ECLI:NL:RBZUT:2012:BY0087

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
11 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/922008-08
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van der Mei
  • Kleinrensink
  • Van der Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een Apeldoorner voor belastingfraude en valsheid in geschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 11 september 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 46-jarige man uit Apeldoorn, hierna aangeduid als verdachte B. De verdachte werd beschuldigd van het ontduiken van omzetbelasting en het opmaken van valse facturen in het kader van een belastingfraude. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een leidende rol had in het opzetten van schijnconstructies via autohandel, waarbij hij gebruik maakte van verschillende BV's, stromannen en katvangers. De verdachte had in de periode van 30 november 2006 tot en met 6 september 2007 opzettelijk onjuiste aangiften omzetbelasting gedaan bij de Belastingdienst, wat resulteerde in een fiscaal nadeel van meer dan 1 miljoen euro. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk niet doen van belastingaangifte en valsheid in geschrift, en deelneming aan een organisatie die tot doel had misdrijven te plegen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van twaalf maanden geëist, maar de rechtbank legde uiteindelijk een gevangenisstraf van tien maanden op, rekening houdend met de lange duur van de procedure en het strafblad van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de verdachte zich had laten gebruiken als katvanger en dat hij zich onvoldoende rekenschap gaf van de gevolgen van zijn handelen. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 10, 27, 47, 51, 57, 63, 91, 140 en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68, 69 en 72 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/922008-08
Uitspraak d.d. 11 september 2012
Tegenspraak artikel 279 Sv
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte B],
geboren te [plaats op 1966],
zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.
Raadsman mr. N.P. Scholte, advocaat te Apeldoorn.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 augustus 2012.
De tenlastelegging
Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting is gewijzigd is aan de verdachte ten laste gelegd dat:
1.
[Bedrijf 3 BV] op een of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks
de periode van 30 november 2006 t/m 06 september 2007 in de gemeente
Apeldoorn, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968,
(telkens) opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld
in de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, te weten de aangifte(n) voor de
de omzetbelasting over de maanden november 2006 en/of december 2006 en/of juli
2007 en/of augustus 2007 en/of het eerste kwartaal 2007 en/of het tweede
kwartaal 2007 onjuist of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der
belasting/de Belastingdienst te Apeldoorn, terwijl dat feit/die feiten ertoe
strekte(n) dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid of
onvolledigheid (telkens) hierin bestaan, dat in de aangiftebiljetten/het
aangiftebiljet betreffende die of een of meer van die maand(en) en/of
kwarta(a)l(en) en/of in de elektronische aangifte(n) betreffende die of een of
meer van die maand(en) en/of kwarta(a)l(en) (telkens) een te laag bedrag
(nihil) aan te betalen omzetbelasting werd vermeld, zulks terwijl hij,
verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer anderen, tot
bovenomschreven strafba(a)r(e) feit(en) opdracht heeft gegeven, dan wel
feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedraging(en);
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht
2.
[Bedrijf 3 BV] op één of meer verschillende tijdstippen in of omstreeks
de periode van 02 november 2006 t/m 29 augustus 2007 in de gemeente(n)
Apeldoorn en/of Epe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of
meer rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en),
althans alleen,
-een factuur, gedateerd 02/11/2006, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 1],
betreffende een auto van het merk Audi, model Q7 3.0 TDI,
en/of
-een factuur, gedateerd 18/12/2006, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 2],
betreffende een auto van het merk BMW, model 525 D Touring,
en/of
-een factuur, gedateerd 02/01/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 3],
betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI,
en/of
-een factuur, gedateerd 10/02/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 4],
betreffende een auto merk Audi, model A6 Allroad 3.0 TDI,
en/of
-een factuur, gedateerd 20/03/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 5],
betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI,
en/of
-een factuur, gedateerd 31/05/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 6],
betreffende een auto merk Volvo, model S80 Diesel,
en/of
