ECLI:NL:RBZUT:2012:BY3804

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
21 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06-950187-12
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Cremers
  • A. van Valderen
  • J. van der Hooft
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor stalking, bedreiging en wapenbezit

In deze zaak heeft de Rechtbank Zutphen op 21 november 2012 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 39-jarige man, die werd beschuldigd van stalking, bedreiging en wapenbezit. De verdachte heeft gedurende een periode van ongeveer zeven maanden zijn ex-echtgenote en haar nieuwe partner stelselmatig lastiggevallen door middel van sms-berichten en telefoontjes, ondanks herhaalde verzoeken van de slachtoffers om hiermee te stoppen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere dreigende sms-berichten heeft gestuurd, waarin hij de slachtoffers met geweld bedreigde. Daarnaast heeft hij zich herhaaldelijk in de nabijheid van de woning van de slachtoffers bevonden, wat hen in grote angst heeft gebracht.

De rechtbank heeft de verdachte ook schuldig bevonden aan het opzettelijk vernielen van eigendommen van de slachtoffers en het in bezit hebben van amfetamine en wapens. De verdachte had onder andere een stroomstootwapen, pepperspray en een vuurwapen in zijn bezit, wat in strijd is met de Wet wapens en munitie. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers meegewogen in de strafoplegging.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 365 dagen, waarvan 322 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarnaast is de verdachte verplicht om een schadevergoeding van €2.500,- te betalen aan de benadeelde partij, alsook aan de Staat. De rechtbank heeft bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder een contactverbod met de slachtoffers en verplichtingen tot behandeling voor zijn persoonlijkheidsstoornis en verslavingsproblematiek. De uitspraak is gedaan in het belang van de bescherming van de slachtoffers en de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer: 06/950187-12
Uitspraak d.d. 21 november 2012
Tegenspraak
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaatss] (Duitsland) op [1973],
wonende te [adres].
Raadsman: mr. R. Stam, advocaat te Doetinchem.
Onderzoek van de zaak
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 7 november 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 2 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, in elk geval in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], in elk geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij -verdachte-:
- die [slachtoffer] en/of de kinderen van die [slachtoffer] en/of de vriend van die [slachtoffer] veelvuldig,
althans meerdere sms-berichten gestuurd, al dan niet met dreigende bewoordingen en/of
- een of meerdere ma(a)l(en) telefonisch contact gezocht met die [slachtoffer] (terwijl die
[slachtoffer] uitdrukkelijk had verzocht dit niet te doen) en/of
- zich een of meerdere ma(a)l(en) in de buurt van de woning van die [slachtoffer] bevonden en/of
- die [slachtoffer] een of meerdere ma(a)l(en) gevolgd en/of
- over de schutting van de woning van [slachtoffer] gekeken;
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht.
2.
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 oktober 2011 tot en met 2 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, in elk geval in Nederland, [slachtoffer 1]
en/of [slachtoffer 2] (zeer veelvuldig) (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, hierin bestaande dat verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer] en/of [ slachtoffer 2] middels een sms-bericht (onder meer) dreigend woorden heeft toegevoegd:
- "Ik laat je niet meer met rust, weet precies wanneer je thuis bent of
weggaat. Je gaat eraan." en/of
- "We hebben het even afgewacht maar je bent niet onder de indruk van alle
berichten je blijft bij die kale, dus vandaag of morgen of volgende week of
een andere keer schieten we je kapot je kinderen steken we kapot nadat ze
eerst pijn en angst gevoeld hebben en je hondje gaat met jou mee het gat in
blijf op je hoede." en/of
- "Ik maak je af" en/of
- "Lekker rustig week eind gehad. Dat was je laatste wand je kon ons wel
vergeten zijn maar wij jullie nie.", en/of;
- "Als ik ow met dat hoertje sie lopen steek ik ow keet in de hens of van heur
en de blaaguh",
althans (sms-berichten met) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 28 januari 2012 en/of op of omstreeks 5 maart 2012 te Didam, gemeente Montferland, in elk geval in Nederland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de woning van [slachtoffer 1], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende
aan die [slachtoffer] en/of Laris Wonen en Diensten, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, door deze ruit(en) in te gooien en/of in te slaan/schoppen;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 3 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 14 gram speed, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende Amfetamine, zijnde Amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
art 2 ahf/ond C Opiumwet
art 10 lid 3 Opiumwet
5.
