ECLI:NL:RBZUT:2012:BY2626
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - meervoudig
- Cremers
- Van der Hooft
- Knoop
- Rechtspraak.nl
Uitstel van voorwaardelijke invrijheidstelling na onttrekking aan detentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 6 november 2012 uitspraak gedaan over de vordering tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling van de veroordeelde, die gedetineerd was in de Penitentiaire Inrichting Utrecht. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die strekte tot uitstel van de voorwaardelijke invrijheidstelling met 122 dagen, toegewezen. De rechtbank overwoog dat de veroordeelde zich had onttrokken aan detentie in augustus 2012, wat leidde tot een verschuiving van de voorlopige datum van voorwaardelijke invrijheidstelling. De verdediging voerde aan dat de detentie goed was verlopen en dat de veroordeelde niet voldoende was geïnformeerd over de gevolgen van zijn gedrag. De rechtbank oordeelde echter dat de veroordeelde had moeten begrijpen dat zijn onttrekking aan detentie gevolgen zou hebben voor zijn voorwaardelijke invrijheidstelling. De rechtbank baseerde haar beslissing op artikel 15d van het Wetboek van Strafrecht, dat bepaalt dat voorwaardelijke invrijheidstelling kan worden uitgesteld indien de veroordeelde zich ernstig heeft misdragen of zich aan de tenuitvoerlegging van zijn straf onttrekt. De rechtbank concludeerde dat de persoonlijke belangen van de veroordeelde niet konden leiden tot afwijzing van de vordering of verkorting van de uitstelperiode. De beslissing werd genomen in tegenwoordigheid van de veroordeelde, zijn raadsman en de officier van justitie.