RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950827-10
Uitspraak d.d.: 4 september 2012
Tegenspraak
[verdachte],
geboren te [plaats op 1962],
wonende te [plaats, adres].
Raadsman: mr. P.J.G. van der Donck, advocaat te Houten.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
21 augustus 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 1 juli 2006 tot 1 november
2007, te Doetinchem en/of te Harmelen en/of op andere plaatsen in Nederland,
met [slachtoffer], geboortedatum [1991],
buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestaande
uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten
- het brengen van zijn penis in haar mond en/of
- het brengen van zijn penis in en/of tegen haar vagina en/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in haar vagina en/of
- het likken van en/of in haar vagina en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het tongzoenen van/met die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van
zestien jaren had bereikt;
art 245 Wetboek van Strafrecht
hij (op meerdere tijdstippen) in de periode van 1 juli 2006 tot 1 november
2009, te Doetinchem en/of te Harmelen en/of op andere plaatsen in Nederland,
een persoon, te weten [slachtoffer], geboortedatum [1991],
door giften of beloften van geld of goed, te weten beltegoed, of misbruik van
uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het
leeftijdsverschil tussen hem en die [slachtoffer] en/of het gegeven dat verdachte
wist dat die [slachtoffer] door een verleden van seksueel misbruik kwetsbaar was
en/of gegeven dat die [slachtoffer] oppas was voor zijn kinderen en/of hij wist dat
voor die [slachtoffer] het contact met zijn kinderen heel belangrijk was en/of door
haar sociale contacten en/of haar gaan en staan in haar dagelijks leven te
controleren,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen, te plegen of zodanige
handelingen van verdachte te dulden te weten
- het brengen van zijn penis in haar mond en/of
- het brengen van zijn penis in en/of tegen haar vagina en/of
- het brengen van één of meer van zijn vingers in haar vagina en/of
- het likken van en/of in haar vagina en/of
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en/of
- het tongzoenen van/met die [slachtoffer],
terwijl verdachte wist (of redelijkerwijs moest vermoeden) dat die [slachtoffer] de
leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt;
art 248a Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding van het onderzoek
Op 4 februari 20102 en 31 mei 20103 hebben informatieve gesprekken plaatsgevonden met mevrouw [moeder slachtoffer]. Zij verklaarde dat haar dochter, [slachtoffer] gedurende de afgelopen zes jaar mogelijk seksueel was misbruikt door een 47 jaar oude vriend/kennis van haar, genaamd [verdachte]. Op 25 juni 2010 heeft [moeder slachtoffer] aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft betoogd dat hij twijfels heeft of verdachte zijn penis in de mond en in de vagina van het slachtoffer heeft gebracht. Voor deze handelingen heeft de officier van justitie vrijspraak gevorderd. Voor het overige heeft hij gerekwireerd tot bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten. De officier van justitie heeft de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van [slachtoffer] zeer gekleurd zijn en niet overeenkomen met het beeld zoals dat blijkt uit MSN-gesprekken en e-mails. Volgens hem is in de reconstructie van de tijdslijn de rol van [slachtoffer] volledig geneutraliseerd. Er is een machtsplaatje op de verhouding gedrukt om te verdoezelen dat [slachtoffer] zelf niets anders wilde dan bij verdachte zijn. Haar puberproblemen zijn weg geredeneerd door alle schuld te leggen bij verdachte. Dit doet volgens de raadsman geen recht aan de werkelijke verhoudingen.
De raadsman heeft verder betoogd dat niet kan worden bewezen dat zijn cliënt geslachtsgemeenschap heeft gehad met [slachtoffer] en dat hij zijn penis in haar mond heeft gebracht. Van deze handelingen dient zijn cliënt te worden vrijgesproken.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank zal de feiten gelet op hun onderlinge samenhang tegelijk beoordelen, waarbij elk bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts is gebruikt ten aanzien van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De rechtbank zal eerst beoordelen of in de ten laste gelegde periodes sprake is geweest van seksuele handelingen.
