ECLI:NL:RBZUT:2012:BW0053

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
27 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940439-11
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • mr. G. Gilhuis
  • mr. A. van der Mei
  • mr. J. van Lookeren Campagne
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van zware mishandeling, diefstal en poging tot diefstal in Apeldoorn

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die beschuldigd werd van zware mishandeling, diefstal en poging tot diefstal. De verdachte was betrokken bij een vechtpartij op 19 oktober 2011 in Apeldoorn, waarbij het slachtoffer, [slachtoffer], zwaar lichamelijk letsel opliep, waaronder breuken in het neusbot en de rechter oogkas. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen het slachtoffer opzettelijk zwaar lichamelijk letsel had toegebracht door hem meermalen te schoppen en te slaan. De rechtbank achtte het bewijs voor de betrokkenheid van de verdachte voldoende, mede op basis van getuigenverklaringen en camerabeelden van de vechtpartij.

Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van meerdere diefstallen, waaronder het stelen van sigaretten en een geldbedrag uit een pand. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de diefstal van sigaretten en een poging tot diefstal, waarbij hij op 1 december 2011 betrapt werd terwijl hij sigaretten uit een winkel probeerde te stelen. De rechtbank vond voldoende bewijs voor deze feiten, waaronder camerabeelden en de bekentenis van de verdachte.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van tien maanden, met aftrek van voorarrest. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op het slachtoffer en de eerdere veroordelingen van de verdachte. Tevens werd het in beslag genomen mes onttrokken aan het verkeer, omdat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940439-11
Uitspraak d.d.: 27 maart 2012
Tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren op [1971 te plaats],
thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Overijssel, HvB Karelskamp, te Almelo.
Raadsvrouw: mr. L. Thomson, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
13 maart 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Hij op of omstreeks 19 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, aan een persoon, (te weten [slachtoffer]), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een of meer breuk(en) in het neusbot en/of de (rechter) oogkas en/of een steekwond in het bovenbeen), heeft toegebracht, door deze [verdachte] opzettelijk meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam te stompen en/of te slaan en/of met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in de liesstreek, althans het bovenbeen, in ieder geval in het onderlichaam te steken en/of te prikken en/of meermalen, althans eenmaal (zogenaamde) knietje(s) tegen het hoofd en/of
het (boven)lichaam te geven;
ALTHANS, dat
Hij op of omstreeks 19 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet die [verdachte] meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd
en/of het lichaam heeft geschopt en/of getrapt en/of meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in de liesstreek, althans het bovenbeen, in ieder geval in het onderlichaam heeft gestoken en/of geprikt en/of meermalen, althans eenmaal (zogenaamde) knietje(s) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam heeft gegeven, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
ALTHANS, dat
Hij op of omstreeks 19 oktober 2011in de gemeente Apeldoorn met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Stationsstraat, in elk geval op of aan een openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijke ruimte, te weten de binnenplaats van Het [opvang daklozen] Apeldoorn, openlijk in vereniging geweld heeft
gepleegd tegen [slachtoffer], welk geweld bestond uit
- het meermalen, althans eenmaal (met kracht) schoppen en/of trappen tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [verdachte], en/of
- het meermalen, althans eenmaal (met kracht) stompen en/of slaan tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [verdachte], en/of
- het meermalen, althans eenmaal geven van (een) (zogenaamd(e) knietje(s) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam van die [verdachte], en/of
- het steken en/of prikken met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in de liesstreek, althans in het bovenbeen, in ieder geval in het onderlichaam van die [verdachte];
ALTHANS, dat
Hij op of omstreeks 19 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk mishandelend [slachtoffer]
- meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam heeft geschopt en/of getrapt, en/of
- meermalen, althans eenmaal (met kracht) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam heeft gestompt en/of geslagen, en/of
- meermalen, althans eenmaal (een) (zogenaamd(e) knietje(s) tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam heeft gegeven, en/of
- met een mes, althans met een scherp en/of puntig voorwerp in de liesstreek, althans het bovenbeen, in ieder geval in het onderlichaam heeft gestoken en/of geprikt, waardoor voornoemde [verdachte] zwaar lichamelijk letsel (een of meer breuk(en) in het neusbot en/of de (rechter) oogkas en/of een steek- / snijwond in de liesstreek/bovenbeen), althans enig lichamelijk letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
2.
Hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 oktober 2011
tot en met 30 november 2011 in de gemeente Apeldoorn (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen (in totaal) 19, althans een of meer slof(fen) sigaretten en/of shag, althans een hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte;
(parketnummer 06.851153/11)
3.
Hij op of omstreeks 1 december 2011 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen twee slof(fen) sigaretten, in ieder geval een hoeveelheid rookwaren, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, hebbende verdachte die slof(fen) sigaretten/rookwaren uit een schap / een stelling van een winkel gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(parketnummer 06.851153/11)
4.
Hij op of omstreeks 7 augustus 2011 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een pand / gebouw heeft weggenomen Euro 15,--, althans een geldbedrag, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [stichting], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
(parketnummer 06.940645/11)
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
Feit 1
Op woensdag 19 oktober 2011 kwam er bij de Meldkamer Oost Nederland de melding binnen dat er een vechtpartij plaatsvond bij het [opvang daklozen] gelegen aan de [adres te plaats]. Ter plaatse trof de politie de latere aangever [slachtoffer] aan, die met een bebloed gezicht heen en weer liep.
Naar aanleiding van de verklaring van [verdachte] werd de medeverdachte [medeverdachte A] ter plaatse aangehouden. Vervolgens zijn de camerabeelden van [opvang daklozen] bekeken en is de verdachte aangehouden. Een derde medeverdachte [medeverdachte B] werd enige tijd later aangehouden.
Feiten 2, 3 en 4
Wat betreft de onder 2, 3 en 4 tenlastegelegde feiten was de aanleiding van het onderzoek telkens gelegen in de ten overstaan van de politie gedane aangiftes.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot vrijspraak van het onder 4 tenlastegelegde feit en tot bewezenverklaring van de onder 1 primair, 2 en 3 tenlastegelegde feiten. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen toegelicht en opgesomd.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsvrouw heeft - kort gezegd - aangevoerd dat de verdachte van de hem onder 1 primair, 1 subsidiair, 1 meer subsidiair, 3 en 4 tenlastegelegde feiten dient te worden vrijgesproken. Ten aanzien van de onder feit 2, tenlastegelegde diefstal op 30 november 2011 dient de verdachte partieel te worden vrijgesproken. Wat betreft de onder 1 meest subsidiair tenlastegelegde mishandeling en de onder feit 2 tenlastegelegde diefstallen op 14 en 15 oktober 2011 zijn voldoende bewijsmiddelen voorhanden om tot een bewezenverklaring te komen.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1
[slachtoffer] heeft op 19 oktober 2011 aangifte gedaan van een poging tot zware mishandeling. Aangever heeft verklaard dat hij die dag bij [opvang daklozen] aan de [adres te plaats] ruzie heeft gehad met drie mannen waarbij hij is geschopt en geslagen. Toen hij daardoor op de grond viel is hij wederom van alle kanten geschopt en geslagen, waarbij hij niet alleen in zijn gezicht is geraakt, maar ook over de rest van zijn lichaam. Dit veroorzaakte pijn en letsel bij aangever.1 Uit een letselverklaring van GGD Gelre-IJssel van 21 oktober 2011 blijkt dat er bij aangever, naast vele bloeduitstortingen in het gezicht, sprake is van breuken in het neusbot, de rechter oogkas en in de bodem van de rechter oogkas.2
Een medewerker van [opvang daklozen], [medewerker], heeft verklaard dat [verdachte] door drie personen is mishandeld, waaronder verdachte. [medeverdachte] heeft gezien dat [verdachte] met gebalde vuisten met kracht in het gezicht is geslagen en tegen zijn bovenbeen is geschopt en dat hij knietjes in zijn ribbenkast heeft gekregen. [medeverdachte] heeft verdachte in het gezicht en de buik van aangever zien schoppen, terwijl [verdachte] door de twee andere mannen werd vastgehouden.3
De verdachte heeft verklaard dat er op 19 oktober 2011 een vechtpartij is geweest bij [opvang daklozen te plaats] waarbij hij aangever een paar schoppen onder zijn kont heeft gegeven. Daarnaast heeft hij aangever samen met de twee andere bij de vechtpartij betrokken mannen in een hoek gedrukt en vastgehouden.4
Verdachtes betrokkenheid blijkt eveneens uit het proces-verbaal van bevindingen ter zake van de bekeken camerabeelden van [opvang daklozen].5 Daarin is onder meer beschreven dat verdachte, [medeverdachte A] en [medeverdachte B] bij elkaar blijven, dat zij [verdachte] omringen en keer op keer bewegingen maken in de richting van [verdachte], dat [verdachte] door [medeverdachte A] en [medeverdachte B] wordt getrapt, dat door hen stotende bewegingen in de richting van [verdachte] worden gemaakt en door [medeverdachte B] een stekende beweging.6
Conclusie rechtbank
Op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden - in onderling verband en samenhang bezien - is naar het oordeel van de rechtbank genoegzaam komen vast te staan dat er aan de zijde van verdachte sprake is van medeplegen in de zin van artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht. Immers, de verdachte heeft het slachtoffer samen met twee anderen mishandeld, waarbij het slachtoffer op een bepaald moment in een hoek is gedrukt en vastgehouden, terwijl hij werd mishandeld.
