ECLI:NL:RBZUT:2012:BW4406
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering van slachtoffer verkeersongeval tegen WAM-verzekeraar Delta Lloyd voor schadevergoeding en voorschotten
In deze zaak vordert [eiseres], slachtoffer van een verkeersongeval, van haar WAM-verzekeraar Delta Lloyd verdere voorschotten op de schadevergoeding. Het ongeval vond plaats op 8 maart 2010, toen [eiseres] als bestuurster van een BMW werd aangereden door een Volkswagen bestuurd door [naam]. Delta Lloyd erkende de aansprakelijkheid, maar staakte de bevoorschotting omdat zij meende dat er geen causaal verband bestond tussen de klachten van [eiseres] en het ongeval. De rechtbank oordeelt dat de door [eiseres] gepresenteerde klachten, die passen bij een post whiplashsyndroom, reëel zijn en dat er geen bewijs is van pre-existente klachten. De rechtbank concludeert dat [eiseres] als gevolg van het ongeval inkomsten heeft gederfd en veroordeelt Delta Lloyd om verder te gaan met het betalen van voorschotten gedurende de procedure.
De vordering van [eiseres] omvat onder andere een verklaring dat alle schade in causaal verband staat met het ongeval, benoeming van medische deskundigen, en vergoeding van buitengerechtelijke kosten. Delta Lloyd betwist de klachten en het causaal verband, en stelt dat de gevorderde kosten niet in verhouding staan tot de schade. De rechtbank oordeelt dat er voldoende aannemelijkheid is dat [eiseres] door het ongeval niet in staat is tot loonvormende arbeid en dat Delta Lloyd gehouden is de schade te vergoeden. De rechtbank wijst de vordering tot betaling van een voorschot van € 20.000,-- en een maandelijkse vergoeding van € 1.000,-- toe, en houdt de kosten van het incident aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak.