ECLI:NL:RBZUT:2012:BY4005

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
22 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/850651-10
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Troost
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen tenuitvoerlegging van werkstraf en vervangende hechtenis

In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Zutphen op 22 november 2012 uitspraak gedaan over een bezwaarschrift dat op 19 september 2012 was ingediend door de veroordeelde. Dit bezwaarschrift was gericht tegen een bevel van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van 18 dagen vervangende hechtenis, voortvloeiend uit een eerder vonnis van 6 juli 2011, waarin aan de veroordeelde een werkstraf van 140 uren was opgelegd. De veroordeelde had tot dat moment 79 uren van de werkstraf verricht, maar had aangegeven dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder stressfactoren en bijwerkingen van medicatie, niet in staat was geweest om de werkstraf volledig te voltooien.

Tijdens de zittingen op 11 oktober en 15 november 2012 heeft de veroordeelde zijn situatie toegelicht. Hij heeft aangegeven dat er geen sprake was van onwil, maar van onmacht, en dat hij recentelijk met succes in behandeling was geweest bij Groot Batelaar. De politierechter heeft de processtukken en de verklaringen van de veroordeelde in overweging genomen. Ondanks dat de veroordeelde zich verscheidene malen ziek had gemeld en niet altijd de regels van de reclassering had nageleefd, heeft hij aangegeven dat hij zijn leven op orde heeft en vertrouwen heeft in het kunnen voltooien van de werkstraf.

De politierechter heeft geconcludeerd dat, gezien de omstandigheden, de veroordeelde nog één kans moet krijgen om zijn werkstraf af te ronden. Het bezwaarschrift is gegrond verklaard en het bestreden bevel van de officier van justitie is vernietigd. Deze beslissing is genomen in het belang van de rehabilitatie van de veroordeelde, die blijk heeft gegeven van de intentie om zijn werkstraf alsnog te voltooien.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector straf
parketnummer: 06/850651-10
De politierechter in deze rechtbank heeft te beslissen op een op 19 september 2012 op de griffie ingekomen bezwaarschrift ex artikel 22g, derde lid, van het Wetboek van Strafrecht van de veroordeelde:
[veroordeelde],
geboren te [plaats op 1980],
wonende te [plaats, adres].
De politierechter heeft de processtukken bezien. Het bezwaarschrift is behandeld ter terechtzitting van 11 oktober 2012 en van 15 november 2012. Van deze behandeling zijn processen verbaal opgemaakt.
Motivering
Het bezwaarschrift richt zich tegen de kennisgeving van het bevel van de officier van justitie tot tenuitvoerlegging van 18 dagen vervangende hechtenis (hierna: het bestreden bevel) betreffende een vonnis van de politierechter in deze rechtbank van 6 juli 2011, waarbij aan de veroordeelde een werkstraf van 140 uren subsidiair 70 dagen hechtenis is opgelegd met aftrek van 2 uren per dag die in voorarrest is doorgebracht (netto 114 uur). De veroordeelde heeft 79 uren gewerkt van de te verrichten 114 uren werkstraf.
Door en namens veroordeelde is ter terechtzitting aangegeven dat er geen sprake is van onwil, maar van onmacht, mede vanwege een aantal stressfactoren. Veroordeelde is met succes een half jaar bij Groot Batelaar in behandeling geweest en hij is gestopt met het gebruik van verdovende middelen. Door zijn medicatie heeft hij last van nogal wat bijwerkingen, waardoor veroordeelde zich soms goed ziek voelt. Tegen de achtergrond van die factoren, inclusief zijn recente verhuizing, moet worden begrepen dat veroordeelde zich een enkele keer niet helemaal heeft gehouden aan de regels van de reclassering. Overigens neemt dit niet weg dat hij 79 uren van de werkstraf heeft verricht. Veroordeelde wil graag een kans krijgen om de werkstraf alsnog af te ronden.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gepersisteerd bij zijn vordering.
Het behoort naar het oordeel van de politierechter, behoudens bijzondere omstandigheden, tot de eigen verantwoordelijkheid van de tot taakstraf veroordeelde om ervoor te zorgen dat de taakstraf tijdig kan worden verricht. Uit de stukken komt naar voren dat veroordeelde zich verscheidene malen ziek heeft gemeld maar daarbij niet geheel de daarvoor voor hem geldende regels in acht heeft genomen. Bovendien was bij een huiscontrole niet aanwezig. Veroordeelde heeft ter zitting echter aangegeven welke problemen de oorzaak hiervan zijn, dat hij net zijn leven op orde heeft, met zijn vriendin is gaan samenwonen en dat hij er zelf ook vertrouwen in heeft dat het hem nu wel zal lukken om de werkstraf te voltooien.
Alle feiten en omstandigheden in aanmerking genomen is de politierechter van oordeel dat veroordeelde (toch) nog één kans moet krijgen om zijn werkstraf te voltooien. Dit betekent dat het bezwaar gegrond zal worden verklaard en dat het bestreden bevel van de officier van justitie zal worden vernietigd.
Beslissing
De politierechter:
- verklaart het bezwaarschrift gegrond;
- vernietigt het bestreden bevel.
Deze beslissing is gegeven door mr. Troost, politierechter, in tegenwoordigheid van Van Aalst, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 22 november 2012.