-een factuur, gedateerd 09/07/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],[factuurnummer 7],
betreffende een auto merk Porsche, model S4 Cabrio,
en/of
-een factuur, gedateerd 29/08/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 2],[factuurnummer 8],
betreffende een auto merk Audi, model Q7 3.0 TDI,
en/of één of meer andere factu(u)r(en),
- (elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen - valselijk heeft opgemaakt of vervalst, hebbende dat valselijk
opmaken en/of dat vervalsen (telkens) hierin bestaan dat die factu(u)r(en)
(een) verko(o)p(en) dan wel (een) levering(en) vermelde(n) die in
werkelijkheid niet had(den) plaatsgevonden, zulks (telkens) met het oogmerk
om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen
te doen gebruiken,
zulks terwijl hij, verdachte, al dan niet in vereniging met een of meer
anderen, tot bovenomschreven strafbare feit(en) opdracht heeft gegeven, dan
wel feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden
gedraging(en);
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 01 november 2005
tot en met 20 oktober 2007 in de gemeente(n) Apeldoorn en/of Dronten en/of
Epe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer
rechtsperso(o)n(en) en/of met een of meer natuurlijke perso(o)n(en), althans
alleen, heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door
- [verdachte B] en/of
- [medeverdachte A] en/of
- [naam 1] en/of
- [naam 2] en/of
- [medeverdachte D] en/of
de rechtsperso(o)n(en)
- [bedrijf 2 BV] en/of
- [bedrijf 1 BV] en/of
- [Bedrijf 3 BV] en/of
(een) ander(en), welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven,
te weten:
- het plegen van valsheid in geschrift en/of
- het niet doen van belastingaangifte en/of
- het onjuist doen van belastingaangifte(n) en/of
- het onttrekken aan beslag;
art 140 lid 1 Wetboek van Strafrecht.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Aanleiding onderzoek
In juli 2007 werd door de belastingdienst een onderzoek ingesteld bij autohandel [medeverdachte A] handelende onder de naam [bedrijf A]. Daarbij kwam naar voren dat door [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A] alle auto's werden ingekocht bij [Bedrijf 3 BV] en dat de door [Bedrijf 3 BV] aan [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A] in rekening gebrachte BTW niet was verwerkt in de aangiften omzetbelasting van [Bedrijf 3 BV]. De door [Bedrijf 3 BV] aan [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A] in rekening gebrachte BTW werd door [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A] wel in aftrek gebracht in zijn aangiften omzetbelasting. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek door de belastingdienst bij [Bedrijf 3 BV] werd het onderzoek uitgebreid tot ook andere bedrijven/leveranciers in verband met binnen de Europese Unie geldende bepalingen aangaande de toepassing van het nul procent tarief bij leveringen aan EU-ondernemers in het buitenland.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen kan worden. Ter zitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte dient te worden vrijgesproken van alle aan hem ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de raadsman het standpunt van de verdediging toegelicht. Verdachte was slechts een stroman en hij wist niet en hoefde niet te vermoeden dat hij of zijn contactpersonen met iets illegaals, laat staan met iets strafbaars bezig waren.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank gaat bij de beoordeling van de ten laste gelegde feiten uit van de volgende feiten en omstandigheden.
Door de Belastingdienst, kantoor Apeldoorn, zijn aan [Bedrijf 3 BV] aangiftebiljetten omzetbelasting toegezonden danwel uitgereikt over het tijdvak november 2006, december 2006, eerste kwartaal 2007, tweede kwartaal 2007, juli 2007, augustus 2007, welke aangiften werden terugontvangen van [Bedrijf 3 BV] op of omstreeks respectievelijk 30 november 2006, 31 december 2006, 27 april 2007, 23 juli 2007, 6 september 2007 en 6 september 2007.2
Voorts is het fiscale nadeel over de periode november 2006 t/m augustus 2007 voor de omzetbelasting door de belastingdienst vastgesteld op een bedrag van 1.005.422 euro.3
Enig en zelfstandig bevoegd bestuurder van [Bedrijf 3 BV] was vanaf 30 oktober 2006 [verdachte B]4.
[verdachte B], verdachte, heeft verklaard5 dat hij in oktober/november 2006 met een man in contact kwam in een café in Apeldoorn. Deze man heeft hem verteld dat hij wat kon verdienen als hij een bedrijfje op zijn naam zou nemen. Die man heeft vervolgens alles geregeld en er voor gezorgd dat hij [Bedrijf 3 BV] op zijn naam kreeg.
Het enige wat hij heeft gedaan om [Bedrijf 3 BV] op zijn naam te krijgen is dat hij één keer naar de notaris is geweest om daar te tekenen en hij heeft een uittreksel opgehaald bij de Kamer van Koophandel omdat dit nodig was voor het aankopen van auto's in Duitsland. De naam van de man die hij heeft ontmoet in het café en de naam van de man die met hem is mee geweest naar de notaris wil hij niet noemen.