Ten aanzien van het bij het slachtoffer vastgestelde letsel overweegt de rechtbank dat dit mede gelet op het bepaalde in artikel 82 van het Wetboek van Strafrecht dient te worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel. Er is sprake van meerdere breuken, in het neusbot, de rechter oogkas en de bodem van de rechter oogkas. Het herstel daarvan werd geschat op zes tot acht weken terwijl niet valt uit te sluiten dat (een deel van) het letsel blijvend is.
Verdachte zal worden vrijgesproken van het steken met het mes, omdat verdachte niet degene is geweest die gestoken heeft en dat evenmin vastgesteld kan worden dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking met betrekking tot het steken met een mes tussen verdachte en zijn medeverdachte die lijkt te hebben gestoken.
De verweren van de verdediging ten aanzien van het onder 1 tenlastegelegde feit worden dan ook door de rechtbank verworpen.
Feiten 2 en 3
Op 1 december 2011 heeft [naam] namens [bedrijf] aangifte gedaan van drie winkeldiefstallen en één poging daartoe. [naam] verklaart dat er op 1 december 2011 een poging tot diefstal van sigaretten heeft plaatsgevonden. Op het moment dat de verdachte de sloffen sigaretten had gepakt werd hij door een medewerker aangesproken en heeft hij ze teruggelegd. Diezelfde man heeft op 30 november 2011 een slof sigaretten en een slof shag onder zijn jas gestopt en is daarmee de winkel uitgelopen. Op 14 en 15 oktober 2011 is dezelfde man ook al in de winkel geweest en heeft over die twee dagen acht sloffen sigaretten gestolen. Van alle gevallen zijn camerabeelden beschikbaar.7
De verdachte heeft verklaard dat hij zichzelf op de beelden van 14 november 2011,
15 november 2011, 30 november 2011 en 1 december 2011 herkent. Vervolgens heeft de verdachte verklaard dat hij de diefstallen heeft gepleegd.8 Ter terechtzitting heeft de verdachte verklaard dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een drietal diefstallen en één poging tot diefstal op 1 december 2011.9
Conclusie rechtbank
Op grond van bovengenoemde feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 2 en 3 tenlastegelegde feiten.
Van een partiële vrijspraak ten aanzien van de op 30 november 2011 tenlastegelegde diefstal als door de raadsvrouw bepleit is dan ook geen sprake, nu er voldoende bewijsmiddelen voorhanden zijn, waaronder de bekennende verklaring van de verdachte, om tot een bewezenverklaring te komen.
De rechtbank overweegt ten aanzien van de onder 3 tenlastegelegde poging tot diefstal dat er, in tegenstelling tot wat door de verdediging is gesteld, aan de zijde van de verdachte sprake is geweest van opzet op (een poging) diefstal, nu de verdachte niet alleen dit feit heeft bekend, maar hij ook in een winkel was waarvoor hij geen toegangspasje had en hij (kort) daarvoor betrokken was geweest bij soortgelijke incidenten in diezelfde winkel.
