ECLI:NL:RBZUT:2012:BX4210
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kropman
- A. Prisse
- J. van der Hooft
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in mensenhandelzaak met onvoldoende bewijs
In de zaak tegen verdachte E, die beschuldigd werd van mensenhandel, heeft de Rechtbank Zutphen op 26 juni 2012 uitspraak gedaan. De verdachte werd vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. De tenlastelegging betrof het werven, vervoeren en uitbuiten van slachtoffer C, waarbij gebruik werd gemaakt van dwang en geweld. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende ondersteunend bewijs was voor het oogmerk van uitbuiting, zoals vereist onder artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. De rechtbank benadrukte dat enkel de verklaring van getuige C belastend was voor de verdachte, terwijl andere bewijsstukken niet voldoende waren om de beschuldigingen te staven. De rechtbank verwees naar de noodzaak van meerdere bewijsbronnen om tot een veroordeling te komen, zoals vastgelegd in artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering. De officier van justitie en de raadsman pleitten beide voor vrijspraak, wat de rechtbank uiteindelijk heeft gehonoreerd. De uitspraak benadrukt de strenge eisen die aan bewijs worden gesteld in strafzaken, vooral in zaken van mensenhandel, waar de bescherming van de slachtoffers en de integriteit van de rechtsgang voorop staan.