hij op of omstreeks 3 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland,
- een of meer wapen(s) van (de) categorie(ën) II en/of III, te weten een stroomstootwapen en/of een busje pepperspray en/of een vuurwapen (revolver) merk Nanno Hubenbecker .22 kaliber en/of een gasrevolver merk Melcher, model ME70, 6mm kaliber, in elk geval wapens in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft gehad en/of
- munitie van de categorie(ën) II en/of III (ongeveer twintig patronen kaliber 0,22LR en/of ongeveer 283 patronen van diverse merken) in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II en/of III, voorhanden heeft gehad;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wet wapens en munitie betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 26 lid 1 Wet wapens en munitie.
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Overwegingen ten aanzien van het bewijs1
Vaststaande feiten / aanleiding van het onderzoek
In de periode van augustus 2011 tot 21 april 2012 werd door [slachtoffer 1] diverse malen melding gemaakt van het feit dat zij werd bedreigd en gestalkt door haar ex-echtgenoot (verdachte). Op grond van deze meldingen werd nader onderzoek ingesteld.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerequireerd tot bewezenverklaring van de onder 1, 2, 3, 4 en 5 ten laste gelegde feiten. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de onder 1, 2, 3 en 5 ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Ten aanzien het onder 4 ten laste gelegde heeft de raadsman - naar de rechtbank begrijpt - vrijspraak bepleit.
Beoordeling door de rechtbank
Feit 1 en 2
De rechtbank zal de feiten gelet op hun onderlinge samenhang tegelijk beoordelen, waarbij elk bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts is gebruikt ten aanzien van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Verdachte heeft zowel bij de politie2 als ter terechtzitting3 ten aanzien van deze feiten een bekennende verklaring afgelegd. Hier zal dan ook volstaan worden met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Naast de verklaring van verdachte is voor het bewijs voorhanden:
- processen-verbaal van aangifte door [slachtoffer]4 en [ slachtoffer 2]5;
- processen-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer]6;
- een proces-verbaal ontvangst klacht door de hulpofficier van justitie7;
- een proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Nokia, type 63008 en
- een proces-verbaal van bevindingen van 27 maart 20129.
Feit 3
Verdachte heeft ter terechtzitting10 ten aanzien van dit feit een bekennende verklaring afgelegd. Hier zal dan ook volstaan worden met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
Naast de verklaring van verdachte is voor het bewijs voorhanden:
- processen-verbaal van aangifte11 en
- een proces-verbaal van verhoor van getuige Aaldering12.
Feit 4
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 4 tenlastegelegde kan worden bewezen op grond van het aantreffen van middelen bij verdachte, zijn verklaring en de onderzoeksresultaten van de verbalisanten. De officier van justitie heeft geen aanleiding gezien om te twijfelen aan de inhoud van het ambtsedige opgemaakte proces-verbaal opiumwet met betrekking tot het onderzoek naar de bij verdachte aangetroffen stoffen/middelen.
De raadsman heeft vrijspraak bepleit nu de ten laste gelegde hoeveelheid van 14 gram niet juist is en niet kan worden bewezen dat het speed was dat bij verdachte is aangetroffen. Daartoe heeft hij aangevoerd dat verdachte weliswaar heeft verklaard dat hij wel eens speed in capsules van medicijnen deed en de speed dan mengde met het medicijn, maar dat dit nog niet betekent dat de bij verdachte aangetroffen stoffen ook daadwerkelijk verboden stoffen zijn, zeker nu er geen onderzoek heeft plaatsgevonden door het Nederlands Forensisch Instituut.
