ECLI:NL:RBZUT:2012:BY3624

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
20 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/940339-11 (tul bijzondere voorwaarde)
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Rademaker
  • A. van Apeldoorn
  • C. Cremers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging voorwaardelijke gevangenisstraf en wijziging bijzondere voorwaarden

Op 20 november 2012 heeft de Rechtbank Zutphen uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 17 januari 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van vier weken toegewezen, met aftrek van de tijd die de veroordeelde sinds de voorlopige tenuitvoerlegging in detentie heeft doorgebracht. De rechtbank heeft daarnaast de vordering tot wijziging van de bijzondere voorwaarden toegewezen, waarbij de tweede bijzondere voorwaarde is gewijzigd. De veroordeelde moet zich nu laten behandelen in een klinische setting bij Trajectum Berkelland en, indien nodig, in een Forensisch Psychiatrisch Centrum, zolang de reclassering dit noodzakelijk acht.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde, geboren in 1986 en thans verblijvende in het huis van bewaring te Arnhem, eerder bijzondere voorwaarden heeft overtreden. Dit betrof onder andere het niet naleven van de regels in de kliniek waar hij verbleef, wat leidde tot een vordering van de officier van justitie voor voorlopige tenuitvoerlegging. De rechtbank heeft de stukken, waaronder voortgangsverslagen van de reclassering, bekeken en geconcludeerd dat de veroordeelde gebaat is bij een gestructureerde behandeling in een gesloten setting. De reclassering heeft zich ingespannen om een geschikte kliniek te vinden, maar er is momenteel een wachtlijst.