Feit 4
Op 7 augustus 2011 heeft [naam] namens de [stichting] aangifte gedaan van inbraak op het adres [adres te plaats]. Aan de achterzijde van het daar gelegen pand is een raam ingeslagen, waarna uit de kantine een geldbedrag van ongeveer 15 euro is weggenomen.10
Door de politie is in genoemd pand forensisch onderzoek naar sporen verricht, waarbij op de achterzijde van de gordijnen bloed is aangetroffen. Van een monster hiervan, genummerd [nummer 1], is door het Nederlands Forensisch Instituut vastgesteld dat dit bloed afkomstig kan zijn van de verdachte en dat de kans dat het DNA-profiel van een willekeurig gekozen persoon met dit profiel matcht kleiner is dan één op één miljard.11 Voorts is op de ruit naast het inklimraam een dactyloscopisch spoor veiliggesteld, genummerd [nummer 2], dat na onderzoek is geïdentificeerd als een afdruk voorkomend op het vingerafdrukkenblad van de verdachte.12 13
De verdachte heeft verklaard dat hij begin augustus 2011 bij het pand gelegen aan de [adres te plaats] is geweest en zag dat een ruit aan de achterzijde van het gebouw stuk was. Uit nieuwsgierigheid heeft hij toen zijn hand door het gat naar binnen gestoken, waarbij hij met zijn hand een stukje kapotgeslagen glas heeft geraakt waardoor een wond is ontstaan.14 Bij de politie heeft verdachte niet verklaard dat hij in het pand is geweest.15
Conclusie rechtbank
Op grond van de hierboven ten aanzien van het onder 4 tenlastegelegde feit weergegeven feiten en omstandigheden, is de rechtbank, anders dan de officier van justitie, van oordeel dat genoegzaam is komen vast te staan dat het de verdachte is geweest die zich op 7 augustus 2011 schuldig heeft gemaakt aan een inbraak in het gebouw van [stichting] te Apeldoorn. Gelet op verdachtes verklaring dat hij ter plaatse is geweest, is de rechtbank van oordeel dat het aangetroffen bloedspoor evenals de aangetroffen vingerafdruk van verdachte afkomstig is. Gelet op de plaatsen waarop deze sporen zijn aangetroffen, is de rechtbank van oordeel dat het bovendien delictgerelateerde sporen zijn.
De ter zitting door de verdachte afgelegde verklaring dat hij uit nieuwsgierigheid zijn hand door het kapotgeslagen ruitje heeft gestoken, zich daarbij heeft verwond en vervolgens naar binnen is gegaan om te roken, daarbij het gordijn dicht heeft getrokken om niet te worden gezien maar niets heeft weggenomen, acht de rechtbank onder voornoemde omstandigheden ongeloofwaardig en derhalve niet aannemelijk geworden.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, en 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1 primair.
hij op 19 oktober 2011 in de gemeente Apeldoorn tezamen en in vereniging met anderen, aan een persoon, (te weten [slachtoffer]), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een of meer breuken in het neusbot en de rechter oogkas, heeft toegebracht, door deze [verdachte] opzettelijk meermalen, tegen het hoofd en het lichaam te schoppen en/of te trappen en meermalen, met kracht tegen het hoofd en/of het (boven)lichaam te stompen en/of te slaan en meermalen (zogenaamde) knietjes tegen het lichaam te geven.
2.
hij op tijdstippen in de periode van 14 oktober 2011 tot en met 30 november 2011 in de gemeente Apeldoorn telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen sloffen sigaretten en/of shag, toebehorende aan [bedrijf];
3.
hij op 1 december 2011 in de gemeente Apeldoorn ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen twee slof(fen) sigaretten, toebehorende aan [bedrijf], hebbende verdachte die sloffen sigaretten uit een schap / een stelling van een winkel gepakt, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 7 augustus 2011 in de gemeente Apeldoorn met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een pand heeft weggenomen Euro 15,--, toebehorende aan [stichting], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Ten aanzien van het onder 1 primair bewezenverklaarde:
Medeplegen van zware mishandeling.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Diefstal, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Poging tot diefstal.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat de verdachte ter zake van het onder 1 primair,
2 en 3 tenlastegelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van tien maanden, met aftrek van voorarrest.