De rechtbank overweegt hierover als volgt.
Tijdens de doorzoeking van de woning van verdachte werd onder meer aangetroffen een potje met wit poeder en in dit potje zaten nog enkele capsules met daarin ook wit poeder, een snuifpijpje met daarop een witte poeder variant, zes losse capsules met daarin wit poeder, een theelepel met daarop een wit poeder variant.13
In het proces-verbaal van bevindingen is het volgende gerelateerd. Het plastic zakje met daarin zes capsules wogen in totaal 3,9 gram. Het witte poeder en de kleine plastic schaal, inclusief het plastic zakje, wogen 3,4 gram. De plastic seal-bag met wit poeder wogen 8,5 gram.14 Voor het onderzoek naar verdovende middelen werd uiteindelijk aangeboden 2,39 gram crèmekleurige substantie en 14,57 gram tabletten/ampullen, 27 stuks met daarin wit poeder. Uit elke aangeboden hoeveelheid poeder en tabletten/ampullen werden door verbalisant een representatief monster genomen. De tests van de monsters gaven een positieve reactie op cocaïne en amfetamine, zijnde stoffen die zijn vermeld op Lijst 1 van de Opiumwet.15
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat de bij de doorzoeking aangetroffen stoffen en de bijbehorende voorwerpen van hem zijn. Hij had speed voor eigen gebruik. Verdachte heeft medicatie en gebruikte deze capsules wel eens om daar speed in te doen. Hij maakte dan zogenoemde bommetjes. Hij haalde het medicijn uit de capsule en stopte dan de speed in de capsules en slikte deze dan door.16 Ter terechtzitting heeft verdachte nog verklaard dat hij het medicijn uit de medicijncapsules haalde en dit wel eens mengde met de speed en weer terug stopte in de capsule.
De rechtbank acht gelet op de hierboven weergegeven bewijsmiddelen, met name het resultaat van de narcotest en de bekennende verklaringen van verdachte wettig en overtuigend bewezen dat een van de bij verdachte aangetroffen stoffen amfetamine (speed) betreft. Het verweer van de raadsman dat niet vaststaat dat een van die aangetroffen stoffen amfetamine betreft, wordt verworpen. Door de verdachte noch door de raadsman zijn concrete aanknopingspunten aangevoerd op grond waarvan twijfel aan de bevindingen zoals neergelegd in de processen-verbaal gerechtvaardigd zou zijn. Evenmin bevinden zich in het dossier aanwijzingen op basis waarvan de rechtbank heeft te twijfelen aan de juistheid van de uitgevoerde Narcotest.
De rechtbank overweegt overigens ten aanzien van de ten laste gelegde hoeveelheid dat niet is uit te sluiten dat de bij verdachte aangetroffen stof die als amfetamine is getest deels medicijnen en deels amfetamine bevat. De rechtbank zal verdachte derhalve van het onderdeel "ongeveer 14 gram" vrijspreken.
Feit 5
Tijdens de doorzoekingen van de woning van verdachte werden onder meer drie op vuurwapens gelijkende voorwerpen aangetroffen, te weten een revolver van het merk Nanno Hubenbecker (NHM) kaliber .22LR, een gasrevolver van het merk Melcher model ME 70, PTBnr. 5-70 kaliber 6mm Flobert knal en een stroomstootwapen. Ook werd pepperspray en munitie aangetroffen, te weten 20 patronen kaliber .22LR en 283 patronen van diverse merken.17,18 Uit onderzoek bleek dat de twee revolvers vuurwapens van categorie III zijn en de munitie van categorie III is19, dat het stroomstootwapen een wapen is in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie II onder 5 van de Wet wapens en munitie en dat de pepperspray een wapen is in de zin van artikel 2, eerste lid, categorie II, onder 6 van de Wet wapens en munitie.20
Verdachte heeft zowel bij de politie21 als ter terechtzitting erkend22 dat hij deze wapens en munitie voorhanden had.
