ECLI:NL:RBZUT:2012:BV2304

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
31 januari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/925018-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Prisse
  • A. van der Hooft
  • J. van de Wetering
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het opslaan en voorhanden hebben van illegaal professioneel vuurwerk

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 31 januari 2012 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het opslaan en voorhanden hebben van een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk zonder de benodigde bevoegdheid of kennis. De verdachte, geboren in 1958 en woonachtig in [plaats, adres], werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. S.M. von Bartheld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte op of omstreeks 31 december 2010 in Twello, in de gemeente Voorst, opzettelijk professioneel vuurwerk had opgeslagen, waaronder mortierbommen, crackers en knalvuurwerk. Dit gebeurde in een niet daartoe bestemde ruimte en in de nabijheid van woningen, wat aanzienlijke risico's met zich meebracht voor zowel de verdachte als derden. De rechtbank vond het zeer kwalijk dat de verdachte onvoldoende stil had gestaan bij de gevaren van het voorhanden hebben van dergelijk vuurwerk.

De officier van justitie had een gevangenisstraf van 18 maanden geëist, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, maar de rechtbank besloot tot een lichtere straf. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 8 maanden en een werkstraf van 240 uren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, die als first offender werd beschouwd, en de richtlijnen voor vergelijkbare delicten. De uitspraak is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Wet milieubeheer, en benadrukt de ernst van het voorhanden hebben van illegaal vuurwerk, dat alleen is voorbehouden aan professionals met gespecialiseerde kennis.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige economische kamer
Parketnummer: 06/925018-11
Uitspraak d.d.: 31 januari 2012
Tegenspraak / dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1958 te plaats],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. S.M. von Bartheld, advocaat te Deventer.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 17 januari 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 31 december 2010, althans in of omstreeks de maand december 2010, te Twello, in de gemeente Voorst, al dan niet opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- 276 stuks mortierbommen, althans een aantal mortierbommen, (artikelnaam Krizak) (bijlage 3) en/of
- 156 stuks mortierbommen, althans een aantal mortierbommen, (artikelnaam op primaire verpakking Jolly Joker) (bijlage 4) en/of
- 347 stuks crackers, althans een aantal crackers, (artikelnaam CKM) (bijlage 5) en/of
- 1480 stuks knalvuurwerk, althans een aantal stuks knalvuurwerk, (artikelnaam KrachmeN FP3X) (bijlage 8) en/of
- 350 stuks lawinepijlen, althans een aantal lawinepijlen, (artikelnaam Signalrakete nr. 901) (bijlage 13) en/of
- 874 stuks knalvuurwerk, althans een aantal stuks knalvuurwerk, (artikelnaam jumbo color thunder) (bijlage 17)
heeft opgeslagen en/of voorhanden heeft gehad.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Bij het Regionale Vuurwerkteam van Team Regionale Recherche te Apeldoorn kwam een MMA-melding binnen, inhoudende dat verdachte handelde in illegaal vuurwerk.2 Op vrijdag 31 december 2010 werd er op het adres van verdachte een onderzoek ingesteld naar de aanwezigheid van illegaal vuurwerk. Bij de doorzoeking van de schuur van verdachte werd vuurwerk aangetroffen.3
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan en baseert zich hierbij op de redengevende feiten en omstandigheden die zijn ontleend aan de volgende bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen;4
- het proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk;5
- het aanvullend proces-verbaal d.d. 7 juni 2011;6
- de bekennende verklaring van verdachte zoals afgelegd bij de politie7 en door hem bevestigd ter terechtzitting.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op 31 december 2010 te Twello, in de gemeente Voorst, opzettelijk, als een ander dan een persoon met gespecialiseerde kennis professioneel vuurwerk, te weten:
- 276 stuks mortierbommen, artikelnaam Krizak en
- 156 stuks mortierbommen, artikelnaam op primaire verpakking Jolly Joker en