[slachtoffer], geboren [1991], heeft verklaard4 dat ze woont aan [adres te plaats]. Verdachte en zijn vrouw kwamen bij hen in de straat wonen en zij werd de oppas van hun kinderen. In juni 2006 heeft verdachte een etentje voor hun tweeën georganiseerd. Hij heeft haar toen verteld dat hij van haar hield. Ze was op dat moment 14 jaar oud. Toen ze in augustus/september 2006 terugreden van een woonbeurs, heeft verdachte in de auto haar borsten betast. In de showroom in Harmelen zijn seksuele handelingen verricht. Ze hadden in die tijd al meerdere keren seksuele gemeenschap met elkaar gehad. Daarnaar gevraagd heeft [slachtoffer] bevestigd5 dat onder meer de volgende handelingen met de daarbij genoemde frequentie hebben plaatsgevonden:
- vaginale seks, dit kwam wekelijks voor over de periode van ongeveer twee jaar;
- beffen, dit kwam wekelijks voor;
- pijpen, dit kwam minder vaak voor dan beffen en vaginale seks;
- strelen van de borsten en het lichaam, dit vond altijd plaats.
Volgens [slachtoffer] werden de seksuele handelingen gepleegd in verdachtes huis en soms bij haar thuis. Verder vond het plaats in de showroom, in de woning waar verdachte na de scheiding van zijn vrouw ging wonen en in zijn auto. De eerste anderhalf jaar hadden ze altijd op dinsdagmiddag seks6.
Bij de politie heeft verdachte verklaard dat hij in de zomer van 2005 verliefd werd op [slachtoffer]. Het begon na ongeveer een jaar met (tong)zoenen; daarna ging hij met zijn vingers in de vagina van [slachtoffer]7. Het vingeren is 20 tot 25 gebeurd. Het verhaal van [slachtoffer] over het betasten van de borsten in de auto klopt. [slachtoffer] heeft hem in de hele periode twee misschien drie keer afgetrokken8. Ze hebben vaak genoeg naakt bij elkaar gelegen waarbij zijn penis tegen haar vagina aan lag. Verdachte heeft haar borsten gestreeld en haar vagina gelikt. Het tongzoenen, vingeren en likken van de vagina is vaker gebeurd. Volgens verdachte had hij een keer per maand seks met [slachtoffer]9. Eind 2007 heeft hij seksuele handelingen verricht met haar in zijn showroom in Harmelen en Doetinchem. Ook is dat gebeurd in zijn woning, bij [slachtoffer] op haar slaapkamer, in de jacuzzi en in zijn auto. Op de dinsdagmiddag hadden ze de meeste seks.10 Ze hebben ook twee nachten met elkaar doorgebracht. Verdachtes eigen bedrijf heeft volgens verdachte er onder geleden omdat verdachte en [slachtoffer] heel veel contact met elkaar hadden.11
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat het tongzoenen eind 2006 is begonnen. Geleidelijk ging het verder en begon hij haar te strelen en te vingeren. Dat was begin 2007. Verdachte heeft ook de vagina van [slachtoffer] gelikt. [slachtoffer] heeft hem één keer afgetrokken. Ze was toen 17 jaar. De seksuele handelingen zijn medio 2009 gestopt.
Uit de chatgesprekken die zich in het dossier bevinden en die verdachte erkent met [slachtoffer] te hebben gevoerd, blijkt dat verdachte in augustus 2006 berichten stuurde aan [slachtoffer] met als inhoud "ik kan en wil niet met je stoppen" en "vind je het fijn als ik je zo aanraak?". Uit die chatgesprekken die de periode van augustus 2006 tot mei 2008 beslaan, blijkt verder dat verdachte [slachtoffer] meermalen berichten stuurde over verrichte en te verrichten seksuele handelingen tussen hen beiden.12
De rechtbank overweegt dat uit de verklaringen van verdachte en [slachtoffer] en de aangehaalde chatgesprekken kan worden afgeleid dat verdachte in de periode van 1 juli 2006 tot en met 1 november 2007 meermalen met [slachtoffer] heeft getongzoend, haar vagina heeft gelikt en haar heeft gevingerd. Verder kan uit verdachtes verklaring worden afgeleid dat hij en [slachtoffer] meermalen naakt op of bij elkaar hebben gelegen, waarbij zijn penis tegen haar vagina lag, en dat [slachtoffer] hem meerdere keren heeft afgetrokken.
[slachtoffer] heeft daarnaast verklaard dat verdachte met zijn penis in haar vagina is geweest en dat zij hem heeft gepijpt. Verdachte heeft deze beide seksuele handelingen ten stelligste ontkend. Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij het neuken wel had gewild, maar dat dit niet is gebeurd omdat hij zich kan beheersen13. Ter zitting heeft verdachte gezegd dat neuken voor hem "geen issue" was.
De rechtbank acht verdachtes verklaring dat hij niet met zijn penis in de vagina van [slachtoffer] is geweest niet geloofwaardig. Het proces-verbaal bevat namelijk meerdere aanwijzingen dat verdachte wel geslachtsgemeenschap met [slachtoffer] heeft gehad.
Zo heeft verdachte in een MSN-bericht van 11 maart 200714 bij [slachtoffer] geïnformeerd of ze achteraf of de volgende dag ook nog iets voelde: een soort spierpijn of een gevoel dat er iets was gebeurd. [slachtoffer] heeft over dit gesprek aan [naam] verklaard15 dat ze de vrijdagavond voor deze datum tot 1.30 of 2.00 uur bij verdachte is geweest. Ze hadden toen voor het eerst geslachtsgemeenschap. De rechtbank wijst verder op een MSN-gesprek van 19 maart 200716 waarin [slachtoffer] aan verdachte vraagt wat hij wil. Verdachte antwoordt daarop "Ik wil je lijf"...."helemaal...".
De rechtbank acht verder niet aannemelijk dat verdachte, die [slachtoffer] naar zijn zeggen wel wilde neuken, zich steeds heeft weten te "beheersen" zoals hij stelt. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat verdachte heeft verklaard dat de seksuele handelingen soms plaatsvonden halverwege de trap bij hem thuis17. Ze waren dan al zo opgewonden dat er al dingen gebeurden, aldus verdachte. Verder blijkt uit een chatgesprek van november 2006 dat verdachte aan [slachtoffer] schreef "Ik had godverdomme met min poten van je af moeten blijven maar ik kan het eenvoudigweg niet ... ik moet je gewoon aanraken...".
De verklaringen van [slachtoffer] zijn consistent en bevatten details op het nivo van de relevante bijzonderheden. Die verklaringen vinden grotendeels steun in de verklaringen van verdachte die bekend heeft meermalen vergaande seksuele handelingen met haar te hebben verricht en in de MSN-gesprekken. De rechtbank acht de verklaring van [slachtoffer] dan ook betrouwbaar.
Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank ook het pijpen en de geslachtsgemeenschap wettig en overtuigend bewezen.
Ten aanzien van de in feit 1 genoemde periode overweegt de rechtbank dat uit de verklaring van verdachte kan worden afgeleid dat het tongzoenen, likken en vingeren heeft plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode. Uit eerdergenoemd MSN-chatgesprek van 11 maart 2007 en de door [slachtoffer] gegeven toelichting daarop kan worden afgeleid dat verdachte en [slachtoffer] in de ten laste gelegde periode geslachtsgemeenschap hebben gehad. Uit de toelichting bij dat chatgesprek blijkt verder dat [slachtoffer] verdachte heeft afgetrokken diezelfde avond. Zij heeft hierover verklaard18 dat ze die avond voor het eerst wat bij verdachte moest doen. Hij leidde haar hand naar zijn penis. [slachtoffer] wilde het eerst niet doen, maar gaf later toe.
Gelet hierop acht de rechtbank het plegen van seksuele handelingen in de onder feit 1 ten laste gelegde periode bewezen. De rechtbank acht niet bewezen dat verdachte in die periode zijn penis in de mond van [slachtoffer] heeft gebracht nu uit de verklaring van [slachtoffer] niet blijkt wanneer dit heeft plaatsgevonden en dit evenmin uit de MSN-chatgesprekken kan worden afgeleid. Verdachte zal in zoverre hiervan worden vrijgesproken.
Ten aanzien van feit 2 acht de rechtbank alle ten laste gelegde seksuele handelingen bewezen, gelet op voorgaande overwegingen. Ten aanzien van het eerste gedachtestreepje overweegt de rechtbank als volgt. De verklaring van [slachtoffer] met betrekking tot de seksuele handelingen wordt grotendeels ondersteund door de verklaring van verdachte dan wel de MSN-chatgesprekken. De rechtbank heeft geen reden te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van [slachtoffer] en acht daarom eveneens bewezen dat verdachte zijn penis in de mond van [slachtoffer] heeft gebracht. Nu verdachte heeft verklaard dat de seksuele handelingen medio 2009 zijn gestopt, moet dit derhalve hebben plaatsgevonden in de ten laste gelegde periode.
De rechtbank dient ten aanzien van feit 2 verder te beoordelen of verdachte [slachtoffer] opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen dan wel die van verdachte te dulden.
De rechtbank overweegt dienaangaande dat [slachtoffer] heeft verklaard dat ze oppas was bij verdachte en zijn vrouw en dat de kinderen veel voor haar betekenden19. Vanwege het seksueel misbruik door haar opa stond ze niet stevig in haar schoenen. Ze zag verdachte een beetje als vaderfiguur en vertrouwde hem. Ze is toen met hem aan de praat gegaan. In juni 2006 heeft verdachte haar verteld dat hij verliefd op haar was. Ze was toen 14 jaar. Ze hebben meerdere keren seksuele gemeenschap met elkaar gehad. Ze heeft in het begin wel eens gezegd dat ze het niet wilde. In een later stadium wist ze dat er tegenin gaan geen zin had, omdat hij dan even stopte, maar het vervolgens weer probeerde. Ze wist dat het toch moest gebeuren en liet het gebeuren. Niet meer naar hem toegaan was geen optie. De kinderen waren heel belangrijk voor haar. Ze heeft hem meerdere keren gezegd dat ze alleen een vriendschapsrelatie wilde, maar hij dreigde dan dat ze de kinderen niet meer mocht zien. Ze kon niet tegen verdachte op en deed altijd precies wat hij vroeg. In het begin had ze veel contact met leeftijdsgenoten. Dat werd minder tot helemaal niets, omdat ze steeds met verdachte moest afspreken. De laatste twee jaar zagen zij en verdachte elkaar dagelijks met uitzondering van de vakantie. Haar vriendschap met [naam A] heeft verdachte in november 2008 kapot gemaakt. Verdachte had [naam A] op het schoolplein aangesproken omdat [naam A] haar, [slachtoffer] niet steunde in haar aangifte tegen haar opa. Ook het contact met [naam B] liep stuk omdat ze het niet kon combineren met het feit dat ze zoveel bij verdachte moest zijn. Het was handiger om zo min mogelijk contacten te hebben, omdat verdachte zo veel tijd eiste. [slachtoffer] heeft verder verklaard dat ze in de vakanties veel telefonisch contact had met verdachte. Hij betaalde dan haar beltegoed. Hij waardeerde haar beltegoed met 50 of 100 euro op en tijdens een vakantie verhoogde hij dit bedrag ook nog een keer. [slachtoffer] heeft ook verklaard dat verdachte een mail heeft gelezen toen hij in haar mailbox inbrak20.
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij contact kreeg met [slachtoffer] toen ze hun oppas werd. Ze hadden vertrouwelijke gesprekken en ze heeft hem verteld dat ze door haar opa was misbruikt. Ze hebben veel daarover gepraat. Hij wilde haar helpen haar verhaal over het misbruik door haar opa naar buiten te brengen. [slachtoffer] zag hem als veilige haven. Hij zag haar als jongere die worstelde met haar verleden en een veilige thuishaven nodig had. Verdachte heeft verder verklaard dat hij wel eens beltegoed voor [slachtoffer] heeft gekocht zodat ze contact konden houden. Bij de politie heeft verdachte hierover nog verklaard21 dat [slachtoffer] tijdens de vakantie contact met hem wilde houden. Omdat zij hem niet kon sms'en, stortte hij geld. Zij wilde niet dat haar ouders er achter konden komen. Hij was het daar mee eens omdat ze een heimelijke relatie hadden. Hij was getrouwd en haar ouders zouden het niet hebben gewild gezien hun leeftijden en het feit dat [slachtoffer] op jonge leeftijd door haar opa is misbruikt. Verdachte heeft verklaard dat hij een paar keer door de ouders van [slachtoffer] is aangesproken op de contacten die hij met [slachtoffer] had; de ouders vonden het ongezond dat verdachte en [slachtoffer] elkaar zoveel zagen, aldus verdachte. 22Volgens verdachte was de relatie tussen [slachtoffer] en zijn kinderen goed23. Ze hield veel van de kinderen. De kinderen waren belangrijk voor haar. De momenten dat ze zich afvroegen of ze hun relatie niet naar buiten moesten brengen, was [slachtoffer] bang dat ze de kinderen zou verliezen. Het klopt volgens verdachte dat hij [naam A] heeft aangesproken op het schoolplein en dat hij een keer in de mailbox van [slachtoffer] heeft gekeken.24
Uit de eerder genoemde MSN-gesprekken waarvan een omvangrijk deel zich in het dossier bevindt blijkt dat verdachte regelmatig via MSN contact met [slachtoffer] heeft gezocht, dat ze elkaar vaak belden of sms'ten25, dat verdachte smoesjes bedacht zodat hij en [slachtoffer] contact met elkaar konden hebben zonder dat de ouders van [slachtoffer] achterdochtig zouden worden26, dat verdachte in de gaten hield wanneer haar ouders weg waren27, dat verdachte (merendeels) het initiatief nam om berichten met een seksuele lading te versturen en dat in de berichten tussen verdachte en [slachtoffer] de kinderen vaak gespreksonderwerp waren.
Verder komt in een MSN-chatgesprek van 1 maart 200728 naar voren dat [slachtoffer] heeft gezoend met een jongen. Verdachte wil daar meer over weten en merkt op dat het voor hem ook niet fijn is. Hij spoort [slachtoffer] vervolgens aan om met die jongen te gaan praten en te zeggen dat ze eigenlijk hetgeen is gebeurd niet wilde.
De rechtbank overweegt dat uit het voorgaande - zelfstandig en in onderlinge samenhang beschouwd - volgt dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen dan wel deze van hem te dulden. Daarbij komt betekenis toe aan het aanzienlijke leeftijdsverschil tussen verdachte en [slachtoffer], die in juli 2006 44 respectievelijk 14 jaar oud waren. Verder is van belang dat verdachte wetenschap had van het misbruik van [slachtoffer] door haar opa en dat zij daardoor in een kwetsbare positie verkeerde. Relevant is bovendien dat [slachtoffer] de oppas was van de kinderen van verdachte, wat uit zijn aard het overwicht dat een volwassene over een minderjarige heeft (verder) vergroot. Een oppas zal zich immers - zelfs als de oppasrelatie informeel is - hebben te houden aan de instructies die worden gegeven aangaande de oppastaken. Blijkens de MSN-chatgesprekken, waaronder genoemd gesprek op 1 maart 2007 blijkt dat verdachte haar claimde voor zichzelf, haar veelvuldig en frequent controleerde en haar sociale contacten bepaalde en beïnvloedde waardoor zij geïsoleerd raakte van haar familie en vrienden. Ook claimde en controleerde verdachte [slachtoffer] door haar beltegoed te geven zodat ze telefonisch contact konden onderhouden. Daarnaast wist verdachte dat [slachtoffer] erg gesteld was op zijn kinderen waardoor zij zich moeilijk aan de situatie kon onttrekken. Ook op die manier wist hij [slachtoffer] aan zich te binden en zodanig in te kapselen dat zij zich aan de ontuchtige handelingen niet kon onttrekken.
