RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummers 06/940299-11 en 06/940215-11
Uitspraak d.d. 18 januari 2012
Tegenspraak / oip
[verdachte],
geboren te [plaats] (Turkije) op [datum] 1969,
wonende te [adres te plaats],
thans verblijvende in het penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) te Zwolle.
Raadsvrouw: mr. Boer, advocaat te Heerde.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 4 januari 2011.
Door de rechtbank is de voeging bevolen van de bij afzonderlijke dagvaardingen onder de parketnummers 06/940299-11 en 06/940215-11 aangebrachte zaken in het belang van het onderzoek.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Inzake parketnummer 06/940215-11
1.
hij op of omstreeks 13 mei 2011 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een fles jenever, in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan [winkel 1], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte (prk.nr. 06-940215-11, incident 1, blz. 91 e.v.);
art 310 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 13 mei 2011 te Epe opzettelijk mishandelend
[slachtoffer 1] eenmaal en/of meermalen in/tegen haar gezicht en/of nek heeft
geslagen en/of haar pols heeft omgedraaid, waardoor die [slachtoffer 1] tegen
een of meer palen/paal is gevallen, waardoor deze [slachtoffer 1] letsel heeft
bekomen en/of pijn heeft ondervonden (prk.nr. 06-940215-11, incident 2, blz.
103 e.v.);
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 14 mei 2011 te Epe opzettelijk en wederrechtelijk een of
meer ruit(en) heeft ingeslagen en/of ingegooid, en/of een of meer fles(sen)
drank kapot heeft gegooid, in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [winkel 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt (prk.nr.
06-940215-11, incident 3, blz. 118 e.v.);
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 12 maart 2011 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een of meer bierkrat(ten), in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 2] in elk geval aan een
ander of anderen dan aan verdachte, welke diefstal werd gevolgd van bedreiging
met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om
bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld
hierin bestond(en) dat verdachte, nadat die [slachtoffer 2] verdachte had
gezegd/gesommeerd om te blijven staan, een schroevendraaier heeft gepakt
en/of die schroevendraaier in de richting van die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] heeft
gehouden en/of een of meer stekende beweging(en) heeft gemaakt in de richting
van die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 2] mondeling heeft toegevoegd "als je me
aanraakt steek ik je", althans woorden van gelijke dreigende aard en/of
strekking (prk.nr. 06-940215-11, incident 4, blz. 45 e.v.);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op of omstreeks 24 maart 2011 te Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening, uit een schuur en/of tuin van de woning [adres 1] aldaar,
heeft weggenomen een of meer krat(en) bier en/of wijn en/of een spijkerbroek,
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 4] in
elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (prk.nr. 06-940215-11,
incident 5, blz. 69 e.v.);
art 310 Wetboek van Strafrecht
6.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 08 maart 2011
t/m 01 juli 2011 te Epe, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening vanaf een woning aan de [adres 2] aldaar heeft weggenomen een of
meer koperen regenpijpen en/of delen van koperen regenpijpen, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (prk.nr.
06-850674-11);
art 310 Wetboek van Strafrecht;
inzake parketnummer 06/940299-11
1.
hij op of omstreeks 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, in
[huisartsenpraktijk] aan de [adres 3] aldaar, opzettelijk en
wederrechtelijk één of meer ruit(en) heeft ingetrapt, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 7], in elk geval aan een ander
of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of
onbruikbaar gemaakt (prk.nr. 06-940299-11);
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, in/uit een woning
aan de [adres 4] aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening
heeft weggenomen een mobiele telefoon en/of een hoeveelheid sieraden en/of een
gouden horloge en/of geld en/of een hoeveelheid (zilveren) munten en/of een of
meer sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
[slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9] in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft
verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
(forceren/verbreken van een ruit van een (voor)deur van die woning) (prk.nr.