Bewezenverklaring
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 2 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1], met het oogmerk die [slachtoffer], te dwingen iets te doen, niet te doen, te
dulden en/of vrees aan te jagen, immers heeft hij -verdachte-:
- die [slachtoffer] en de vriend van die [slachtoffer] veelvuldig, meerdere sms-berichten gestuurd, al dan niet met dreigende bewoordingen en
- telefonisch contact gezocht met die [slachtoffer] (terwijl die [slachtoffer] uitdrukkelijk had verzocht dit niet te doen) en
- zich meerdere malen in de buurt van de woning van die [slachtoffer] bevonden en
- die [slachtoffer] gevolgd en
- over de schutting van de woning van [slachtoffer] gekeken.
2.
hij op tijdstippen in de periode van 1 oktober 2011 tot en met 2 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (zeer veelvuldig) (telkens) heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met brandstichting, hierin bestaande dat verdachte (telkens) opzettelijk voornoemde [slachtoffer] en/of [ slachtoffer 2] middels een sms-bericht (onder meer) dreigend woorden heeft toegevoegd:
- "Ik laat je niet meer met rust, weet precies wanneer je thuis bent of
weggaat. Je gaat eraan." en
- "We hebben het even afgewacht maar je bent niet onder de indruk van alle berichten je
blijft bij die kale, dus vandaag of morgen of volgende week of een andere keer schieten we
je kapot je kinderen steken we kapot nadat ze eerst pijn en angst gevoeld hebben en je
hondje gaat met jou mee het gat in blijf op je hoede." en
- "Ik maak je af" en
- "Lekker rustig week eind gehad. Dat was je laatste wand je kon ons wel vergeten zijn maar
wij jullie nie.", en;
- "Als ik ow met dat hoertje sie lopen steek ik ow keet in de hens of van heur en de blaaguh",
althans (sms-berichten met) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
3.
hij op 28 januari 2012 en op 5 maart 2012 te Didam, gemeente Montferland, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk een ruit van de woning van [slachtoffer 1], toebehorende aan Laris Wonen en Diensten, heeft vernield door deze ruiten in te gooien en/of in te slaan/schoppen;
4.
hij op 3 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland, opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid van een materiaal bevattende Amfetamine, zijnde Amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
5.
hij op 3 mei 2012 te Didam, gemeente Montferland,
- wapens van de categorieën II en III, te weten een stroomstootwapen en een busje pepperspray en een vuurwapen (revolver) merk Nanno Hubenbecker .22 kaliber en een gasrevolver merk Melcher, model ME70, 6mm kaliber, voorhanden heeft gehad en
- munitie van de categorie III (ongeveer twintig patronen kaliber 0,22LR en ongeveer 283 patronen van diverse merken), voorhanden heeft gehad.
Vrijspraak van het meer of anders ten laste gelegde
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezenverklaarde levert op de misdrijven:
Feit 1: Belaging;
Feit 2: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en
bedreiging met brandstichting;
Feit 3: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen, meermalen gepleegd;
Feit 4: Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 5: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en
het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (munitie);
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 42 dagen en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, met aftrek van de tijd die door verdachte in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht. Bij de voorwaardelijke gevangenisstraf heeft de officier van justitie de bijzondere voorwaarden gevorderd zoals opgenomen in het reclasseringsadvies van 6 augustus 2012.
