ECLI:NL:RBZUT:2012:BY3303
Rechtbank Zutphen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Overeenkomst van opdracht met 'no cure no pay' bepaling en geschil over vergoeding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Zutphen is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee besloten vennootschappen, aangeduid als [naam A B.V.] en [naam B B.V.], over een overeenkomst van opdracht met een 'no cure no pay' bepaling. De eisende partij, [naam A B.V.], heeft werkzaamheden verricht voor de gedaagde partij, [naam B B.V.], met betrekking tot vijf kwesties met de Belastingdienst. De werkzaamheden hebben geleid tot een minnelijke schikking waarbij [naam B B.V.] recht heeft op een teruggaaf van 85% van de belastingaanslagen. Echter, [naam B B.V.] heeft geweigerd de overeenkomst te ondertekenen en heeft zich agressief uitgelaten, wat heeft geleid tot een vertrouwensbreuk en de beëindiging van de overeenkomst door [naam A B.V.].
[naam A B.V.] vordert betaling van een bedrag van €2.763,62, vermeerderd met rente, en stelt dat zij recht heeft op deze vergoeding op basis van de overeenkomst. [naam B B.V.] voert verweer en stelt dat er sprake is van wanprestatie door [naam A B.V.], omdat deze niet op de hoogte is gehouden van de voortgang van de procedures en niet heeft aangedrongen op hoorzittingen. De rechtbank heeft de eisende partij opgedragen bewijs te leveren dat er overeenstemming is bereikt met de Belastingdienst, wat cruciaal is voor de beoordeling van de vordering.
De kantonrechter heeft in zijn tussenvonnis bepaald dat de zaak op 28 november 2012 opnieuw op de rol zal komen voor uitlating door [naam A B.V.] over de bewijslevering. De verdere beslissing is aangehouden, wat betekent dat de rechtbank nog geen definitieve uitspraak heeft gedaan over de vorderingen van [naam A B.V.].