ECLI:NL:RBZUT:2012:BW9378

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 april 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
455088 CV-EXPL 11-1872
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D.J. Buijs
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot betaling van energiekosten na beëindiging overeenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zutphen op 11 april 2012, heeft eiseres, Oxxio Nederland B.V., een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betrof de betaling van een bedrag van € 1.387,80, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten, voor de levering van gas en elektriciteit. Eiseres stelde dat er een overeenkomst was gesloten met gedaagde, maar gedaagde betwistte de verschuldigdheid van de nota's en voerde aan dat hij de overeenkomst tijdig had opgezegd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende bewijs heeft geleverd voor haar vordering. Hoewel gedaagde gedurende een bepaalde periode gas en elektriciteit van eiseres heeft ontvangen, heeft de rechter geoordeeld dat er geen overeenkomst tot energielevering bestond tijdens de leveringsperiodes. Eiseres heeft niet onderbouwd voor welk bedrag zij is verarmd, en de winst die zij op de levering van energie heeft gemaakt, kan niet worden beschouwd als schade. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van eiseres op grond van ongerechtvaardigde verrijking niet kon worden toegewezen, omdat er onvoldoende bewijs was van schade aan de zijde van eiseres.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van gedaagde op nihil zijn begroot. Dit vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier en markeert een belangrijke uitspraak over de voorwaarden waaronder een vordering tot schadevergoeding op basis van ongerechtvaardigde verrijking kan worden toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Kanton – Locatie Harderwijk
Zaaknummer: 455088 CV-EXPL 11-1872
Afschrift aan: partijen
Verzonden d.d.
Vonnis van de kantonrechter d.d. 11 april 2012
inzake
de besloten vennootschap Oxxio Nederland B.V.,
gevestigd te Hilversum,
eiseres,
gemachtigde: Groenewegen en Partners Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats],
gedaagde,
procederend in persoon.
1. Het verdere procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- het tussenvonnis d.d. 4 januari 2012;
- de akte uitlaten tevens houdende aanvulling eis;
- de schriftelijke reactie daarop van gedaagde.
Hierna is vonnis bepaald.
2. De vordering
2.1 Eiseres vordert bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeling van gedaagde tot betaling van een bedrag van € 1.387,80 vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten.
2.2 Eiseres legt primair aan haar vordering ten grondslag dat zij met gedaagde een overeenkomst heeft gesloten ter zake van de levering van gas en elektriciteit op het verbruiksadres [adres te plaats]. Volgens eiseres is gedaagde in gebreke gebleven de betalingsverplichtingen die hij op grond van deze overeenkomst had, na te komen. Bij repliek vult eiseres haar vordering aan met een subsidiaire grondslag. Eiseres stelt dat er, voor zover vastgesteld wordt dat er geen overeenkomst tot stand is gekomen, althans dat deze overeenkomst tijdig door gedaagde is beëindigd, sprake is van ongerechtvaardigde verrijking van gedaagde omdat hij wel gas en elektriciteit heeft afgenomen.
2.3 Gedaagde heeft tegen de vordering verweer gevoerd. Voor zover van belang, zal het verweer hierna worden besproken.
3. De beoordeling
3.1 De vordering van eiseres heeft betrekking op de voorschotnota’s over de maanden september, oktober en november 2009. Gedaagde betwist de verschuldigdheid van deze nota’s. Volgens gedaagde heeft hij de overeenkomst met eiseres reeds voor de ingangsdatum opgezegd en heeft hij daar op 3 april 2009 een bevestiging van eiseres van ontvangen.
3.2 Eiseres betwist niet dat zij de overeenkomst met gedaagde op 3 april 2009 heeft beëindigd, zodat hiervan kan worden uitgegaan. De vordering van eiseres kan derhalve niet op grond van de oorspronkelijke contractuele grondslag worden toegewezen.
3.3 Eiseres legt aan haar vordering subsidiair ten grondslag dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Zij voert hiertoe aan dat gedaagde wel gas en elektriciteit heeft afgenomen. Volgens eiseres is gedaagde aldus ongerechtvaardigd verrijkt en dient hij eiseres hiervoor schadeloos te stellen.
3.4 Gedaagde betwist niet dat hij over de periode van 12 april 2009 tot 3 december 2009 groene stroom van eiseres geleverd heeft gekregen en over de periode van 15 april 2009 tot 3 december 2009 groen gas. Hier dient in rechte dus van uit te worden gegaan. Hoewel deze leveringen als een ongerechtvaardigde verrijking aangemerkt zouden kunnen worden, zal de vordering van eiseres niet op grond van ongerechtvaardigde verrijking worden toegewezen. Ongerechtvaardigde verrijking leidt immers tot een verplichting tot schadevergoeding voor zover dit redelijk is, waarbij de schade enerzijds afhankelijk is van de verrijking van gedaagde en anderzijds van de verarming van eiseres. De kantonrechter is van oordeel dat eiseres onvoldoende heeft gesteld om aan te nemen dat er sprake is van ongerechtvaardigde verrijking. Eiseres heeft namelijk niet onderbouwd voor welk bedrag zij is verarmd, althans schade heeft geleden. Zij heeft slechts door het in het geding brengen van de eindafrekening inzicht gegeven in het door haar gehanteerde tarief waarop het te betalen bedrag is gebaseerd. Dat tarief kent echter een component kosten en een component winst. Aangezien tijdens de onderhavige leveringsperiodes geen overeenkomst tot energielevering tussen partijen heeft bestaan, is de winst die eiseres op de levering van energie maakt, niet te beschouwen als verarming en/of schade.
Nu eiseres heeft nagelaten inzichtelijk te maken welke schade zij daadwerkelijk heeft geleden, zal haar vordering ook op grond van de subsidiaire grondslag worden afgewezen.
3.5 Eiseres dient als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
4. Beslissing
De vordering van eiseres wordt afgewezen.
Eiseres wordt veroordeeld in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van gedaagde begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. D.J. Buijs, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van woensdag 11 april 2012, in tegenwoordigheid van de griffier.