[verdachte B] heeft verder verklaard dat [Bedrijf 3 BV] auto's kocht in Duitsland en deze vervolgens in Nederland invoerde. Hij heeft in totaal 80 à 90 auto's uit Duitsland opgehaald. Voor het ophalen van de auto's kreeg hij afhankelijk van de afstand 50 tot 100 euro. Hij bracht de auto's meestal naar [bedrijf A], [medeverdachte A], in Apeldoorn. Meestal maakte hij bij het afleveren van de auto's een factuur voor [bedrijf A] op en vervolgens kreeg hij meteen of hooguit een paar dagen later zijn geld. Hij maakte die facturen op de computer van [medeverdachte A].
Hij heeft post/aangiften gekregen van de Belastingdienst van [Bedrijf 3 BV]. De man uit het café heeft hem verteld dat er niets in Nederland werd verdiend en dat de aangiften gewoon op nul konden worden ingevuld.
De aangiften omzetbelasting heeft hij elektronisch ingediend, de eerste keer op een laptop op het adres van een oud-vriendin en daarna op de computer van [medeverdachte A] aan [adres in plaats].
De man uit het café had hem verteld dat [Bedrijf 3 BV] voor hem geen problemen op zou leveren. Aan het eind van [Bedrijf 3 BV] zou de B.V. op naam van een junk worden gezet en die zou dan met alle problemen zitten.
[naam 3] heeft verklaard6 dat hij adverteert met BV's op marktplaats en dat [medeverdachte A] in de nazomer van 2006 contact met hem heeft opgenomen omdat hij voor een vriend van hem op zoek was naar een B.V.. [medeverdachte A] is ergens eind september 2006 bij hem op kantoor geweest en liet zijn keuze vallen op [Bedrijf 3 BV]. [medeverdachte A] heeft meerdere uittreksels van de Kamer van Koophandel meegenomen en [medeverdachte A] heeft hem vervolgens na een week gebeld met de mededeling dat hij had besloten om tot koop over te gaan. [medeverdachte A] is toen bij hem geweest en heeft hem een legitimatie van [verdachte B] gegeven. [medeverdachte A] gaf aan dat hij per volmacht wilde passeren bij de notaris. [medeverdachte A] heeft persoonlijk een aanbetaling gedaan aan hem. Hij heeft de notaris op de hoogte gebracht. Na een week kreeg hij al een aangetekend schrijven in de bus ten name van [Bedrijf 3 BV] betreffende een kenteken. Hij heeft [medeverdachte A] daarover gebeld en heeft daarna niets meer van hem gehoord, tot omstreeks juli 2007. [medeverdachte A] belde hem toen dat hij voor twee kennissen een B.V. nodig had.
Geconfronteerd met telefoongesprek (gespreksnummer 12) gevoerd op 25 augustus 2007 inzake het telefoonnummer [06-nummer 1] heeft [naam 3] verklaard dat hij dit nummer heeft gekregen van [medeverdachte A]. Toen hij dit nummer belde werd er opgenomen door iemand met de naam [naam 1].
Geconfronteerd met telefoongesprek (gespreksnummer 15) gevoerd op 25 augustus 2007 inzake het telefoonnummer [06-nummer 1] heeft [naam 3] verklaard dat dit bedoelde [naam 1] was die met hem belde in plaats van [medeverdachte A].
Door de verhorende verbalisanten7 is aangegeven de gespreksnummers 12 en 15 aan [naam 3] zijn voorgehouden, welke gesprekken zagen op het 06 nummer van [naam 1].
Bij het onderzoek door de FIOD zijn op het verblijfadres van [medeverdachte A] diverse documenten aangetroffen, waaronder een origineel concept afrekening betreffende de levering van aandelen van [Bedrijf 3 BV] aan [verdachte B] d.d. 30 oktober 2006 voor 4.546,69 euro, waarop een handgeschreven aantekening van notaris [notaris] dat het bedrag contant is voldaan8.
Bij het onderzoek van de FIOD9 zijn op het verblijfadres van [medeverdachte A] onder meer aangetroffen:
* op een computer een uittreksel van de Kamer van Koophandel10 voor de Veluwe en Twente met het logo van de Kamer van Koophandel Utrecht betreffende [bedrijf 5 BV] Services met dossiernummer [dossiernummer] met [verdachte B] als enig aandeelhouder sedert 01-06-2000 op adres [adres, plaats] gedateerd op 02-07-2007.
