ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7186

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 mei 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
127542 - HA ZA 12-32
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident inzake forumkeuze in distributieovereenkomst tussen Demec B.V. en WEMAS ABSPERRTECHNIK GmbH

In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, draait het om een bevoegdheidsincident tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Demec B.V. en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid WEMAS ABSPERRTECHNIK GmbH. Demec, gevestigd te 's-Gravenhage, is eiseres in de hoofdzaak en verweerster in het incident, terwijl WEMAS, gevestigd in Gütersloh, Duitsland, gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident is. De procedure omvatte een dagvaarding, een incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid, en een incidentele conclusie van antwoord. WEMAS vorderde dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om van de vorderingen van Demec kennis te nemen, en dat Demec in de kosten van het geding wordt veroordeeld.

Demec daarentegen concludeerde tot verwerping van het beroep op onbevoegdheid en tot bevoegd verklaring van de rechtbank Zutphen. De rechtbank diende te beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft en of de rechtbank Zutphen bevoegd is. De rechtbank oordeelde dat er geen rechtsgeldige forumkeuze was, omdat er geen wilsovereenstemming tussen partijen bestond over de forumkeuze in de algemene voorwaarden van WEMAS. De rechtbank concludeerde dat zij niet bevoegd was om van het geschil kennis te nemen en veroordeelde Demec in de kosten van WEMAS, die op € 3.981,- werden begroot.

