ECLI:NL:RBZUT:2012:BW5682
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Tj. Gerbranda
- E.G. de Jong
- J.L.W. Broeksteeg
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen aanslag zuiveringsheffing door visverwerkingsbedrijf
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 9 mei 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen een visverwerkingsbedrijf en de heffingsambtenaar van Tricijn belastingen te Harderwijk. Het geschil betreft een aanslag zuiveringsheffing voor het jaar 2006, die aan eiseres was opgelegd op basis van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (Wvo, oud). De aanslag was gebaseerd op een afvalwatercoëfficiënt van 0,056, die volgens de indeling in klasse 10 van de Wvo tabel zou moeten zijn. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze indeling en de hoogte van de aanslag, maar de rechtbank oordeelt dat eiseres geen belang heeft bij de beoordeling van haar beroepsgronden, omdat deze niet kunnen leiden tot een verlaging van de aanslag.
De rechtbank overweegt dat de handhaving van de aanslag impliceert dat het verzoek van eiseres om vergoeding van kosten is afgewezen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, omdat eiseres niet kan aantonen dat de aanslag onrechtmatig is of voor een te hoog bedrag is opgelegd. De rechtbank wijst erop dat de aanslag in stand blijft en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in proceskosten of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.