Een identieke versie11 van dit uittreksel werd aangetroffen op een fax verzonden vanaf het telefoonnummer [telefoonnummer ], geregistreerd op de verblijfsplaats van [naam 1].
* het origineel van het uittreksel van de Kamer van Koophandel12 voor de Veluwe en Twente betreffende [Bedrijf 3 BV] d.d. 1-11-2006 met dossiernummer [dossiernummer]. Daarop komt het logo wel overeen met de betreffende Kamer van Koophandel, namelijk "Veluwe en Twente". Dit uittreksel is kennelijk origineel ondertekend en staat [verdachte B] vanaf de juiste datum, 30 oktober 2006, vermeld als aandeelhouder en bestuurder.
* op de voornoemde computer zijn verder diverse versies van uittreksels van Kamer van Koophan[naam]etreffende [bedrijf 5 BV] met dossiernummer [dossiernummer] van [Bedrijf 3 BV] aangetroffen:
• een versie13 met [verdachte B] als enig aandeelhouder sedert 01-06-2000 op adres [adres, plaats] gedateerd op 21-06-2006.
• een versie14 met [verdachte B] als enig aandeelhouder sedert 01-06-2000 op adres [adres, plaats] gedateerd op 05-02-2007.
• een versie15 met [verdachte B] als enig aandeelhouder sedert 01-06-2000 op adres [adres, plaats] gedateerd op 21-06-2006 en [stichting 2] als bestuurder.
* een factuur16 van [Bedrijf 3 BV] aan [bedrijf A] d.d. 29-8-2007 met factuurnummer [rekeningnummer 2], [factuurnummer 8] voor 51.000 euro incl. BTW. Deze factuur17 is tevens als laatste factuur van [Bedrijf 3 BV] aangetroffen in de aanwezige administratie van [bedrijf A] op het verblijfsadres van [medeverdachte A].
Bij onderzoek van de eigenschappen van dit document in de computer bleek dat het document 89 keer was opgeslagen en dat het betreffende document tussen 12 november 2006 en 2 september 2007 in totaal 775 minuten heeft opengestaan voor bewerking.
* een blanco factuur18 aangetroffen van [naam] Verspaningstechniek BV. met BTW-nummer NL [nummer] en KvK nummer [dossiernummer]. Deze factuur is voorzien van factuurnummer [rekeningnummer 1],[factuurnummer 1]. Hetzelfde factuurnummer is gebruikt voor een factuur van [Bedrijf 3 BV] aan [bedrijf A] d.d. 2-11-2006 voor 59.250 euro incl. BTW. Met handgeschreven notitie:
"1600 € per bank 22-12-2006 Voldaan. Rest kontant op 25-01-2007." Deze factuur is tevens de eerste factuur van [Bedrijf 3 BV] aangetroffen in de aanwezige administratie van [bedrijf A] op het verblijfsadres van [medeverdachte A].
Met betrekking tot de vermelde telefoonnummers op [naam]cturen van [bedrijf 5 BV] die naar Duitsland zijn gefaxt is nog gerelateerd:
• Op die facturen wordt het nummer [06-nummer 3] als telefoonnummer, en het nummer [06-nummer 2] als faxnummer vermeld;
• Een enveloppe van een prepaid Telfort simkaart betreffende telefoonnummer [06-nummer 2] met daarop de handgeschreven notitie "Fax" is aangetroffen op het
verblijfadres van [medeverdachte A];
• Een enveloppe van een prepaid Telfort simkaart betreffende telefoonnummer [06-nummer 3] met daarop de handgeschreven notitie "Tel" is ook is aangetroffen op het
verblijfadres van [medeverdachte A].
* alle inkoopgegevens19 van [Bedrijf 3 BV] aangetroffen op de het verblijfsadres van [medeverdachte A] voor wat betreft de facturen, dan wel onderschept zijn van de fax op het telefoonnummer [telefoonnummer ], staan geregistreerd op de verblijfsplaats van [naam 1].