Het vonnis, uitgesproken door mr. D. Vergunst op 30 mei 2012, benadrukt het belang van een duidelijke wilsovereenstemming bij forumkeuze en de noodzaak voor partijen om zich bewust te zijn van de voorwaarden waaronder zij zaken doen. De rechtbank verklaarde zich onbevoegd van het geschil kennis te nemen en legde de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad op.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Civiel – Afdeling Handel
zaaknummer / rolnummer: 127542 / HA ZA 12-32
Vonnis in incident van 30 mei 2012
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEMEC B.V.,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. S. Koloc te Deventer,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
WEMAS ABSPERRTECHNIK GmbH,
gevestigd te Gütersloh, Duitsland,
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
advocaat dr. mr. A.U. Schimansky te Zutphen.
Partijen zullen hierna Demec en Wemas genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding
- de incidentele conclusie houdende exceptie van onbevoegdheid en verzoek tot openstelling van tussentijds appel
- de incidentele conclusie van antwoord
- de akte depot producties van Demec.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De vordering in het incident
2.1. Wemas vordert dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart van de vorderingen van Demec kennis te nemen, alsmede dat de rechtbank Demec, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van het geding veroordeelt.
2.2. Wemas stelt dat partijen in het kader van de tussen hen bestaande handelsrelatie een forumkeuze hebben gemaakt die voldoet aan de eisen van artikel 23 lid 1 sub b EEX-Verordening (hierna: EEX-Vo). In haar algemene voorwaarden is een forumkeuzebeding opgenomen, op grond waarvan de rechter in Gütersloh te Duitsland bevoegd is. Doordat Demec de algemene voorwaarden en de daarin opgenomen forumkeuze niet heeft weergesproken, mocht Wemas er gerechtvaardigd op vertrouwen dat Demec de toepasselijkheid daarvan had aanvaard. Voor het geval de rechtbank Zutphen zich bevoegd verklaard van het geschil kennis te nemen, heeft Wemas er belang bij dat tegen deze beslissing hoger beroep kan worden ingesteld.
3. Het verweer in het incident
3.1. Demec concludeert tot verwerping van het beroep op onbevoegdheid en tot bevoegd verklaring van deze rechtbank, met verwijzing van de zaak naar de rol voor antwoord en met veroordeling van Wemas bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, in de kosten van dit incident.
3.2. Demec betwist dat er sprake is van een rechtsgeldige forumkeuze nu daarover geen wilsovereenstemming tussen partijen bestaat. De rechtbank Zutphen is op grond van artikel 5 lid 1 sub b EEX-Vo bevoegd. Aangezien partijen geen plaats van levering zijn overeengekomen, dient de vestigingsplaats van Demec namelijk als plaats van hoofdlevering te worden aangemerkt. Voorts is deze rechtbank bevoegd op grond van sub a van dit artikel. Tussen partijen is sprake van een distributieovereenkomst, waarbij Demec als distributeur dient te worden aangemerkt. Hierdoor is Nederland het land van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt en is de vestigingsplaats van de distributeur forum bepalend.
4. De beoordeling in het incident
4.1. Demec vordert in de hoofdzaak onder meer vergoeding van door haar geleden schade wegens het toerekenbaar tekortschieten van Wemas in de nakoming van de tussen hen bestaande distributieovereenkomst. Tussen partijen heeft geen schriftelijke overeenkomst bestaan. Vooreerst ligt in dit incident ter beoordeling voor of de Nederlandse rechter ter zake de vorderingen in de hoofdzaak rechtsmacht heeft en of de rechtbank Zutphen bevoegd is.
4.2. Voor de beantwoording van de vraag of er sprake is van een rechtsgeldige forumkeuze in de zin van artikel 23 EEX-Vo dient er sprake te zijn van daadwerkelijke wilsovereenstemming over de forumkeuze. Onder een vorm die wordt toegelaten door de handelswijzen die tussen partijen gebruikelijk zijn geworden, valt het geval dat indien partijen regelmatig zaken met elkaar doen (waardoor sprake is van een lopende handelsbetrekking) en zij hun relatie steeds hebben geregeld op grond van algemene voorwaarden van de ene partij waarin een forumkeuzebeding is opgenomen, welke voorwaarden deze aan de andere partij heeft medegedeeld, deze laatste partij daardoor is gebonden ook al heeft zij op die mededeling niet uitdrukkelijk gereageerd. Het stilzwijgen van die partij kan haar slechts als instemming met de forumkeuze worden toegerekend, wanneer haar de door de andere partij gehanteerde algemene voorwaarden waarin het forumkeuzebeding is opgenomen, zijn medegedeeld en wel op een zodanige wijze dat deze het forumkeuzebeding kende of heeft kunnen kennen. Of daaraan is voldaan dient te worden beantwoord aan de hand van alle omstandigheden van het geval.
4.3. Op alle facturen van Wemas, die zij in de loop van bijna 10 jaren in het kader van vergelijkbare opeenvolgende opdrachten naar Demec heeft verstuurd, werd verwezen naar haar algemene voorwaarden die integraal op de achterzijde daarvan staan afgedrukt. In die algemene voorwaarden is een forumkeuzebeding opgenomen. Het enkel verwijzen naar de algemene voorwaarden op de facturen is, met in achtneming van voormeld toetsingskader onvoldoende om de toepasselijkheid daarvan en het daarin opgenomen forumkeuzebeding aan te nemen. Daarvan is hier echter geen sprake, omdat de algemene voorwaarden en het forumkeuzebeding stelselmatig afgedrukt staan op alle aan Demec verzonden facturen. Demec kende het beding dus of kon het kennen en haar stilzwijgen wordt haar als instemming toegerekend.
4.4. Deze rechtbank is dus niet bevoegd van het geschil tussen partijen kennis te nemen. Demec zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van Wemas van zowel de hoofdzaak als het incident. Deze kosten worden begroot op:
- verschotten € 3.529,-
- salaris advocaat € 452,- (1 punt x tarief € 452,-)
Totaal € 3.981,-
5. De beslissing in het incident en in de hoofdzaak
De rechtbank
5.1. verklaart zich onbevoegd van het geschil kennis te nemen,
5.2. veroordeelt Demec in de kosten van de hoofdzaak en het incident aan de zijde van Wemas tot aan deze uitspraak begroot op € 3.981,-,
5.3. verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. Vergunst en in het openbaar uitgesproken op 30 mei 2012.