Alles in aanmerking nemend acht de rechtbank het onder 2 ten laste gelegde bewezen.
De door de raadsman gevoerde bewijsverweren worden derhalve verworpen en behoeven gelet op voorgaande bewijsoverwegingen geen nadere motivering.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juli 2006 tot 1 november 2007, te Doetinchem en/of te Harmelen en/of op andere plaatsen in Nederland, met [slachtoffer], geboortedatum [1991], buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, mede bestaande uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer], te weten
- het brengen van zijn penis in en tegen haar vagina en
- het brengen van één of meer van zijn vingers in haar vagina en
- het likken van en/of in haar vagina en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en
- het tongzoenen van/met die [slachtoffer],
terwijl die [slachtoffer] toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt;
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juli 2006 tot 1 november 2009, te Doetinchem en/of te Harmelen en/of op andere plaatsen in Nederland, een persoon, te weten [slachtoffer], geboortedatum [1991], door giften, te weten beltegoed, of misbruik van
uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht, te weten het leeftijdsverschil tussen hem en die [slachtoffer] en het gegeven dat verdachte wist dat die [slachtoffer] door een verleden van seksueel misbruik kwetsbaar was en het gegeven dat die [slachtoffer] oppas was voor zijn kinderen en hij wist dat voor die [slachtoffer] het contact met zijn kinderen heel belangrijk was en door haar sociale contacten en haar gaan en staan in haar dagelijks leven te controleren,
opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden te weten
- het brengen van zijn penis in haar mond en
- het brengen van zijn penis in en/of tegen haar vagina en
- het brengen van één of meer van zijn vingers in haar vagina en
- het likken van en/of in haar vagina en
- het zich door die [slachtoffer] laten aftrekken en
- het tongzoenen van/met die [slachtoffer],
terwijl verdachte wist dat die [slachtoffer] de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1:
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2:
Door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, waarvan de dader weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd.
Strafbaarheid van de verdachte
Over verdachte is een Pro Justitia rapport uitgebracht, gedateerd 27 januari 2011 en ondertekend door drs. R.K.F. Lemmens, klinisch psycholoog. Met de conclusie van dit rapport, te weten dat verdachte als verminderd toerekeningsvatbaar moet worden beschouwd, kan de rechtbank zich verenigen. Zij neemt deze conclusie over.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en als bijzondere voorwaarde een verplicht reclasseringstoezicht, ook als dat inhoudt een behandeling in forensische polikliniek De Tender.
De raadsman heeft verzocht rekening te houden met het feit dat verdachte een eigen bedrijf heeft.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte met [slachtoffer], destijds 14 jaar, een relatie is aangegaan, terwijl hij bijna dertig jaar ouder is dan [slachtoffer]. Hij heeft daarmee inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit, waardigheid en de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer]. [slachtoffer] kwam bij hem thuis als oppas voor zijn kinderen. Zij zag hem als vaderfiguur, stelde vertrouwen in hem en deelde haar problemen met hem. Door zijn handelwijze heeft verdachte misbruik gemaakt van het vertrouwen dat [slachtoffer] in hem had. Het leeftijdsverschil en het feit dat [slachtoffer] nog jong was, een puber, hebben verdachte op geen enkele wijze weerhouden. Gedurende bijna drie jaar pleegde verdachte regelmatig vergaande seksuele handelingen bij haar en met haar. Niet valt in te zien, en verdachte heeft de rechtbank daarvan ook niet kunnen overtuigen, dat een dergelijke relatie goed is voor de ontwikkeling van een jong meisje, te minder nu verdachte wist dat [slachtoffer] een misbruikverleden had en daardoor extra kwetsbaar was. Door smoezen te bedenken om [slachtoffer] te kunnen zien, heeft verdachte willens en wetens afbreuk gedaan aan de relatie die een jongere met haar ouders behoort te hebben en heeft verdachte het vertrouwen beschaamd dat ouders moeten kunnen stellen in de ouder(s) bij wie hun kind oppaswerk verricht. Dit klemt hier te meer, omdat verdachte door de ouders van [slachtoffer] is gewaarschuwd. Verwerpelijk vindt de rechtbank dat verdachte [slachtoffer] als het ware heeft ingekapseld door de vele aanhoudende contacten die hij met haar zocht, via MSN, telefoon of direct. Een situatie die hij ook in stand hield door beltegoed te geven om contact met haar te kunnen onderhouden onder meer tijdens haar vakanties. Hierdoor werd de afhankelijkheid van [slachtoffer] in relatie tot verdachte versterkt.