Door en namens verdachte is aangegeven dat hij zich kan vinden in de door de officier van justitie geëiste straf.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon en de omstandigheden van de verdachte zoals van een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte zijn ex-echtgenote en haar nieuwe partner gedurende een periode van ongeveer zeven maanden meermalen heeft gebeld en ge-sms't en zich in de buurt van haar woning heeft opgehouden, terwijl aangeefster heeft aangegeven dat zij daar geen prijs op stelde en dat verdachte daarmee moest stoppen. Verdachte heeft aangeefster stelselmatig lastiggevallen en inbreuk gemaakt op haar persoonlijke levenssfeer. De teksten van de sms-berichten waren in een aanzienlijk aantal gevallen zeer bedreigend van aard. Ook waren er vele sms-berichten met zeer grievende teksten. Ondanks verschillende waarschuwingen van de politie is verdachte niettemin doorgegaan met het lastigvallen van zijn ex-echtgenote. Een dergelijke stelselmatige inbreuk op de privacy raakt de persoon en het welbevinden van de betrokkene. De ervaring leert dat slachtoffers van belaging en bedreiging hiervan nog geruime tijd nadelige psychische gevolgen kunnen ondervinden, zoals ook is gebleken uit de ter terechtzitting voorgehouden schriftelijke verklaring van aangeefster.
Verdachte heeft voorts twee keer een ruit van de woning van aangeefster vernield. Door het plegen van dit feit heeft hij aangeefster niet alleen angst aangejaagd maar ook schade berokkend.
De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan het opzettelijk aanwezig hebben van een hoeveelheid amfetamine. Het gebruik van deze drugs brengt gezondheidsrisico's mee zoals de mogelijkheid van blijvende schade aan het centrale zenuwstelsel. In het algemeen geldt voor verdovende middelen als amfetamine dat zij in hoge mate verslavend zijn, met alle nadelige gevolgen van dien voor de gebruikers zelf en voor de samenleving als geheel.
Tenslotte heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan verboden wapenbezit. Het had op zijn weg gelegen de desbetreffende wapens (en munitie) nadat hij deze gevonden had, zoals hij heeft verklaard, onmiddellijk naar de politie te brengen.
Gelet op de ernst van het bewezenverklaarde en de justitiële documentatie van verdachte had het op de weg van verdachte gelegen om inzicht te geven in zijn geestvermogens. Verdachte heeft er echter voor gekozen om niet mee te werken aan het onderzoek naar zijn persoon en/of zijn geestvermogens. De stelling van verdachte dat hij zijn medewerking aan het psychologisch onderzoek heeft geweigerd, omdat hij deze strafzaak snel afgedaan wilde zien, laat de rechtbank voor rekening van verdachte. Deze opstelling van verdachte brengt wel met zich mee, dat de rechtbank van een volledige toerekeningsvatbaarheid van verdachte uitgaat.
De rechtbank houdt bij de strafoplegging rekening met de inhoud van het reclasseringsadvies van 6 augustus 2012. Uit dit advies komt onder meer het volgende naar voren:
Frustraties rondom zijn relatie en zijn werk hebben bij betrokkene geleid tot een verstoorde emotieregulatie en middelengebruik en dit heeft tot stalking geleid. Voor zijn emotieregulatie is hij al langere tijd in behandeling en er is een blijvende motivatie voor behandeling bij betrokkene.
Er zijn verder problemen op meerdere leefgebieden zoals relatie, werk/dagbesteding, financiën, middelenmisbruik en mogelijk huisvesting.
Positief is dat betrokkene in het reclasseringscontact zich begeleidbaar opstelt en zich aan alle afspraken houdt. Betrokkene is onder begeleiding bij GGNet waar een behandelprogramma voor hem is opgesteld.
Het recidiverisico wordt ingeschat als laag gemiddeld.
Geadviseerd wordt een (gedeeltelijk) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met de bijzondere voorwaarden van een verplicht reclasseringstoezicht, een meldingsgebod, behandelverplichting, drugs- of alcoholverbod en een contactverbod.
Ter terechtzitting heeft verdachte zich op het standpunt gesteld dat hij is geschrokken van de berichten die hij heeft gestuurd en dat hij spijt heeft. Verdachte heeft zich bereid verklaard zich te houden aan de door de reclassering opgestelde bijzondere voorwaarden.
Alles overwegende zal de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 365 dagen, waarvan 322 dagen voorwaardelijk opleggen. De rechtbank wijkt hierbij in voor verdachte ongunstige zin af van de eis van de officier van justitie. Redengevend is hiervoor in het bijzonder de ernst van de belaging en bedreigingen. De rechtbank zal een forse voorwaardelijke gevangenisstraf opleggen teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank zal hieraan voorwaarden verbinden zoals opgenomen in het reclasseringsrapport van 6 augustus 2012. Daaraan is gekoppeld een door de rechtbank op te leggen proeftijd van drie jaren nu er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een misdrijf zal begaan dat gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Hiervoor is opnieuw redengevend de ernst van de ten laste gelegde feiten, in het bijzonder die onder 1 en 2, en de persoon van verdachte, te meer nu hij geen inzicht heeft willen geven in zijn geestvermogens.
In beslag genomen voorwerpen
Uit het verhandelde ter terechtzitting is gebleken dat de rechtbank over de volgende in beslag genomen voorwerpen dient te beslissen, te weten telefoons en telefoonaccessoires (nummers 7 tot en met 27 en 29 tot en met 49 op de beslaglijst).
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen voorwerpen aan de rechthebbende zullen worden teruggegeven.
Nu zich geen strafvorderlijk belang daartegen verzet, zal de teruggave worden gelast van de na te melden voorwerpen aan de veroordeelde.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partij [slachtoffer 1] heeft zich met een vordering tot schadevergoeding ten bedrage van € 2.500,- (aan immateriële schadevergoeding), vermeerderd met de wettelijke rente gevoegd in het strafproces ten aanzien van het onder 1 en 2 tenlastegelegde.
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vordering van [slachtoffer], vermeerderd met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij dient te worden gematigd in verband met de financiële situatie van verdachte. De raadsman heeft verzocht om een symbolisch bedrag op te leggen.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vordering is gebleken, voldoende komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het onder 1 en 2 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade heeft geleden die voor vergoeding in aanmerking komt.
De ervaring leert dat een slachtoffer door het handelen zoals ten laste is gelegd immateriële schade lijdt. Zulks blijkt ook uit de aangifte. Uit de toelichting op haar vordering, is naar voren gekomen welke psychische gevolgen de gedragingen van verdachte op aangeefster/de benadeelde partij hebben gehad. Dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden, staat voor de rechtbank derhalve vast. De rechtbank zal de verzochte immateriële schade van € 2.500,- toewijzen. Daarbij heeft de rechtbank de bijzondere ernst en de intensiteit van de belaging in aanmerking genomen en zij heeft mede gelet op min of meer soortgelijke gevallen. De omstandigheid dat verdachte momenteel in een slechte financiële situatie verkeert, mag naar het oordeel van de rechtbank niet in de weg staan aan toewijzing van dit bedrag. De rechtbank honoreert het verzoek om matiging derhalve niet.
De vordering wordt derhalve toegewezen voor een bedrag van € 2.500,-. Het toe te wijzen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente met ingang van 2 mei 2012. De verdachte is voor die schade naar burgerlijk recht aansprakelijk.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemd slachtoffer.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging/beslissing is gegrond op de artikelen:
- 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 55, 57, 36f, 91, 285, 285b en 350 van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 10 en 13 van de Opiumwet;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.
Beslissing
De rechtbank:
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 en 5 tenlastegelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als:
Feit 1: Belaging;
Feit 2: Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd en bedreiging met brandstichting;
Feit 3: Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een
ander toebehoort vernielen, meermalen gepleegd;
Feit 4: Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de
Opiumwet gegeven verbod;
Feit 5: Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie
en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II, meermalen gepleegd en een vuurwapen van categorie III, meermalen gepleegd (wapens);
en
Handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie (munitie);
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 365 (driehonderdvijfenzestig) dagen;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 322 (driehonderdtweeëntwintig) dagen niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 3 (drie) jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende algemene dan wel bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* legt als algemene voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verleent aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
* legt als bijzondere voorwaarden op dat de veroordeelde:
- zich zal blijven melden bij de reclassering Iriszorg Justitiële Verslavingszorg te Arnhem (Weerdjesstraat 10 te Arnhem, telefoonnummer 088-6061311) zo frequent en zolang reclassering Iriszorg dit noodzakelijk acht;
- zich houdt aan de afspraken en aanwijzingen die hem door de reclassering worden gegeven;
- zal blijven meewerken aan de behandeling voor persoonlijkheidsstoornis en zijn agressieregulatie/emotieregulatie bij de Geestelijke Gezondheidszorginstelling GGNet (afdeling Forensische Psychiatrie) of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering waarbij de veroordeelde zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling zullen worden gegeven door of namens de instelling/behandelaar;
- zich ambulant laat behandelen bij verslavingszorg IrisZorg voor zijn mogelijke alcohol- en drugsproblematiek;
- op geen enkele wijze contact zal opnemen of onderhouden met de aangevers, mevrouw [slachtoffer] en de heer [ slachtoffer 2], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
- zich niet zal ophouden in of rondom de woning van aangeefster, te weten mevrouw [slachtoffer], dan wel in een door de reclassering aan te geven redelijke straal van dit adres, [adres 1], dan wel in een door de reclassering aan te geven redelijke straal van de woning van de nieuwe vriend van mevrouw [slachtoffer], de heer [ slachtoffer 2], [adres 2], zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* gelast de teruggave van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen aan veroordeelde, te weten:
beslaglijst nr:
7 6.00 DS Doos, DIVERSEN verpakking, verschillende merken verpakkingen mob.telefoons;
8 6.00 STK Papier, brief, brieven aan sl.;
9 1.00 STK Papier, DIVERS facturen, facturen telefoonbedrijven;
10 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, NOKIA ESERIES e52-1;
11 1.00 STK Telefoontoestel Kl:Zwart,NOKIA 3120c1, label 9;
12 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart, NOKIA 6233, label 11;
13 1.00 STK Telefoontoestel SAMSUNG sgh-g600, Label 7;
14 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, SAMSUNG Sgh-e600, Label 14;
15 1.00 STK Telefoontoestel, SAMSUNG accu;
16 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, TOSHIBA ts222i, label 12;
17 1.00 STK Telefoontoestel Kl:roze, NOKIA 7373, label 13;
18 1.00 STK Telefoontoestel SAMSUNG tad037ebe, Travel adapter;
19 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart, NOKIA 6230, label 17;
20 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, SAMSUNG sg-x460, label 18;
21 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, NOKIA 2330c, label 15;
22 1.00 STK Telefoontoestel NOKIA 6230, Label 19;
23 1.00 STK Telefoontoestel SONY ERICSSON T630, Label 20;
24 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart, NOKIA 5140i, Label 16;
25 1.00 STK Telefoontoestel Kl:rood, ALCATEL ot-s520, label 21;
