ECLI:NL:RBZUT:2012:BW4637
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Heenk
- A. Kleinrensink
- J. van der Mei
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in ontuchtzaak met minderjarige in Uddel
In de zaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van ontuchtige handelingen met een minderjarige, heeft de Rechtbank Zutphen op 2 mei 2012 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1985, werd vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten die zich zouden hebben afgespeeld tussen 1999 en 2001. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de verklaringen van het slachtoffer, geboren in 1987, als betrouwbaar konden worden aangemerkt, deze onvoldoende steun vonden in de overige bewijsmiddelen in het dossier. De rechtbank heeft de verklaringen van het slachtoffer, die destijds minderjarig was, in overweging genomen, maar concludeerde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de hem ten laste gelegde ontuchtige handelingen.
De zaak kwam aan het licht na een aangifte van het slachtoffer op 24 maart 2011, waarin hij verklaarde dat hij als kind bevriend was met de verdachte en dat er tijdens hun vriendschap ongepaste handelingen hebben plaatsgevonden. De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte, die stelde dat het om spelletjes ging en niet om seksuele handelingen, ook in overweging genomen. Gezien het geringe leeftijdsverschil van twee jaar tussen de verdachte en het slachtoffer, en het gebrek aan ondersteunend bewijs, heeft de rechtbank geoordeeld dat niet kon worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan de ontuchtige handelingen.
De rechtbank heeft daarom besloten om de verdachte vrij te spreken van alle ten laste gelegde feiten. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken tijdens de zitting op 2 mei 2012.