06-940299-11);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, uit de tuin van de
woning [adres 5] aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen één of meer elektriciteitskabel(s), in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 10], in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte (prk.nr. 06-940299-11);
art 310 Wetboek van Strafrecht.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
A. Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten, met dien verstande dat verdachte ten aanzien van feit 5 inzake parketnummer 06/940215-11 dient te worden vrijgesproken van het wegnemen van een spijkerbroek en ten aanzien van feit 6 inzake parketnummer 06/940215-11 van het op een eerder tijdstip dan op 1 juli 2011 wegnemen van koperen regenpijpen. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
B. Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank met betrekking tot de inzake parketnummer 06/940215-11 onder 1 en 3 en met betrekking tot de inzake parketnummer 06/940299-11 onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. Ten aanzien van feit 2 inzake parketnummer 06/940215-11 heeft zij vrijspraak bepleit en met betrekking tot de feiten 4, 5 en 6 partiële vrijspraak. Voor feit 3 inzake parketnummer 06/940299-11 is door de raadsvrouw eveneens vrijspraak bepleit.
Ter zitting heeft de raadsvrouw het standpunt van de verdediging ten aanzien van de feiten toegelicht.
C. Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten inzake parketnummer 06/940299-111 en inzake parketnummer 06/940215-112 uit van de volgende feiten en omstandigheden. In het dossier bevinden zich verschillende stukken, zoals hierna zakelijk en verhalenderwijs weergegeven.
Aangezien verdachte ten aanzien van de feiten 1, 5 - met uitzondering van de spijkerbroek - en 6 - voor zover betreffend 1 juli 2011 - inzake parketnummer 06/940215-11 en de feiten 1 en 2 inzake parketnummer 06/940299-11 duidelijk en ondubbelzinnig een bekennende verklaring heeft afgelegd, zal in dit vonnis worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Verdachte heeft ter terechtzitting3 ten aanzien van de bedoelde feiten een bekennende verklaring afgelegd. Daarnaast zijn voor het bewijs voorhanden de aangiften dan wel de verklaringen van [slachtoffer 7]4, [slachtoffer 9]5, [slachtoffer 8]6, [slachtoffer 4], [getuige 1]7,
[getuige 2]8, [getuige 3]9, [slachtoffer 5]10, [slachtoffer 6]11, het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 201112, het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 201113, het proces-verbaal aanhouding d.d. 1 juli 201114
Ten aanzien van feit 3 inzake de diefstal van elektriciteitskabels inzake 06/940299-11.
Op 21 juli 2011 heeft de politie een melding binnengekregen van diefstal van kabels aan de [adres 5] in Vaassen. De politie heeft verdachte aangehouden. Verdachte was op de fiets en had achterop een doos met kabels15. [slachtoffer 10] heeft aangifte16 gedaan van diefstal van elektriciteitskabels op 21 juli 2011. Volgens [slachtoffer 10] zijn de kabels gestolen tussen 08:00 en 08:50 uur. [slachtoffer 10] is die dag om 08:00 uur weggegaan en toen lagen de kabels er nog. Toen hij om 08:50 uur weer thuis kwam waren de kabels weg. [slachtoffer 10] heeft de later door de politie aan hem teruggegeven kabels herkend als zijn kabels17.
Ten aanzien van feit 2 inzake de mishandeling van [slachtoffer 1] (parketnummer 06/940215-11). [slachtoffer 1] heeft aangifte18 gedaan van mishandeling. Zij heeft verklaard dat zij op 13 mei 2011 om ongeveer 23:45 uur op het terras was van het [restaurant] aan [straat] in Epe. Zij is in de auto gaan zitten van [getuige 4] om met hem te kletsen. Volgens [slachtoffer 1] zat [getuige 4] te wachten op [verdachte], een Turkse jongen. [verdachte] en zijn vriendin kwamen naar buiten. [verdachte] zei tegen [slachtoffer 1] dat zij moest opdonderen uit de auto. Volgens [slachtoffer 1] trok [verdachte] haar aan haar arm uit de auto en sloeg haar op haar neus en in haar nek. Daarna pakte [verdachte] haar bij haar pols en draaide deze om waardoor [slachtoffer 1] tegen twee ijzeren palen viel. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij last had van haar nek, haar rechterduim en haar heup. De huisarts van [slachtoffer 1] heeft op 17 mei 2011 schriftelijk verklaard19 dat hij [slachtoffer 1] op 14 mei 2011 heeft onderzocht en dat hij objectief heeft waargenomen: "kneuzing blauwe plek re onderarm 6-7cm, idem bovenbeen/heip 10 cm".