* stukken betreffende de bankrekening bij de Rabobank van [Bedrijf 3 BV] aangetroffen, te weten:
• Een enveloppe20 met opschrift [verdachte B] en [Bedrijf 3 BV]
Inhoudende een mededeling pincode "[pincode]" behorende bij [nummers] Europas en [cijfers]
zijnde de 3 laatste cijfers van het bijbehorende bankrekeningnummer;
• Een origineel afschrift21 van de overeenkomst tussen [Bedrijf 3 BV] en de
Rabobank betreffende het Rabo Ondernemerspakket voor bankrekening[rekeningnummer 3].[cijfers].
* een vermoedelijk ingescande handtekening22, welke handtekening een sterke gelijkenis vertoont met de handtekening23 op een kopie van de identiteitskaart van [verdachte B] met nummer [IEnummer], welke eveneens op het verblijfsadres van [medeverdachte A] is aangetroffen.
* stukken met betrekking tot het doen van elektronische belastingaangifte:
• Een brief24 van de Belastingdienst aan [Bedrijf 3 BV] d.d. 29-11-2006 met
het wachtwoord [wachtwoord] betreffende fiscaal nummer [fiscaal nummer] ten behoeve van
elektronische aangiften;
• Een brief25 van de Belastingdienst aan [Bedrijf 3 BV] d.d. 11-11-2006 met de gebruikersnaam [gebruikersnaam] betreffende fiscaal nummer [fiscaal nummer] ten behoeve van elektronische aangiften.
* op een computer aangiften omzetbelasting, te weten:
• een aangifte26 omzetbelasting met aangiftenummer [aangiftenummer], aangiftetijdvak oktober 2006 en betalingskenmerk [betalingskenme[naam]etreffende [bedrijf 5 BV] voor 0 euro;
• een aangifte27 omzetbelasting met aangiftenummer [aangiftenummer],
aangiftetijdvak 28-02-2007 en betalingskenmerk [betalingskenme[naam]etreffende
[bedrijf 5 BV] voor 55.880 euro.
Aan deze aangiften is opvallend:
• Het telefoonnummer [06-nummer 3] vermeld op deze aangiften , is het nummer in gebruik bij [medeverdachte A].
• Als contactpersoon op beide prints staat "[naam]" vermeld als "[naam]".
Blijkens een systeemuitdraai ven de belastingdienst is alleen de aangifte over het tijdvak oktober 2006 ingezonden. Het gebruikte ip-nummer (computeradres) vanwaar de aangifte is verzonden is [ip-nummer]. Volgens een opgaaf van de provider28 behoort dit nummer bij [partner medeverdachte A] aan [adres te plaats], het verblijfsadres van [medeverdachte A]. [partner medeverdachte A] is de partner van [medeverdachte A].
Uit een analyse29 van in de periode van 30 juli 2007 t/m 19 oktober 2007 afgeluisterde telefoongesprekken komt onder andere het volgende naar voren:
• [medeverdachte A] maakt zich 182 keer bekend als "[naam]",
• [medeverdachte A] maakt zich 10 keer bekend als "[naam]",
• [medeverdachte A] maakt zich 1 keer bekend als [naam]",
• [verdachte B] voert geen enkel gesprek met Duitse autohandelaren en maakt zich geen enkele keer bekend als "[naam]",
• [naam 1] geeft 17 maal aan dat een auto gekocht of verkocht mag worden,
• [naam 1] geeft 10 maal aan dat er naar een bepaalde auto gezocht moet worden.
Uit de telefoongesprekken komt onder meer ook naar voren dat:
• [medeverdachte A] zegt dat hij samen met zijn vader de man achter alles is, en niet
[medeverdachte C]30.
• [medeverdachte A] zegt dat hij de baas is, en de man achter alles31.
• [medeverdachte A] zegt dat hij de man is, en dat hij erover beslist, ja of nee32.
• [naam 1] zegt dat er maar één de baas is, en dat hij dat zelf is33.
In de administratie van [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A] zijn facturen met omzetbelasting aangetroffen van [Bedrijf 3 BV]. Deze facturen zijn gebruikt om de daarop vermelde omzetbelasting als voorbelasting op te nemen in de aangiften omzetbelasting van [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A]34. Uit het onderzoek komt naar voren dat de auto's slechts op papier naar [Bedrijf 3 BV] zijn gegaan, maar dat de Duitse autobedrijven in werkelijkheid handelen met [medeverdachte A] h.o.d.n. [bedrijf A].
