ECLI:NL:RBZUT:2012:BW5706

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
27 februari 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
472541 / HA 12-8
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.J. Buijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing voorwaardelijk ontbindingsverzoek wegens reflexwerking opzegverbod en verslaving werknemer

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 27 februari 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst van een werknemer, die op staande voet was ontslagen. De werknemer, die sinds 3 maart 2008 in dienst was, werd verweten dat hij herhaaldelijk niet voldeed aan redelijke instructies van de werkgever en dat hij zijn plichten veronachtzaamde. De werkgever, Detailresult Productie B.V., stelde dat het verzoek tot ontbinding geen verband hield met een opzegverbod. Echter, de kantonrechter heeft vastgesteld dat er wel degelijk een verband bestaat, aangezien de werknemer verslaafd was aan alcohol en drugs, wat als ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek wordt aangemerkt. Deze verslaving was de onderliggende oorzaak van de problemen die de werknemer had op de werkvloer.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de reflexwerking van het opzegverbod meebrengt dat het verzoek tot ontbinding moet worden afgewezen. De rechter merkte op dat de werkgever niet voldoende had aangetoond dat er geen opzegverbod van toepassing was, en dat disciplinaire maatregelen niet adequaat zijn in het geval van ziekte. De kantonrechter heeft ook opgemerkt dat er geen betrokkenheid van de bedrijfsarts bij de problematiek van de werknemer was, en heeft de STECR werkwijzer verslaving en werk onder de aandacht van de werkgever gebracht.

De beslissing van de kantonrechter was dat het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd afgewezen, en dat iedere partij belast bleef met de eigen proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van het erkennen van verslaving als een ziekte en de gevolgen daarvan voor arbeidsrelaties.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton – Locatie Apeldoorn
Zaaknummer : 472541 / HA 12-8
Afschrift aan : mr. I.E. van Hassel en verweerder
Verzonden d.d. :
beschikking van de kantonrechter d.d. 27 februari 2012
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Detailresult Productie B.V.,
gevestigd te Velsen-Noord,
verzoekster,
gemachtigde: mr. I.E. van Hassel,
tegen
[verweerder],
wonende te [plaats, adres],
verweerder,
procederende in persoon.
Procesverloop
- het ter griffie binnengekomen verzoekschrift d.d. 19 januari 2012;
- de ter griffie binnengekomen exploot van dagvaarding d.d. 10 februari 2012;
- de mondelinge behandeling ter terechtzitting d.d. 13 februari 2012;
- de voortzetting van de mondelinge behandeling ter terechtzitting d.d.
20 februari 2012
Beoordeling
1. Verweerder, die 22 jaar oud is, is op 3 maart 2008 in dienst getreden van de rechtsvoor-
gangster van verzoekster als medewerker expeditie.
2. Hij is op 30 december 2011 op staande voet ontslagen, omdat hij , aldus verzoekster,
–ondanks herhaaldelijke waarschuwingen– hardnekkig weigerde aan redelijke instructies
van verzoekster te voldoen en grovelijk de plichten heeft veronachtzaamd die de
arbeidsovereenkomst en het toepasselijke bedrijfsreglement hem hebben opgelegd.
3. Verzoekster vraagt thans voorwaardelijk ontbinding van de arbeidsovereenkomst.
4. In het verzoekschrift heeft verzoekster gesteld dat het verzoek geen verband houdt met
het bestaan van een opzegverbod. De kantonrechter heeft zich ervan vergewist of dit het
geval is en is tot de conclusie gekomen dat dit verband wel degelijk bestaat.
5. Immers aan verweerder wordt verweten dat hij vele malen gewaarschuwd is voor o.a. te
laat komen en onder invloed van drugs en/of alcohol op het werk te komen. Verweerder
is ook met medewerking van verzoekster opgenomen geweest. Bij verzoekster was
bekend dat verweerder een terugval heeft gehad.
6. Onder de gegeven omstandigheden staat vast dat verweerder verslaafd is aan alcohol en
drugs, hetgeen aangemerkt moet worden als ziekte in de zin van het Burgerlijk Wetboek.
Deze ziekte moet als de onderliggende oorzaak van de problemen worden gezien.
7. De reflexwerking van het opzegverbod brengt met zich dat het verzoek moet worden
afgewezen.
8. Terzijde wordt opgemerkt dat voor zover verzoekster verwijst naar art. 7 van haar
bedrijfsreglement, dit in de gegeven situatie geen doel lijkt te treffen. Dit artikel luidt:
‘Voor alle bedrijfsruimtes alsmede de directe omgeving van het pand, geldt dat het
gebruiken van alcohol en drugs verboden is’. Verzoekster verwijt verweerder echter dat
hij (te veel) alcohol heeft genuttigd alvorens het pand te betreden. Dat lijkt de kern van
verweerders problematiek (die zoals hiervoor al overwogen ook drugsgerelateerd is) te
raken.
9. Voorts wordt opgemerkt dat uit de stukken niet blijkt van betrokkenheid van de
bedrijfsarts bij de problematiek van verweerder. De kantonrechter ziet aanleiding de
STECR werkwijzer verslaving en werk (www.stecr.nl) onder de aandacht van
verzoekster te brengen.
10. De kantonrechter onderkent en waardeert de positieve grondhouding van verzoekster
maar moet constateren dat disciplinaire maatregelen geen adequate reacties zijn op het
door ziekte veroorzaakte gedrag van verweerder.
11. In de omstandigheden van het geval wordt aanleiding gevonden voor compensatie van
proceskosten.
Beslissing
Het verzoek wordt afgewezen.
Iedere partij blijft belast met de eigen proceskosten.
Aldus gegeven door mr. D.J. Buijs, kantonrechter en uitgesproken ter openbare terechtzitting van maandag 27 februari 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.