[getuige 4] heeft verklaard20 dat [slachtoffer 1] op 13 mei 2011 bij hem in de auto zat terwijl hij aan het wachten was op [verdachte]. [verdachte] vroeg [slachtoffer 1] de auto te verlaten. Volgens [getuige 4] heeft [verdachte] later in de auto tegen hem gezegd dat hij [slachtoffer 1] met zijn vlakke hand een tikje in haar gezicht had gegeven.
[getuige] heeft verklaard21 dat verdachte ook wel [verdachte] of [verdachte] wordt genoemd. Op 13 mei 2011 zag [getuige] buiten voor haar woning een witte bedrijfsauto staan. In die auto zat een vrouw die naar [getuige] zwaaide. Verdachte is naar buiten gelopen en begon te schreeuwen tegen de vrouw in de auto. [getuige] is toen ook naar beneden gelopen. Volgens [getuige] stapte de vrouw uit de auto. [getuige] weet niet meer wie begonnen is. [getuige] zag dat verdachte de vrouw sloeg, bij haar kleren pakte en haar schopte.
Verdachte heeft verklaard22 dat hij [slachtoffer 1] een paar tikken heeft gegeven in haar gezicht. Verdachte denkt dat het drie tikken zijn geweest.
Ten aanzien van feit 4 inzake parketnummer 06/940215-11.
[slachtoffer 2] heeft aangifte23 gedaan van diefstal met braak en geweld. Op 12 maart 2011 werd [slachtoffer 2] wakker van het opengaan van het buitenhek. [slachtoffer 2] zag een man met een zwarte jas met capuchon zijn terrein op lopen. Vijf seconden later zag [slachtoffer 2] de man met een krat bier in zijn handen het terrein af lopen. [slachtoffer 2] en zijn vrouw zijn naar de voorzijde van de woning gerend. Even later zag [slachtoffer 2] diezelfde man teruglopen in de richting van de woning van [slachtoffer 2]. [slachtoffer 2] heeft de man aangesproken waarop de man een schroevendraaier pakte uit zijn jaszak. De man hield de schroevendraaier met de platte kant naar boven in de richting van [slachtoffer 2] en zijn vrouw. [slachtoffer 2] voelde zich bedreigd en had het idee dat de man hem zou steken als [slachtoffer 2] de man zou vast pakken. Volgens [slachtoffer 2] zei de man: "als je me aanraakt steek ik je". Op de markt heeft de man [slachtoffer 2] nogmaals bedreigd door met de schroevendraaier naar [slachtoffer 2] te wijzen. Bij [slachtoffer 2] waren twee kratten bier gestolen. [slachtoffer 2] heeft bij de dansschool op een winkelwagentje twee volle kratten bier aangetroffen. [slachtoffer 2] dacht dat het zijn kratten bier waren. De man had volgens [slachtoffer 2] een getinte huidskleur, een Turks of Marokkaans uiterlijk, een slank postuur, zwart haar, aan mager gezicht met uitstekende jukbeenderen en was ongeveer 1.85 meter lang.
[slachtoffer 3] heeft verklaard24 dat zij het hek met een knal open hoorde gaan. Nadat haar man een onbekende man op het erf zag lopen, is [slachtoffer 3] naar beneden gegaan en zag zij de man aan de achterkant. Hij had een zwarte jas aan met capuchon met een bontkraag. De man had iets zwaars in zijn handen. Volgens [slachtoffer 3] is zij achter de man aangerend. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat zij na tien minuten de man weer zag aan de overkant van de straat. [slachtoffer 3] is met haar man naar de onbekende man toegelopen. De man haalde uit zijn zak een lange schroevendraaier waarmee hij stekende bewegingen maakte naar de man van [slachtoffer 3]. De man zei tegen [slachtoffer 3] en haar man: "Je zit me vals te beschuldigen, kijk maar uit want ik steek je!" Volgens [slachtoffer 3] is de man toen weggerend naar de markt. Eenmaal op de markt heeft de man nog een keer stekende bewegingen met de schroevendraaier gemaakt in de richting van de borst van de man van [slachtoffer 3]. [slachtoffer 3] heeft de twee kratten bier teruggevonden bij de boom in de tuin aan de overkant. [slachtoffer 3] heeft de onbekende man omschreven. Hij had een grauw, bottig en hoekig gezicht, zwart, krullend, naar achterdragend vet haar, een slank postuur, leeftijd tussen de 40-45 en ongeveer 1.75 meter. [slachtoffer 3] heeft uit een fotoselectie van 12 personen verdachte herkend als de man die twee kratten bier uit haar tuin heeft gestolen en haar en haar man heeft bedreigd25.
Verdachte heeft ter terechtzitting bekend dat hij de twee kratten bier uit de tuin van de woning van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] heeft gestolen.
Overwegingen met betrekking tot het bewijs
Ten aanzien van feit 3 inzake de diefstal van elektriciteitskabels (parketnummer 06/940299-11) heeft verdachte op 21 juli 2011 verklaard26 dat hij de elektriciteitskabels al een tijdje had. Op 22 juli 2011 heeft verdachte verklaard27 dat hij de kabels had gevonden langs de weg bij oud vuil. De rechtbank acht, ondanks de ontkenning van verdachte, wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 21 juli 2011 de twee elektriciteitskabels heeft gestolen uit de tuin van de woning van [slachtoffer 10] aan de [adres 5] in Vaassen. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 10] dat hij op 21 juli 2011 om 08:00 uur is weggegaan, de kabels er toen nog lagen en dat toen hij om 08:50 uur weer thuis kwam de kabels weg waren. Uit het proces-verbaal van bevindingen volgt dat verdachte tussen het tijdstip van 09.03 uur en nadat hij bij de huisartsenpraktijk was weggefietst om 09.20 uur is gezien met verlengsnoeren op zijn fiets. Verdachte is om 09:40 uur aangehouden met de elektriciteitskabels in zijn bezit. Tussen het bezoek van verdachte aan de huisartsenpraktijk om ongeveer 09:00 uur en het moment van aanhouding heeft verdachte ingebroken bij [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8]. [slachtoffer 8] heeft verdachte in haar woning gezien om omstreeks 09:30 uur. Mede gelet op het korte tijdsbestek is niet aannemelijk geworden dat iemand anders dan verdachte de elektriciteitskabels heeft gestolen en vervolgens heeft weggegooid bij oud vuil en dat verdachte, in dit strakke tijdsbestek, de elektriciteitskabels heeft gevonden bij oud vuil.
Inzake feit 2 van parketnummer 06/940215-11 acht de rechtbank de mishandeling van [slachtoffer 1] wettig en overtuigend bewezen. Verdachte heeft zelf verklaard dat hij [slachtoffer 1] een paar tikken, hij dacht drie, in haar gezicht heeft gegeven. [getuige 4] heeft verklaard dat verdachte in de auto tegen hem heeft gezegd dat verdachte [slachtoffer 1] een tikje heeft gegeven en dat hij daar spijt van had. [getuige 5] heeft verklaard dat verdachte [slachtoffer 1] heeft geslagen en heeft geschopt. Temeer nu verdachte zelf heeft verklaard [slachtoffer 1] te hebben geslagen, ziet de rechtbank geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 1] voor wat betreft het slaan. De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de pols van [slachtoffer 1] heeft omgedraaid waardoor [slachtoffer 1] tegen een of meer palen is gevallen en zal verdachte daarvan vrij spreken. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij last had van haar nek waardoor vaststaat dat zij pijn heeft geleden. Niet aannemelijk is geworden dat [slachtoffer 1] verdachte heeft aangevallen waardoor verdachte zich heeft moeten verdedigen. Uit de verklaringen van [slachtoffer 1] en [getuige] blijkt juist dat verdachte de confrontatie met [slachtoffer 1] heeft opgezocht.
