dat er geen sprake was van een overwicht van de verdachte op [slachtoffer B]. De rechtbank sprak de verdachte ook vrij van de ten laste gelegde feiten met betrekking tot [slachtoffer B].
Daarnaast werd er een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf behandeld, maar de rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in deze vordering, omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank heeft aldus de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten en de vordering tot tenuitvoerlegging afgewezen.