Een overzicht van de onderhavige facturen35, onder meer betrekking hebbende op de factuurnummers [factuurnummer 1], [factuurnummer 2], [factuurnummer 3], [factuurnummer 4], [factuurnummer 5], [factuurnummer 6], [factuurnummer 7] en [factuurnummer 8], ziende op de navolgende (bij voormeld overzicht gevoegde) facturen afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats] en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], te weten:
- een factuur gedateerd 02/11/2006, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 1], betreffende een auto van het merk Audi, model Q7 3.0 TDI;
- een factuur gedateerd 18/12/2006, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 2], betreffende een auto van het merk BMW, model 525 D Touring;
- een factuur gedateerd 02/01/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 3], betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI;
- een factuur gedateerd 10/02/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 4], betreffende een auto merk Audi, model A6 Allroad 3.0 TDI;
- een factuur gedateerd 20/03/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 5], betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI;
- een factuur gedateerd 31/05/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 6], betreffende een auto merk Volvo, model S80 Diesel;
- een factuur gedateerd 09/07/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 1], factuurnummer [factuurnummer 7], betreffende een auto merk Porsche, model S4 Cabrio;
- een factuur gedateerd 29/08/2007, rekeningnr. [rekeningnummer 2], factuurnummer [factuurnummer 8], betreffende een auto merk Audi, model Q7 3.0 TDI.
Op grond van de hiervoor aangegeven bewijsmiddelen, in hun onderling verband bezien, acht de rechtbank de aan verdachte verweten gedragingen bewezen. Verdachte is als katvanger/stroman opgetreden door tegen betaling een B.V. op zijn naam te zetten en daarmee ook de formele verantwoordelijk voor die B.V. te aanvaarden. Verdachte is ook betrokken geraakt bij de activiteiten rondom die B.V..
Verdachte is naar zijn zeggen in een kroeg benaderd met het voorstel dat hij "wat kon verdienen door een bedrijfje op zijn naam te nemen". De B.V. zou verdachte geen problemen geven, omdat deze uiteindelijk ("op het eind") op naam van een junk gezet zou worden, die dan met alle problemen zou zitten. De naam van de man die hem benaderde, wil verdachte niet noemen. Op het gedane voorstel is verdachte ingegaan. Verdachte heeft vervolgens tegen een (kleine) vergoeding auto's uit Duitsland opgehaald en naar [bedrijf A], [medeverdachte A], gebracht. Hij heeft op de computer van [medeverdachte A] facturen opgemaakt voor [bedrijf A]. De aangiften omzetbelasting heeft verdachte elektronisch ingediend en op nihil gesteld, omdat volgens de "man uit het cafe" in Nederland niets werd verdiend. Door aldus (naar buiten toe) als bestuurder van de vennootschap te fungeren, de aangiften omzetbelasting (op nihil) in te dienen en facturen op te maken, heeft verdachte - in vereniging - opdracht gegeven tot danwel leidinggegeven aan het plegen van de onderhavige strafbare feiten.
Gelet op het vorenstaande wist verdachte dat hij zich aldus inliet met strafbare feiten althans heeft hij tenminste in voorwaardelijke zin de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij zich daarmee zou inlaten.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
[Bedrijf 3 BV] op verschillende tijdstippen in de periode van 30 november 2006 t/m 6 september 2007 in de gemeente Apeldoorn, tezamen en in vereniging met een of meer
natuurlijke personen, als ondernemer in de zin van de Wet op de Omzetbelasting 1968,
telkens opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte, als bedoeld in de Algemene wet inzake de rijksbelastingen, te weten de aangiften voor de omzetbelasting over de maanden november 2006 en december 2006 en juli 2007 en augustus 2007 en het eerste kwartaal 2007 en het tweede kwartaal 2007 onjuist heeft gedaan bij de Inspecteur der
belasting/de Belastingdienst te Apeldoorn, terwijl die feiten ertoe strekten dat te weinig belasting wordt geheven, hebbende die onjuistheid telkens hierin bestaan, dat in de elektronische aangiften betreffende die maanden en kwartalen telkens een te laag bedrag
(nihil) aan te betalen omzetbelasting werd vermeld, zulks terwijl hij, verdachte, in vereniging met een of meer anderen, feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen;
2.