Ten aanzien van feit 4 van parketnummer 06/940215-11 acht de rechtbank de bedreiging met geweld bewezen op grond van de verklaringen van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]. Zowel [slachtoffer 2] als [slachtoffer 3] hebben verklaard dat verdachte een schroevendraaier uit zijn zak heeft gehaald. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte de schroevendraaier in zijn richting heeft gehouden. [slachtoffer 2] voelde zich bedreigd en had het idee dat verdachte hem zou steken als [slachtoffer 2] verdachte zou vast pakken. [slachtoffer 2] heeft verklaard dat verdachte zei: "als je me aanraakt steek ik je". Op de markt heeft verdachte [slachtoffer 2] nogmaals met de schroevendraaier bedreigd. [slachtoffer 3] heeft verklaard dat verdachte met een lange schroevendraaier stekende bewegingen heeft gemaakte naar haar man. Verdachte zei tegen [slachtoffer 3] en haar man: "Je zit me vals te beschuldigen, kijk maar uit want ik steek je!" Op de markt heeft de man nog een keer stekende bewegingen met de schroevendraaier gemaakt in de richting van de borst van de man van [slachtoffer 3]. De rechtbank is van oordeel dat de verklaring van verdachte, dat hij een schroevendraaier uit zijn zak heeft gehaald om de agressie van [slachtoffer 2] te doen stoppen, niet geloofwaardig is.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
Inzake parketnummer 06/940215-11
1.
hij op 13 mei 2011 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een fles jenever, toebehorende aan [winkel 1];
2.
hij op 13 mei 2011 te Epe opzettelijk mishandelend [slachtoffer 1] in/tegen haar gezicht heeft geslagen waardoor deze [slachtoffer 1] pijn heeft ondervonden;
3.
hij op 14 mei 2011 te Epe opzettelijk en wederrechtelijk ruiten heeft ingeslagen en/of ingegooid en flessen drank kapot heeft gegooid, toebehorende aan [winkel 1] en aldus heeft vernield
4.
hij op 12 maart 2011 te Epe met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen bierkratten, toebehorende aan [slachtoffer 2], welke diefstal werd gevolgd van bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welke bedreiging met geweld
hierin bestond dat verdachte, nadat die [slachtoffer 2] verdachte had gezegd/gesommeerd om te blijven staan, een schroevendraaier heeft gepakt en die schroevendraaier in de richting van die [slachtoffer 2] heeft gehouden en stekende bewegingen heeft gemaakt in de richting
van die [slachtoffer 2] en [slachtoffer 2] mondeling heeft toegevoegd "als je me
aanraakt steek ik je";
5.
hij op 24 maart 2011 te Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een schuur van de woning [adres 1] heeft weggenomen kratten bier en wijn, toebehorende aan [slachtoffer 4];
6.
hij op 1 juli 2011 te Epe, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening vanaf een woning aan de [adres 2] heeft weggenomen koperen regenpijpen of delen van koperen regenpijpen, toebehorende aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 6];
inzake parketnummer 06/940299-11
1.
hij op 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, in [huisartsenpraktijk] aan de [adres 3] aldaar, opzettelijk en wederrechtelijk ruiten heeft ingetrapt, geheel of ten dele toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en aldus heeft vernield
2.
hij op 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, uit een woning
aan de [adres 4] aldaar, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft weggenomen een mobiele telefoon en een hoeveelheid sieraden en een
gouden horloge en geld en een hoeveelheid (zilveren) munten en sleutels, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 8] en/of [slachtoffer 9], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak (forceren/verbreken van een ruit van een (voor)deur van die woning);
3.
hij op 21 juli 2011 te Vaassen, gemeente Epe, uit de tuin van de
woning [adres 5] met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen elektriciteitskabels, toebehorende aan [slachtoffer 10].
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezene levert op de misdrijven:
Inzake parketnummer 06/940215-11
feit 3: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 4: diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
inzake parketnummer 06/940299-11
feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen;
feit 2: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak;
Strafbaarheid van de verdachte
Naar de persoon van verdachte is psychiatrisch onderzoek verricht, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport van drs. M. Shakir (psychiater in opleiding) onder supervisie van F. Nhass (psychiater) van 27 december 2011.
De psychiater is tot de conclusie gekomen dat verdachte lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type en dat verdachte afhankelijk is van opioïden (heroïne en methadon). Ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde was er sprake van zowel schizofrenie als afhankelijkheid van opioïden. Voor beide geldt dat dit een chronische ziekelijke stoornis betreft die bij verdachte al op jonge leeftijd is ontstaan. De gedragingen en gedragskeuzes van verdachte ten tijde van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van feit 1 van parketnummer 06/940299-11 en feit 2 van parketnummer 06/940215-11, werden in belangrijke mate beïnvloed door zowel de schizofrenie als de afhankelijkheid van opioïden. Verdachte kan verminderd toerekeningsvatbaar geacht worden.