Verdachte heeft gehandeld ter bevrediging van zijn eigen seksuele behoeften. Zorgelijk is verder dat verdachte ter terechtzitting nauwelijks inzicht heeft getoond in het moreel verwerpelijke van zijn handelen ten aanzien van een jong kwetsbaar en afhankelijk pubermeisje. Door te spreken van een liefdesrelatie neemt verdachte evenmin (voldoende) verantwoordelijkheid voor zijn handelen.
Het is algemeen bekend dat jeugdige slachtoffers van dergelijke delicten daarvan (later) nadelige, psychische gevolgen kunnen ondervinden. De impact die het gebeuren op [slachtoffer] heeft gehad blijkt uit de schriftelijke slachtofferverklaring. [slachtoffer] geeft daarin aan dat verdachte haar haar vrijheid heeft ontnomen. Ze kan niet meer spontaan gaan en staan waar ze wil uit angst verdachte tegen te komen. Ze verblijft vanaf juni 2011 doordeweeks in een kliniek. Door PTSS-klachten heeft ze twee jaar erover gedaan om haar VWO-examen te halen. Ze heeft last gehad van slaapstoornissen, herbelevingen, concentratieproblemen en automutilatie. Haar sociale leven is verdwenen omdat haar vertrouwen in mensen weg is.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft de rechtbank voornoemd Pro Justitiarapport in aanmerking genomen. Daaruit komt naar voren dat verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstructuur met narcistische trekken. Volgens deskundige Lemmens was en is verdachte een emotioneel geïsoleerd persoon die in zijn huwelijk de door hem gefantaseerde relatie met zijn vrouw zag afbrokkelen toen zijn vrouw zich in een andere richting ontwikkelde dan paste bij zijn fantasie. Verdachte kwam toen in de verleiding om in te gaan op de impliciete hulpvraag van het slachtoffer. Dit stelde hem in de gelegenheid een ander te helpen, het gaf hem een vervulling van zijn emotionele leegte, en het kwam tegemoet aan zijn narcistisch gekleurde zelfbeeld als redder. Zijn stoornis maakte dat hij deze relatie tot een liefdesrelatie vervormde, binnen welke het in toenemende mate toelaatbaar werd om grensoverschrijdingen te plegen, niet alleen in seksuele zin maar ook via het uitoefenen van controle op en over het slachtoffer. Volgens Lemmens heeft verdachte zich meerdere malen gerealiseerd dat hij grensoverschrijdend gedrag vertoonde, doch dit inzicht werd onderdrukt door enerzijds verdere vervorming van de realiteit en anderzijds schaamte en angst om bij anderen door de mand te vallen als hij hulp zou vragen. Lemmens meent dat het recidiverisico laag is, omdat verdachte rationeel weet dat hij zich niet intiem met minderjarigen moet inlaten. Er zijn omgevingsfactoren (met name zijn netwerk) die bescherming bieden. Verdachtes stoornis is echter van dien aard dat deze zich aan controle door dat netwerk zal onttrekken. Geadviseerd wordt een ambulante behandeling, psychotherapie, in een forensische polikliniek.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat inmiddels een intakegesprek bij De Tender heeft plaatsgevonden en dat hij bereid is mee te werken aan een behandeling.