[Bedrijf 3 BV] op verschillende tijdstippen in de periode van 2 november 2006 t/m 29 augustus 2007 in de gemeenten Apeldoorn en/of Epe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer natuurlijke personen,
- een factuur, gedateerd 2/11/2006, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto van het merk Audi, model Q7 3.0 TDI,
en
- een factuur, gedateerd 18/12/2006, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto van het merk BMW, model 525 D Touring,
en
- een factuur, gedateerd 2/01/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI,
en
- een factuur, gedateerd 10/02/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto merk Audi, model A6 Allroad 3.0 TDI,
en
- een factuur, gedateerd 20/03/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto merk Mercedes, model ML 320CDI,
en
- een factuur, gedateerd 31/05/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto merk Volvo, model S80 Diesel,
en
- een factuur, gedateerd 9/07/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 1],
betreffende een auto merk Porsche, model S4 Cabrio,
en
- een factuur, gedateerd 29/08/2007, afkomstig van [bedrijf 3 BV te plaats]
en geadresseerd aan [bedrijf A te plaats], rekeningnr. [rekeningnummer 2],
betreffende een auto merk Audi, model Q7 3.0 TDI,
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen telkens valselijk heeft opgemaakt telkens met het oogmerk om dat geschrift als echt te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, immers hebben hij verdachte en zijn mededaders alstoen aldaar telkens opzettelijk valselijk en in strijd met de waarheid - zakelijk weergegeven - op die facturen vermeld dat de geadresseerden van die facturen ter zake leveringen van goederen dienden te betalen als was er sprake van tussen leverancier enerzijds en afnemers anderzijds overeengekomen transacties zoals gebruikelijk in het handelsverkeer, zulks terwijl in werkelijkheid sprake was van opgezette schijntransacties met het vooropgezette doel (om in het kader van een zogenaamde BTW-carrousel) de Nederlandse Staat financieel te benadelen (op het terrein van de omzetbelasting) en om zichzelf (financieel) te bevoordelen ten koste van de Nederlandse Staat,
zulks terwijl hij, verdachte, in vereniging met een of meer anderen, feitelijke leiding heeft gegeven aan boven omschreven verboden gedragingen;
3.
hij in de periode van 1 november 2005 tot en met 20 oktober 2007 in de gemeente(n) Apeldoorn en/of Dronten en/of Epe, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer rechtspersonen en met een of meer natuurlijke personen, heeft deelgenomen aan een organisatie, die gevormd werd door
- [verdachte B] en/of
- [medeverdachte A] en/of
- [naam 1] en/of
- [naam 2] en/of
- [medeverdachte D] en/of
de rechtsperso(o)n(en)
- [bedrijf 2 BV] en/of
- [bedrijf 1 BV] en/of
- [Bedrijf 3 BV] welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, te weten:
- het plegen van valsheid in geschrift en/of
- het niet doen van belastingaangifte en/of
- het onjuist doen van belastingaangifte(n).
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
1. feitelijk leidinggeven aan medeplegen van het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. feitelijk leidinggeven aan medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
3. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd verdachte te veroordelen tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden.
De officier van justitie heeft bij zijn eis rekening gehouden met de omstandigheid dat verdachte zich bewust als katvanger heeft laten gebruiken en hij over een omvangrijk strafblad beschikt, waaruit moet worden afgeleid dat verdachte kennelijk onvoldoende onder de indruk is van hem eerder opgelegde straffen. Daarnaast heeft de officier aangegeven dat er - gelet op de omvang van het onderzoek - sprake is van enige overschrijding van de redelijke termijn, hetgeen door hem is verdisconteerd in zijn eis.
De raadsman heeft aangevoerd dat voor het geval de rechtbank anders dan door hem bepleit tot enige bewezenverklaring mocht komen, rekening dient te worden gehouden met het feit dat de strafzaak uiteindelijk tenminste vier jaar en negen maanden heeft geduurd. Daarom dient een zodanig strafvermindering te worden toegepast die recht doet aan de grote overschrijding - uitgaande van de termijn van vierentwintig maanden die in beginsel bestaat voor de behandeling van een strafzaak - van de redelijke termijn. Verdachte is bovendien al zwaar gestraft tengevolge van de belastingaanslagen die hem zijn opgelegd.
Bij een veroordeling is een schuldigverklaring zonder strafoplegging passend. Voor het geval er toch nog een straf zou moeten volgen dan kan dat worden beperkt tot een voorwaardelijke straf.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden en met name ook het strafrechtelijk verleden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich er toe geleend om als katvanger/stroman te fungeren voor [Bedrijf 3 BV]. Hij heeft voor een gering bedrag en zonder zich verder iets af te vragen de formele verantwoordelijkheid voor die B.V. op zich genomen en heeft in dat verband ook werkzaamheden uitgevoerd zoals het doen van nul aangiften voor de belastingdienst.