De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die de voorlopige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf en wijziging van de bijzondere voorwaarden vroeg, in grote lijnen toegewezen. De rechtbank heeft overwogen dat de veroordeelde gemotiveerd is voor behandeling en dat de wijziging van de voorwaarden noodzakelijk is om hem de juiste zorg te bieden. De beslissing is genomen in het openbaar en is ondertekend door de rechters en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/940339-11 (tul bijzondere voorwaarde)
Uitspraak: (bij vervroeging) 20 november 2012
De rechtbank heeft te beslissen op de vordering d.d. 31 oktober 2012 van de officier van justitie strekkende tot tenuitvoerlegging van de bij onherroepelijk vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 17 januari 2012 waarbij:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1986],
wonende te [plaats, adres],
thans verblijvende in het huis van bewaring te Arnhem,
is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden met een proeftijd van twee jaren, en waarbij de volgende bijzondere voorwaarden zijn gesteld:
- de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen, hem te geven door of namens de reclassering, zolang deze instelling zulks nodig oordeelt. Veroordeelde moet zich hiervoor melden bij Reclassering Nederland, Unit Zutphen. Hierna moet hij zich gedurende door de reclassering bepaalde perioden blijven melden zo frequent als de reclassering gedurende deze perioden nodig acht;
- de veroordeelde zal zich klinisch laten behandelen in GGNet FPA De Boog te Warnsveld. De rechtbank bepaalt de duur van de klinische behandeling op maximaal twee jaar, of zoveel korter als de reclassering dit noodzakelijk oordeelt. De veroordeelde zal zich houden aan de regels die hem door of namens de leiding van de FPA zullen worden gegeven;
- de veroordeelde zal op verzoek van de reclassering ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden.
De rechtbank heeft de stukken bezien, waaronder:
- het voortgangsverslag van de reclassering d.d. 8 november 2012, opgemaakt door
M. Dul;
- het advies tenuitvoerlegging van de reclassering d.d. 25 oktober 2012, opgemaakt door M. Dul.
De vordering is in het openbaar behandeld ter terechtzitting van de meervoudige kamer op 13 november 2012. Van de behandeling is proces-verbaal opgemaakt.
Overwegingen
Uit het voortgangsverslag van de reclassering van 25 oktober 2012, de daarbij gevoegde informatie van De Boog en de verklaringen van zowel veroordeelde als de deskundige ter zitting, komt – samengevat weergegeven - naar voren dat veroordeelde tijdens zijn verblijf bij de De Boog (bij herhaling) in het bezit is geweest van messen, zich meermalen verbaal en fysiek agressief heeft gedragen tegen personeel en medebewoners en dat hij zich op 23 oktober 2012 - na agressie tegen een medebewoner - aan het toezicht van De Boog heeft onttrokken en later onder invloed van alcohol is teruggekeerd.
De officier van justitie heeft conform artikel 14fa, tweede lid van het Wetboek van Strafrecht een vordering voorlopige tenuitvoerlegging ingediend bij de rechter-commissaris, welke vordering door de rechter-commissaris is toegewezen op 26 oktober 2012, nadat veroordeelde op 25 oktober 2012 was aangehouden.
Uit het voortgangsverslag van 8 november 2012 en de toelichting van deskundige Dul ter zitting is gebleken dat de reclassering tussentijds veel in het werk heeft gesteld om een geschikte en passende kliniek voor veroordeelde te vinden.
Veroordeelde zou gebaat zijn bij een stevig gestructureerde gesloten behandelsetting bij een SGLVG+ kliniek als Trajectum. Het gevaarrisico wordt ingeschat als hoog, wat maakt dat het onwenselijk is dat veroordeelde elders dan in een gesloten behandelsetting verblijft.
Er is contact geweest met dhr. Bezemer van het Forensisch Plaatsing Loket (FPL) en dhr. Roosjen, coördinator Indicatiestelling Forensische Zorg (IFZ). Bij de beoogde behandelplek van SGLVG+ Trajectum – te weten Berkelland te Rekken – is op dit moment een wachtlijst. De verwachting is dat daar geen plek zal zijn voor eind januari / begin februari 2013. Vanwege de wachtlijst zal veroordeelde eerst moeten verblijven op een overbruggingsplek binnen een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC). Op 13 november 2012 – dus de dag van deze zitting – zal dhr. Roosjen een herindicatie stellen voor SGLVG+ Trajectum, locatie Berkelland. Op het moment van de zitting was de schriftelijke herindicatiestelling echter (nog) niet voorhanden. Een overbruggingsplek binnen een FPC is in zicht en zal beschikbaar zijn maar een schriftelijke bevestiging van de overbruggingsplek ontbreekt, aldus de deskundige.
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering partieel ten uitvoer te leggen, namelijk drie weken gevangenisstraf. Voorts heeft de officier van justitie gevorderd de bijzondere voorwaarden van het vonnis van 17 januari 2012 te wijzigen, in die zin dat veroordeelde zich klinisch laat behandelen bij Trajectum Berkelland op de afdeling SGLVG+ of een soortgelijke instelling.
Door en namens veroordeelde is de vraag opgevoerd of sprake is van schending van de bijzondere voorwaarden. De vraag is ook of deze schending van voorwaarden aan veroordeelde te wijten is, of dat de instelling ook een verwijt valt te maken. Veroordeelde is gebaat bij behandeling. De reclassering heeft zich erg ingespannen om op korte termijn een oplossing te vinden, echter is dit niet schriftelijk vastgelegd. Wellicht zou de behandeling van de zaak voor een korte periode kunnen worden aangehouden, totdat er meer duidelijkheid is over de plaatsing. Subsidiair is door en namens veroordeelde aangevoerd dat de door de officier van justitie voorgestelde afdoening ook een goede optie is.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank heeft geconstateerd dat veroordeelde binnen de proeftijd van twee jaren de bijzondere voorwaarden heeft overtreden, in die zin dat hij zich niet heeft gedragen naar de regels die hem door of namens de leiding van De Boog zijn gegeven. Veroordeelde heeft bij aanvang van de behandeling in FPA De Boog de huisregels van de kliniek uitgereikt gekregen, zo blijkt uit het rapport. Hij heeft in de loop van de tijd meerdere waarschuwingen gehad, maar desondanks is het hem niet gelukt de regels na te komen. Gevolg is geweest dat de reclassering de opdracht heeft geretourneerd en dat veroordeelde niet meer mag terugkeren naar FPA De Boog.
Indien enige gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd, kan de rechtbank conform artikel 14g, eerste lid, sub 2 van het Wetboek van Strafrecht al of niet onder instandhouding of wijziging van de voorwaarden gelasten dat een gedeelte van de niet ten uitvoer gelegde straf, alsnog zal worden ten uitvoer gelegd. De rechtbank is van oordeel dat, nu veroordeelde een bijzondere voorwaarde heeft overtreden, de vordering tot tenuitvoerlegging in beginsel kan worden toegewezen. Gelet op de inhoud van de reclasseringsrapporten van 25 oktober en 8 november en de gegeven informatie ter zitting, is de rechtbank van oordeel dat de vordering tenuitvoerlegging partieel moet worden toegewezen, te weten voor de duur van vier weken, met aftrek van de tijd dat hij sinds de voorlopige tenuitvoerlegging weer vastzit. Veroordeelde kan na het uitzitten van deze straf worden overgeplaatst naar een door de reclassering nader aan te wijzen overbruggingplek in een forensisch psychiatrisch centrum.
Voorts is de rechtbank met de officier van justitie van oordeel dat de voorwaarden dienen te worden gewijzigd. Veroordeelde heeft ter zitting aangegeven dat hij gemotiveerd is voor een klinische opname bij Trajectum Berkelland te Rekken. De intake zal nog moeten plaatsvinden maar indien deze intake goed verloopt, zou veroordeelde eind januari/begin februari 2013 bij Trajectum Berkelland in Rekken geplaatst kunnen worden.
Gelet op het voorgaande wordt als volgt beslist.
Beslissing
De rechtbank:
- wijst toe de vordering van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 17 januari 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf, te weten voor de duur van vier weken, met aftrek van de tijd die veroordeelde sinds de voorlopige tenuitvoerlegging vastzit;
- wijst de vordering van de officier van justitie voor het overige af;
- wijst toe de vordering tot wijziging van de bijzondere voorwaarden, in die zin dat de tweede gestelde bijzondere voorwaarde wordt gewijzigd in de bijzondere voorwaarde dat:
veroordeelde zich door middel van een klinische opname zal laten behandelen bij Trajectum Berkelland en ter overbrugging in een nader te bepalen Forensisch Psychiatrisch Centrum, zolang Trajectum en de Reclassering dit noodzakelijk achten, en zich zal houden aan de regels door of namens de leiding van die instelling voor de duur van maximaal de proeftijd.
Deze beslissing is gegeven door mrs. Rademaker, voorzitter, Van Apeldoorn en Cremers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoesstee, griffier en bij vervroeging uitgesproken op de openbare terechtzitting van 20 november 2012.