De rechtbank heeft ten slotte in aanmerking genomen dat verdachte een blanco strafblad heeft.
Alles in aanmerking nemend is de rechtbank, ondanks dat de rechtbank meer feitelijke gedragingen bewezen acht dan de officier van justitie, van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde gevangenisstraf passend en geboden is. De rechtbank zal een deel daarvan voorwaardelijk opleggen teneinde te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt. Voorts zal de rechtbank daaraan de voorwaarden verbinden zoals neergelegd in het reclasseringsrapport van 7 augustus 2012.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 10.000,- vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het ten laste gelegde.
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot toewijzing van het verzochte bedrag mede gelet op de lange periode waarin de ontuchtige handelingen hebben plaatsgevonden en de gevolgen die het handelen heeft gehad voor het slachtoffer.
De raadsman heeft verzocht de vordering af te wijzen. Hij heeft hiertoe betoogd dat zijn cliënt niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de behandeling van al bestaande problemen van het slachtoffer gelet op het misbruik door haar opa. Daarnaast heeft de raadsman betoogd dat volgens hem niet kan worden bewezen dat sprake is geweest van geslachtsgemeenschap.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezen verklaarde handelen schade heeft geleden. De rechtbank acht het echter niet eenvoudig de door de verdediging opgeworpen vraag omtrent de toerekening van de schade in het kader van dit strafgeding te beantwoorden. Wel acht de rechtbank aannemelijk dat [slachtoffer] door toedoen van verdachte schade heeft geleden, in ieder geval tot een bedrag van € 2.000,-, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht aansprakelijk is. De vordering dient tot dit bedrag te worden toegewezen. Wat betreft het meer of anders gevorderde zal de rechtbank de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren. De benadeelde partij kan voor het overige haar vordering slechts aanbrengen bij de burgerlijke rechter.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 36f, 57, 245 en 248a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van de bewezen verklaarde feiten.
Beslissing
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1:
Met iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd;
Feit 2:
Door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, waarvan de dader weet dat deze de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, meermalen gepleegd;
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 10 (tien) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren de navolgende algemene dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* legt als algemene voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* legt als bijzondere voorwaarden op dat de veroordeelde:
- contact onderhoudt met de reclassering zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich ambulant laat behandelen bij Forensische Poli De Tender of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering. Veroordeelde dient zich dan te houden aan de aanwijzingen en voorschriften hem te geven door of namens die instelling/behandelaar;
- zich overigens gedurende de proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen en voorschriften die veroordeelde zullen worden gegeven door of namens de reclassering, voor zover en zolang als dat door de reclassering noodzakelijk wordt geacht;
* geeft de reclassering opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
* beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte ten aanzien van feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer], van een bedrag van € 2.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2009, met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], een bedrag te betalen van € 2.000,- vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 november 2009, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 30 dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verklaart de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Prisse en Kropman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Althoff, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 september 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer 2010 016 875, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 5 april 2010.
2 Verslag informatief gesprek zeden, p.61
3 Proces-verbaal van aangifte door [moeder slachtoffer], p.30
4 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], p.69-72
5 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], p.73-74
6 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], p.78
7 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p. 144
8 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.153-155, 158
9 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p. 144-145
10 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.156
11 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.157
12 Proces-verbaal van kopiëren chatgesprekken, p. 223-455
13 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.155
14 MSN-chatgesprekken, p.298
15 Commentaar [slachtoffer] bij MSN-chatgesprekken, p.104
16 MSN-chatgesprekken, p.439
17 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.154-155
18 Commentaar [slachtoffer] bij MSN-chatgesprekken, p.104
19 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], p.70-76
20 Proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer], p.78
21 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.150
22 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.150
23 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.157
24 Proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte], p.159
25 MSN-chatberichten, p. 381
26 MSN-chatberichten, p. 252, 339
27 MSN-chatberichten, p. 337, 350, 355
28 MSN-chatberichten, p.393-394