Met de conclusie van de psychiater dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd, kan de rechtbank zich verenigen en zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte terzake het tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden waarvan zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.
Door de raadsvrouw is aangevoerd dat de gevorderde gevangenisstraf aan de forse kant is en dient te worden gematigd. Verdachte is gemotiveerd voor hulp en opname in een kliniek. Verdachte wil aan zijn verslavingsproblematiek werken en daarna zijn vrouw en kinderen tot steun te kunnen zijn.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks van misdrijven die aan de betrokkenen veel leed en ellende heeft toegebracht. Zonder zich iets aan te trekken van de belangen van anderen, heeft verdachte in een korte tijd de ruiten in een huisartsenpraktijk vernield, ingebroken in de woning van [slachtoffer 9] en [slachtoffer 8] en heeft hij kabels gestolen van [slachtoffer 10]. Voor de rechtbank weegt ook zwaar dat nadat verdachte eerst een fles jenever heeft gestolen bij [winkel 1] hij later nog is teruggegaan naar [winkel 1] om wraak te nemen en flinke vernielingen heeft aangericht. Ook de mishandeling van [slachtoffer 1], de bedreiging van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en de diefstallen bij [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] zijn stuk voor stuk ernstige zaken.
In het nadeel van verdachte is dat uit de omvangrijke justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij vaker is veroordeeld voor ernstige strafbare feiten. Verdachte is zelfs recent nog door de politierechter te Zutphen bij vonnis van 19 oktober 2011 veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee weken, voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar voor diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming.
De rechtbank acht daarom een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden. Gelet op de ernstige recidive acht de rechtbank een voorwaardelijk strafdeel niet meer op zijn plaats en zal zij derhalve een hogere straf opleggen dan door de officier van justitie gevorderd. Alles afwegende zal de rechtbank verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.
In beslag genomen voorwerpen
De rechtbank heeft te beslissen wat er moet gebeuren met de in beslag genomen schroevendraaier, fles jenever, fiets, betonschaar en een tas.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de in beslag genomen voorwerpen dienen te worden verbeurd verklaard.
De raadsman heeft bepleit dat met uitzondering van de fles jenever en de schroevendraaier de in beslag genomen goederen kunnen worden teruggeven aan verdachte.
De na te melden in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, volgens opgave van verdachte aan hem toebehorend, zijn naar het oordeel van de rechtbank vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het bewezenverklaarde is begaan of voorbereid dan wel door middel van de strafbare feiten zijn verkregen. De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte. Het betreft de volgende voorwerpen: de schroevendraaier, de fles jenever, de fiets, de betonschaar en een tas.
Vorderingen tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 7] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 225,00 (bestaande uit de kosten van het vervangen van vier ruiten van de huisartsenpraktijk), te vermeerderen met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het feit gepleegd op 21 juli 2011 (feit 1 parketnummer 06/940299-11).
De benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van materiële schade ten bedrage van € 303,46 (bestaande uit de kosten van twee nieuwe haspels), te vermeerderen met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het feit gepleegd op 21 juli 2011 (feit 3 parketnummer 06/940299-11).
De benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van materiële schade ten bedrage van € 196,80 (bestaande uit een spijkerbroek, een verlengkabel, een spade, een haspel, vier lege bierkratten, 2 kratten Heineken bier, vier flessen wijn), te vermeerderen met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het feit gepleegd op 24 maart 2011 (feit 5 parketnummer 06/940215-211).
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding van immateriële en materiële schade ten bedrage van € 344,67 (bestaande uit de kosten van het verkrijgen van een doktersverklaring en immateriële schade van € 300,00), te vermeerderen met de wettelijke rente, gevoegd in het strafproces ten aanzien van het feit gepleegd op 24 maart 2011 (feit 2 parketnummer 06/940215-211).
