ECLI:NL:RBZUT:2012:BW2970
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de nalatenschap van de moeder en de gevolgen van het overlijden van de vader tijdens de procedure
In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Zutphen, betreft het de verdeling van de nalatenschap van de moeder van de eiseres. Gedurende de procedure overleed de vader van de eiseres, wat de situatie complexer maakte. Na zes jaar procederen werd vastgesteld dat de eiseres een vordering had op de nalatenschap van de vader van minder dan EUR 1.200. De rechtbank heeft in eerdere tussenvonnissen al diverse beslissingen genomen, waaronder bewijsopdrachten aan de gedaagden. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.F.M. Oomen, heeft in de procedure haar recht op de nalatenschap van de moeder geclaimd, terwijl de gedaagden, waaronder gedaagde sub 5, ook betrokken waren in de procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiseres gerechtigd is tot een bedrag van € 5.272,39 in de nalatenschap van de moeder, na aftrek van haar schuld aan de nalatenschap. De rechtbank heeft ook de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beslissing van de rechtbank is gebaseerd op de bewijsvoering die in de procedure is geleverd, waaronder getuigenverklaringen en deskundigenrapporten. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van de eiseres op de nalatenschap van de vader, na het overlijden van de gedaagde sub 1, niet is geschorst en dat de procedure voortgezet kon worden. Het vonnis is uitgesproken op 14 maart 2012.