De raadsvrouw heeft verzocht om bij de bepaling van de op te leggen straf rekening te houden met de omstandigheid dat in het geval aan de verdachte een langdurige gevangenisstraf zou worden opgelegd hij zijn woning en uitkering zal verliezen.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft zich op de bewezenverklaarde wijze schuldig gemaakt aan het medeplegen van zware mishandeling. Door aldus te handelen heeft de verdachte op grove wijze inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Dat het slachtoffer zich aan het begin ook niet onbetuigd heeft gelaten maakt dit niet anders. De reactie van verdachte en zijn medeverdachten is zeer fors geweest en heeft tot aanzienlijk letsel bij het slachtoffer geleid. Bovendien veroorzaakt een feit als dit gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan een drietal diefstallen, waarvan een gekwalificeerde diefstal, alsmede aan een poging tot diefstal. Aldus heeft de verdachte de benadeelden overlast en financiële schade bezorgd.
Blijkens een hem betreffend uittreksel uit de Justitiële Documentatie van 21 oktober 2011 is de verdachte vele malen eerder veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Dat heeft hem er kennelijk niet van weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.
Voor wat betreft de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op de inhoud van het beknopte reclasseringsadvies van 9 december 2011 en van het trajectconsult van een psychiater van het NIFP Oost van 23 december 2011. Uit deze stukken blijkt dat verdachte niet (voldoende) open staat voor (verplichte) begeleidings- en/of hulpverleningstrajecten.
Bij de bepaling van de op te leggen straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de in (enigszins) vergelijkbare gevallen opgelegde straffen, alsmede met de Oriëntatiepunten van het LOVS.
De rechtbank is van oordeel - alles overwegende - dat de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf van tien maanden een passende en geboden reactie vormt.
In beslag genomen voorwerpen
Onder de verdachte is een mes in beslag genomen, dat niet aan hem is teruggegeven.
De officier van justitie heeft gevorderd dat dit mes aan de verdachte zal worden teruggegeven.
De rechtbank is van oordeel dat het in beslag genomen en nog niet teruggegeven mes, dient te worden onttrokken aan het verkeer aangezien het van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in dit geval in strijd is met het algemeen belang.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze beslissing is gegrond op de artikelen 10, 27, 36b, 36c, 36d, 45, 47, 57, 302, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 primair, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Ten aanzien van het onder 1 primair bewezenverklaarde:
Medeplegen van zware mishandeling.
Ten aanzien van het onder 2 bewezenverklaarde:
Diefstal, meermalen gepleegd.
Ten aanzien van het onder 3 bewezenverklaarde:
Poging tot diefstal.
Ten aanzien van het onder 4 bewezenverklaarde:
Diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak.
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* beveelt de onttrekking aan het verkeer van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven mes.
Aldus gewezen door mr. Gilhuis, voorzitter, mr. Van der Mei en mr. Van Lookeren Campagne, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Wegter, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 maart 2012.
Voetnoten:
1 Proces-verbaal van aangifte, PL0621 2011147498-1, p. 54-58
2 Letselverklaring GGD Gelre-IJssel, d.d. 21 oktober 2011, ondertekend door M.H. Bos, arts M&G / forensisch geneeskundige
3 Proces-verbaal verhoor getuige [medewerker], p. 71-73
4 Proces-verbaal ter terechtzitting 13 maart 2012
5 Beschrijving Camerabeelden [opvang daklozen], [opname] p. 85-95
6 Beschrijving Camerabeelden [opvang daklozen], [opname] p. 85-95
7 Proces-verbaal aangifte PL0623 2011169095-1, p. 5-8
8 Proces-verbaal verhoor verdachte en de daarbij gevoegde printscreens van de bewakingsbeelden,
PL0623 2011169095-4 p. 25-42
9 Proces-verbaal van de terechtzitting van 13 maart 2012
10 Proces-verbaal aangifte, PL0625 2011109207-1
11 Proces-verbaal sporenonderzoek, PL0660 2011109207-2 met bijlage van het NFI
12 Proces-verbaal sporenonderzoek, PL0660 2011109207-2
13 Rapport Dactyloscopisch sporenonderzoek, opgemaakt door J.A.J.M. Riemen
14 Proces-verbaal verhoor verdachte PL0621 2011109207-6
15 Proces-verbaal van verhoor verdachte, PL0621 2011109207-6