26 1.00 STK Boek, NOKIA, handleiding nokia 6300;
27 1.00 STK Telefoontoestel Kl:wit, klepje, wit klepje van telefoon;
29 1.00 STK Telefoontoestel, onderdelen, diverse onderdelen telefoon;
30 2.00 STK Telefoontoestel, 1x nokia front, 1x merkloos front;
31 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zwart, SONY ERICSSON k800i, label 22;
32 4.00 STK Acculader Kl:zwart, acculaders: 2x nokia, 1 x alcatel, 1x ac/dc;
33 1.00 STK Telefoontoestel Kl:brons, NOKIA 6500c, label 23;
34 1.00 STK Telefoontoestel Kl:zilver, SAMSUNG sgh-e700, geen label vermeld;
35 1.00 STK Acculader, NOKIA B1-5c;
36 2.00 STK Adapter Kl:Zwart, merkloos adapters;
37 5.00 STK Adapter Kl:Zwart, NOKIA;
38 6.00 STK Adapter Kl:zwart, DIVERS, samsung, siemens, jabra, alcatel, sony;
39 4.00 STK Acculader Kl:Zwart, autolader;
40 5.00 STK Acculader, DIVERS, 3 x nokia, 1x motorola, 1x siemens;
41 5.00 STK Telefoontoestel, front/achterk: 2x nokia, 1x motorola, 2x Samsung;
42 6.00 STK Keycard, LUCHTMACHT keykoord, headset, luidspreker, adapter,
ds, pastic;
43 3.00 STK Kabel, 2x zwarte kabel, 1x grijze;
44 1.00 STK Telefoontoestel Kl:Zilver, NOKIA 6310i, label 1;
45 1.00 STK Telefoontoestel Kl:meerkl., ALCATEL ot-e260, label 2;
46 1.00 STK Telefoontoestel SONY ERICSON k750i, Label 3;
47 1.00 STK Telefoontoestel Kl:Zwart, NOKIA e65-1, Label 4;
48 1.00 STK Telefoontoestel Kl:meerkl., NOKIA 6700c-1, label 5;
49 1.00 STK Telefoontoestel Kl:Blauw, SIEMENS C65, Label 6;
* veroordeelt verdachte ten aanzien van feit 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer 1], van een bedrag van € 2.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2012 met veroordeling van verdachte in de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en de kosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak moet maken;
* legt aan veroordeelde de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag te betalen van € 2.500,-, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 mei 2012, met bevel dat bij gebreke van betaling en verhaal 35 (vijfendertig) dagen hechtenis zal kunnen worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* heft op het -geschorste- bevel tot voorlopige hechtenis;
Aldus gewezen door mrs. Cremers, voorzitter, Van Valderen en Van der Hooft, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Buitenhuis, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 21 november 2012.
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam)proces-verbaal, nummer 2012020791, Regiopolitie Noord- en Oost Gelderland, district Achterhoek, gesloten en ondertekend op 6 juni 2012.
2 Proces-verbaal van verhoor van verhoor van verdachte, p. 344, 1e t/m 4e alinea, 358-359.
3 Proces-verbaal van terechtzitting van 7 november 2012.
4 Processen-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1], p. 253-255 en 294-296.
5 Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2], p. 65-67.
6 Processen-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 1], p. 282-284 en 297-298, plus bijlage p. 299.
7 Proces-verbaal ontvangst klacht door hulpofficier van justitie, p. 278.
8 Proces-verbaal onderzoek GSM-telefoon Nokia, type 6300, p. 85-86, plus bijlage, p. 90.
9 Proces-verbaal van bevindingen, p. 302.
10 Proces-verbaal van terechtzitting van 7 november 2012.
11 Processen-verbaal van aangifte, p. 366-367 en 431 en 432.
12 Proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige], p. 374.
13 Proces-verbaal van bevindingen van 3 mei 2012, p. 478-479.
14 Proces-verbaal van bevindingen van 7 mei 2012, p. 480.
15 Proces-verbaal van bevindingen van 6 juni 2012, p. 484-485.
16 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, p. 322.
17 Processen-verbaal van bevindingen van 3 mei 2012, p. 440-441 en 442-443.
18 Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek) van 16 mei 2012, p. 446.
19 Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek) van 16 mei 2012, p. 446-449, plus bijlage p. 450-455.
20 Proces-verbaal van bevindingen (onderzoek) van 16 mei 2012, p. 456-458, plus bijlage p. 462 en 464.
21 Processen-verbaal van verhoor van verdachte, p. 309, 316, 317, 323, 324.
22 Proces-verbaal van terechtzitting van 7 november 2012.