- 347 stuks crackers, artikelnaam CKM en
- 1480 stuks knalvuurwerk, artikelnaam KrachmeN FP3X en
- 350 stuks lawinepijlen, artikelnaam Signalrakete nr. 901 en
- 874 stuks knalvuurwerk, artikelnaam jumbo color thunder
heeft opgeslagen en voorhanden heeft gehad.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet
milieubeheer, opzettelijk begaan.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De officier van justitie heeft hiertoe aangevoerd dat het voorhanden hebben van zwaar illegaal vuurwerk ernstige risico's met zich meebrengt. Verder heeft de officier van justitie bij de strafeis rekening gehouden met de richtlijn die van toepassing is op dergelijke delicten, de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de blanco documentatie van verdachte.
De raadsman heeft aangevoerd dat rekening dient te worden gehouden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en de omstandigheden waaronder het feit is begaan. Gelet ook op de straffen die zijn opgelegd in andere min of meer vergelijkbare zaken, dient volstaan te worden met het opleggen van een forse werkstraf, eventueel aangevuld met een voorwaardelijke gevangenisstraf.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft, terwijl hij daartoe niet bevoegd of onderlegd was, een grote hoeveelheid professioneel vuurwerk opgeslagen en voorhanden gehad. Verdachte heeft onvoldoende stil gestaan bij de op zich algemeen bekende gevaren die het opslaan en voorhanden hebben van professioneel vuurwerk in een niet daartoe bestemde ruimte en in de buurt van woningen , met zich mee kunnen brengen. Verdachte heeft zichzelf en derden hierdoor blootgesteld aan de nodige risico's. Dit neemt de rechtbank verdachte zeer kwalijk.
Verdachte heeft het professioneel vuurwerk voorhanden gehad met het doel dit te verkopen aan particulieren. Het gebruik van dergelijk vuurwerk is zeer gevaarlijk en voorbehouden aan professionals, dat wil zeggen personen met gespecialiseerde kennis van vuurwerk. Het afsteken van dergelijk vuurwerk brengt immers ernstige risico's met zich, zowel voor degene die het vuurwerk afsteekt, als ook voor nietsvermoedende omstanders. Daarvan heeft verdachte zich niets aangetrokken.
Ten voordele van verdachte weegt dat hij niet eerder is veroordeeld voor dit soort feiten en daarom als een first offender moet worden beschouwd. Bij de straftoemeting heeft de rechtbank met name ook acht geslagen op straffen die zijn opgelegd in vergelijkbare zaken.
De rechtbank zal gelet op het voorgaande aan verdachte een maximale werkstraf opleggen. Tevens zal de rechtbank aan verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van acht maanden opleggen. Met deze voorwaardelijke straf wordt beoogd verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d en 91 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 1a, 2 en 6 van de Wet op de economische delicten, artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer en artikel 1.2.2 van het Vuurwerkbesluit.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
overtreding van een voorschrift gesteld krachtens artikel 9.2.2.1 van de Wet milieubeheer, opzettelijk begaan
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 8 (acht) maanden;
* bepaalt, dat de gevangenisstraf niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
* veroordeelt de verdachte tot de navolgende taakstraf, te weten:
een werkstraf gedurende 240 (tweehonderdveertig) uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 (honderdtwinting) dagen;
Aldus gewezen door mrs. Prisse, voorzitter, Van der Hooft en Van de Wetering, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Demmers, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 31 januari 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer PL0676 2010189032, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, team milieu, gesloten en ondertekend op 21 februari 2011
2 (Stam)proces-verbaal, dossierpagina 3 en proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina 14
3 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina's 14 t/m 17
4 Proces-verbaal van bevindingen, dossierpagina's 14 t/m 17
5 Proces-verbaal van onderzoek aan inbeslaggenomen vuurwerk, dossierpagina 80 e.v. en bij dit proces-verbaal gevoegde bijlagen 3, 4, 5, 8, 13 en 17
6 Aanvullend proces-verbaal d.d. 7 juni 2011
7 Proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 50 e.v. en proces-verbaal van verhoor, dossierpagina 72 e.v.