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 7] ten bedrage van € 225,00 geheel zal worden toegewezen. De vordering bestaat uit de schade die is geleden omdat de ruiten van de huisartsenpraktijk, die door verdachte zijn vernield, moesten worden vervangen. De vordering is onderbouwd en is bovendien redelijk.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] ten bedrage van € 303,46 geheel zal worden toegewezen. De vordering bestaat uit de schade die is geleden doordat twee haspels, ten gevolge van de diefstal van de twee elektriciteitskabels door verdachte, kapot zijn gegaan. [slachtoffer 10] heeft één nieuwe haspel ten bedrage van € 151,73 gekocht. De vordering is onderbouwd en bovendien redelijk.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] ten bedrage van € 44,67 (materiële schade) en € 300,00 (immateriële schade) wordt toegewezen voor zover het betreft de materiële schade ten bedrage van € 44,67 en dat de immateriële schade wordt gematigd tot € 150,00. De vordering is voor dit deel onderbouwd en bovendien redelijk. [slachtoffer 1] dient voor het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De officier van justitie heeft gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] ten bedrage van € 196,80 wordt gematigd tot een bedrag van € 40,00 ter zake van twee kratten Heineken bier en vier flessen witte wijn en dat [slachtoffer 4] voor het overige deel van haar vordering niet-ontvankelijk wordt verklaard.
De officier van justitie heeft met betrekking tot de vorderingen van de vier benadeelde partijen toepassing van de schadevergoedingsmaatregel betoogd en vermeerdering van de vordering met de wettelijke rente.
De raadsvrouwe heeft ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen bepleit dat [slachtoffer 7] niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in zijn vordering omdat de factuur terzake van de vervanging van de ruiten niet op naam van [slachtoffer 7] is gesteld maar op naam van [huisartsenpraktijk] en de verzekering op naam staat van [naam]. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 10] heeft de raadsvrouwe primair bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen in verband met de bepleitte vrijspraak, subsidiair dat de vordering dient te worden afgewezen omdat ten laste is gelegd diefstal van elektriciteitskabels en de kabels aan [slachtoffer 10] zijn teruggegeven en meer subsidiair dat de vordering slechts toewijsbaar is tot een bedrag van € 151,73 zijnde het bedrag van de bijgevoegde factuur voor één haspel. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 4] heeft de raadsvrouwe bepleit dat slechts ten laste is gelegd de diefstal van kratten bier, wijn en een spijkerbroek. Dit betekent dat de vordering voor het overige moet worden afgewezen. Ten aanzien van de spijkerbroek heeft de raadsvrouwe bepleit dat de vordering moet worden afgewezen in verband met de bepleitte vrijspraak. Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft de raadsvrouwe bepleit dat de vordering dient te worden afgewezen in verband met de bepleitte vrijspraak.
Niet, althans onvoldoende, is weersproken dat de benadeelde partij [slachtoffer 7], zoals deze heeft gesteld, als gevolg van het bewezen verklaarde handelen materiële schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag en deze vordering de rechtbank niet ongegrond of onrechtmatig voorkomt, zal deze vordering wat betreft de materiële schade worden toegewezen. Verdachte is voor deze schade naar burgerlijk recht aansprakelijk. Het verweer van de raadsvrouwe treft geen doel nu [slachtoffer 7] deel uit maakt van de [huisartsenpraktijk] en de huisartsenpraktijk kennelijk de schade heeft geleden omdat de factuur ter zake van vervanging van de ruiten aan haar is gericht. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 21 juli 2011.
Wat betreft de door de benadeelde partij [slachtoffer 10] gevorderde materiële schade is de rechtbank van oordeel dat nu deze vordering gemotiveerd is betwist, de behandeling van die vordering een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert. Weggenomen zijn twee elektriciteitskabels terwijl de vordering van [slachtoffer 10] ziet op de vervanging van twee haspels. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 10] in zoverre niet ontvankelijk verklaren in zijn vordering. De benadeelde partij kan derhalve zijn vordering nog aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Ten aanzien van de door de benadeelde partij [slachtoffer 4] gevorderde materiële schade is de rechtbank van oordeel dat deze zal worden toegewezen tot een bedrag van
€ 40,00 ter zake van vier flessen wijn en 2 kratten bier. De rechtbank zal de benadeelde partij [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering nu deze onderdelen niet zijn opgenomen in hetgeen verdachte ten laste is gelegd en verdachte voor wat betreft het wegnemen van de spijkerbroek is vrijgesproken. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 24 maart 2011.
