ECLI:NL:RBZUT:2012:BW7068
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.P. van Baaren
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de hoogte van de proceskostenvergoeding in WOZ-zaak
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 30 mei 2012 uitspraak gedaan in een beroep dat was ingesteld door eiser, vertegenwoordigd door dr.ir. M.J.M. Möhlmann-Bronkhorst, tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Zutphen. Het geschil betrof de hoogte van de proceskostenvergoeding die aan eiser was toegekend in het kader van een bezwaarprocedure. Eiser had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde WOZ-waarde van zijn onroerende zaak, die door de gemeente was vastgesteld op € 331.000. In de uitspraak op bezwaar van 6 december 2011 was het bezwaar gegrond verklaard en was de WOZ-waarde verlaagd tot € 301.000, met een proceskostenvergoeding van € 461,90 voor eiser.
Eiser stelde in beroep dat de gemeente ten onrechte de kosten voor het bijwonen van een hoorzitting niet had vergoed en dat de vergoeding voor taxatiewerkzaamheden te laag was. De rechtbank oordeelde echter dat eiser geen procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep, omdat de door de gemeente toegekende proceskostenvergoeding hem al in een gunstige positie had gebracht. De rechtbank verwees naar een arrest van de Hoge Raad waarin werd gesteld dat een uitspraak van de rechtbank eiser niet in een betere positie kan brengen dan de reeds toegekende vergoeding.
Daarom verklaarde de rechtbank het beroep van eiser niet ontvankelijk en was er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd gedaan door mr. R.P. van Baaren en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2012.