Ten behoeve van [Bedrijf 3 BV] zijn valselijk facturen opgemaakt om zo de schijn van echte handelstransacties te wekken met als enige doel BTW-fraude mogelijk te maken. Hiermee wordt niet alleen de belastingdienst ernstig benadeeld maar ook de belastingbetaler, terwijl ook het internationaal stelsel van belastingheffing behoorlijk wordt benadeeld. Verdachte heeft louter gehandeld met het oog op persoonlijk financieel gewin.
In het nadeel van verdachte weegt de rechtbank dat verdachte over een omvangrijk strafblad beschikt en hij, gezien het gemak waarmee hij zich heeft ingelaten met de onderhavige feiten, zich kennelijk onvoldoende rekenschap geeft van de mogelijke gevolgen van zijn persoonlijk handelen. Verdachte heeft weliswaar een ondergeschikte rol gespeeld in de organisatie als zodanig, maar heeft met zijn inbreng er wel aan bijgedragen dat dit soort criminele organisaties kunnen floreren.
De gepleegde feiten zijn van oudere datum. De rechtbank houdt ernstig rekening met de lange periode die inmiddels is verstreken sedert de inverzekeringstelling van verdachte op 26 november 2007. Deze overschrijding van de redelijke termijn wordt door de rechtbank verdisconteerd door het een mindering toe te passen op de in beginsel beoogde straf.
De feiten zijn te ernstig, mede in het licht van het strafblad van verdachte, om te volstaan met een schuldigverklaring zonder strafoplegging, danwel met een voorwaardelijke straf, zoals door de raadsman bepleit.
De rechtbank acht alles afwegend een (geheel) onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van tien maanden op zijn plaats.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 27, 47, 51, 57, 63, 91, 140 en 225 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 68, 69 en 72 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
1. feitelijk leidinggeven aan medeplegen van het opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte niet doen, terwijl het feit er toe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon, meermalen gepleegd;
2. feitelijk leidinggeven aan medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
3. deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven
en verklaart verdachte daarvoor strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van tien (10) maanden;
* beveelt dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Aldus gewezen door mrs. Van der Mei, voorzitter, Kleinrensink en Van der Hooft, rechters, tegenwoordigheid van Van Bun, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 september 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar bijlagennummers, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, dossiernummer 41149/41408 van de Belastingdienst FIOD-ECD, kantoor Almelo, gesloten en ondertekend op 14 april 2008 door de opsporingsambtenaren van de Belastingsdienst [ambtenaren].
2 Ambtsedige verklaring namens de inspecteur van de belastingdienst, bijlage D/157
3 Ambtsedige verklaring namens de inspecteur van de belastingdienst, bijlage D/158
4 Schriftelijk bescheid uittreksel Kamer van Koophandel, bijlage D/001
5 Verklaring [verdachte B], bijlage V1-1, pag. 3, 4, 5, 6 bijlage V1-6, pag. 4 en 5
6 Verklaring [naam 3], bijlage G3-1, pag. 2, 4
7 Relaas verbalisanten, bijlage G3-1, pag. 4
8 Relaas verbalisanten stamproces-verbaal pag. 36 en bijlage D/073
9 Relaas en (verdere) bevindingen van verbalisanten, stamproces-verbaal pag. 37, 38 39 40 en 41
10 Bijlage D/064
11 Bijlage D/126
12 Bijlage D/070
13 Bijlage D/123
14 Bijlage D/124
15 Bijlage D/125
16 Bijlage D/180
17 Bijlage D/181
18 Bijlage D/091
19 Bijlage D/186
20 Bijlage D/071
21 Bijlage D/072
22 Bijlage D/108
23 Bijlage D/090
24 Bijlage D/087
25 Bijlage D/088
26 Bijlage D/130
27 Bijlage D/131
28 Bijlage D/061
29 Relaas verbalisanten, stamproces-verbaal pag. 40 en 41/Bijlage AH/08
30 Bijlage T-806, nummer 486
31 Bijlage T-806, nummer 513
32 Bijlage T-806, nummer 575
33 Bijlage T-464, nummer 363
34 Relaas en bevindingen verbalisanten, stamproces-verbaal pag. 58
35 Bijlage D/171