ECLI:NL:RBZUT:2012:BW9378
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D.J. Buijs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering tot betaling van energiekosten na beëindiging overeenkomst
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 11 april 2012, heeft eiseres, Oxxio Nederland B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betrof de betaling van een bedrag van € 1.387,80, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, voor de levering van gas en elektriciteit. Eiseres stelde dat er een overeenkomst was gesloten met gedaagde, maar gedaagde betwistte de verschuldigdheid van de nota's en voerde aan dat hij de overeenkomst tijdig had opgezegd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering. Hoewel gedaagde gedurende een bepaalde periode gas en elektriciteit van eiseres heeft ontvangen, heeft de rechter geoordeeld dat er geen overeenkomst tot energielevering bestond tijdens de leveringsperiodes. Eiseres heeft niet onderbouwd voor welk bedrag zij is verarmd, en de winst die zij op de levering van energie heeft gemaakt, kan niet worden beschouwd als schade. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van eiseres op grond van ongerechtvaardigde verrijking niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was van schade aan de zijde van eiseres.
Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en markeert een belangrijke uitspraak over de voorwaarden waaronder een vordering tot schadevergoeding op basis van ongerechtvaardigde verrijking kan worden toegewezen.