Wat betreft de door de benadeelde partij [slachtoffer 1] gevorderde immateriële en materiële schade is de rechtbank van oordeel dat de materiële schade ten bedrage van € 44,67 zal worden toegewezen. De vordering is ten aanzien van dit deel voldoende onderbouwd en ook redelijk. Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen immateriële schade heeft geleden. Voor deze schade is verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk. De rechtbank stelt de hoogte van de immateriële schade, gelet op vergelijkbare zaken, vast op een bedrag van € 150,-- en zal de vordering voor dat deel toewijzen. Voor het overige zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering. De wettelijke rente zal worden toegewezen vanaf 13 mei 2011.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van na te melden bedrag ten behoeve van genoemde slachtoffers.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 33, 33a, 300, 310, 311, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het inzake parketnummer 06/940215-11 onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 en het inzake parketnummer 06/940299-11 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
Inzake parketnummer 06/940215-11
feit 3: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen;
feit 4: diefstal, gevolgd van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het
oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te
maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
inzake parketnummer 06/940299-11
feit 1: opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielen;
feit 2: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft verschaft door middel van braak;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* verklaart verbeurd de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten: de schroevendraaier, de fles jenever, de fiets, de betonschaar en de tas;
* wijst af de vordering tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 10], [adres te plaats];
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 7], [adres te plaats], van een bedrag van € 225,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2011 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 7] voornoemd, een bedrag te betalen van € 225,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 juli 2011, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 4 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 4], [adres te plaats], van een bedrag van € 40,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 maart 2011 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en verklaart [slachtoffer 4] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4] voornoemd, een bedrag te betalen van € 40,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 maart 2011, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 1 dag hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], [adres te plaats], van een bedrag van € 194,67, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2011 en met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil,en verklaart [slachtoffer 1] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] voornoemd, een bedrag te betalen van € 194,67 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 13 mei 2011, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 3 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Aldus gewezen door mrs. Kropman, voorzitter, Van Valderen en Vos, rechters, in tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 januari 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL0618 2011106607, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal van de politie Regio Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Epe, gedateerd 5 augustus 2011, opgemaakt door verbalisant [naam] (voor zover niet anders is vermeld)
2 Wanneer hierna wordt verwezen naar dossierpagina's, betreft dit delen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal nr. PL0615 2011065253-10, als bijlagen opgenomen bij het stamproces-verbaal van de politie Regio Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Epe, gedateerd 5 augustus 2011, opgemaakt door verbalisant [naam] (voor zover niet anders is vermeld)
3 Verklaring verdachte, proces-verbaal terechtzitting
4 Proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 7] d.d. 21 juli 2011, p. 70-72
5 Proces-verbaal aangifte d.d. 21 juli 2011, p. 47
6 Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 8] d.d. 21 juli 2011, p. 55
7 Proces-verbaal aangifte d.d. 13 mei 2011, p. 91
8 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 2] d.d. 16 mei 2011, p. 95 en 96
9 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 3] d.d. 26 juli 2011, p. 98
10 Proces-verbaal aangifte d.d. 1 juli 2011 door [slachtoffer 5], p. 25-26
11 Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 6] d.d. 4 juli 2011, p. 39
12 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2011, p. 118-119
13 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2011, p. 120-122
14 Proces-verbaal aanhouding d.d. 1 juli 2011, p. 15-16
15 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 juli 2011, p. 37
16 Proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 10] d.d. 21 juli 2011, p. 79-80
17 Proces-verbaal verhoor aangever [slachtoffer 10] d.d. 2 augustus 2011, p. 83
18 Proces-verbaal aangifte door [slachtoffer 1] d.d. 14 mei 2011, p. 103
19 Schriftelijke verklaring [naam], huisarts d.d. 17 mei 2011, p. 107
20 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 4] d.d. 15 mei 2011, p. 108-109
21 Proces-verbaal verhoor getuige [getuige 5] d.d. 15 mei 2011, p.
22 Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 14 mei 2011, p. 113-115
23 Proces-verbaal van aangifte d.d. 12 maart 2011, p. 45-46
24 Proces-verbaal verhoor getuige [slachtoffer 3] d.d. 15 mei 2011, p. 52-55
25 Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2011, p. 62
26 Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 21 juli 2011, p. 87
27 Proces-verbaal verhoor verdachte d.d. 22 juli 2011, p. 90