ECLI:NL:RBZUT:2012:BY4750

Rechtbank Zutphen

Datum uitspraak
30 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
06/081093-12
Instantie
Rechtbank Zutphen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M. van der Mei
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van een strafzaak naar de meervoudige kamer wegens juridische complexiteit en ernst van de verdenking

In deze strafzaak, behandeld door de politierechter van de Rechtbank Zutphen, is de verdachte beschuldigd van het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan een persoon genaamd [slachtoffer] op 7 juni 2011 te Varsseveld. De politierechter heeft op 30 november 2012 geoordeeld dat, gezien de ernst van de verdenking, de omstandigheden waaronder het feit zou zijn gepleegd, en de gevolgen voor de aangever, de zaak in volle omvang behandeld dient te worden door een meervoudige kamer. Dit besluit is genomen na het horen van de verdediging en het openbaar ministerie, waarbij de verdediging zich op het standpunt stelde dat er sprake was van noodweer en dat de verdachte niet de intentie had om zwaar lichamelijk letsel toe te brengen.

De politierechter heeft vastgesteld dat het onderzoek ter terechtzitting onvolledig was en heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen. De zaak is verwezen naar de meervoudige kamer voor verdere afdoening. De politierechter heeft ook de oproeping van de verdachte, zijn raadsman en de benadeelde partij bevolen voor een nader te bepalen terechtzitting. De beslissing is genomen in het belang van een zorgvuldige rechtsgang, gezien de juridische complexiteit van de zaak en de betrokken belangen van de partijen.

De officier van justitie heeft een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur geëist, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak en ontslag van rechtsvervolging. De benadeelde partij werd door de officier van justitie niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding, vanwege de complexiteit van de zaak en mogelijke eigen schuld van de aangever. De politierechter heeft de zaak dusdanig geanalyseerd dat hij tot de conclusie kwam dat een meervoudige kamer beter in staat is om deze complexe zaak te behandelen.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Politierechter
Parketnummer: 06/081093-12
Uitspraak d.d.: 30 november 2012
Tegenspraak/ dip
VONNIS
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1981]
wonende te [plaats, adres]
Raadsman: mr. Wolters, advocaat te Lichtenvoorde.
Onderzoek van de zaak
Deze tussenbeslissing is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 16 november 2012.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 juni 2011 te Varsseveld, althans in de gemeente Oude IJsselstreek aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel (een gebroken onderarm en/of een gebroken elleboog en/of een gekneusde schouder), heeft toegebracht, door deze opzettelijk (met kracht) met een (metalen) buis, althans enig hard voorwerp op/tegen de (rechter) arm/schouder, althans het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen;
(art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 juni 2011 te Varsseveld, althans in de gemeente Oude IJsselstreek ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan een persoon genaamd [slachtoffer], opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet (met kracht) met een (metalen) buis, althans enig hard voorwerp op/tegen de (rechter) arm/schouder, althans het (boven)lichaam te slaan en/of te stompen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
(art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 juni 2011 te Varsseveld, althans in de gemeente Oude IJsselstreek opzettelijk mishandelend een persoon (te weten [slachtoffer]), (met kracht) met een (metalen) buis, althans enig hard voorwerp, op/tegen de (rechter) arm/schouder, althans het (boven)lichaam heeft geslagen en/of gestompt, waardoor deze letsel heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
(art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Overwegingen
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat sprake is van een zaak tussen burgermoed en voor eigen rechter spelen. Er is geen sprake van een ogenblikkelijke aanranding. Verdachte heeft zonder noodzaak de grenzen van proportionaliteit overschreden. Van noodweer is geen sprake. Aangever heeft zwaar lichamelijk letsel. Verdachte is voor dit strafbare feit strafbaar. Bij de strafoplegging dient rekening te worden gehouden met het feit dat aangever op het dievenpad was. De officier van justitie vordert verdachte een geheel voorwaardelijke werkstraf van 80 uur op te leggen, met een proeftijd van twee jaar. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding vanwege de complexiteit en mogelijk eigen schuld.
Standpunt van de verdediging
Namens verdachte stelt de raadsman zich op het standpunt dat sprake is van noodweer danwel noodweer-exces. Verdachte meende dat er een wederrechtelijke aanranding zou kunnen plaatsvinden. Verdachte heeft zich verdedigd. Het was niet de bedoeling aangever zwaar lichamelijk letsel toe te brengen; verdachte wilde aangever aanhouden tot de komst van de politie. Verdachte dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging. Verder heeft de raadsman betoogd dat vrijspraak dient te volgen voor het primair en subsidiair tenlastegelegde vanwege het ontbreken van opzet. In geval van bewezenverklaring van de mishandeling heeft de raadsman verzocht een voorwaardelijke werkstraf op te leggen. De benadeelde partij dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding, aldus de raadsman.
Beoordeling door de politierechter
De politierechter is van oordeel dat het onderzoek ter terechtzitting dient te worden heropend, nu dit onvolledig is geweest.
De politierechter is van oordeel dat gelet op de ernst van de verdenking, de omstandigheden waaronder het tenlastegelegde zou zijn gepleegd en de gevolgen daarvan voor aangever en gelet op de aard en strekking van de (juridische) verweren die door de verdediging zijn gevoerd, niet alleen ten aanzien van het tenlastegelegde feit en de eventuele afdoening maar ook ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij, deze zaak in volle omvang, mede gelet op de juridische complexiteit, dient te worden behandeld door een meervoudige kamer. De politierechter zal de zaak daartoe verwijzen en beslist daarom als volgt.
Beslissing
De politierechter:
- heropent het onderzoek;
- verwijst de zaak naar de meervoudige kamer in deze rechtbank ter verdere afdoening.
- beveelt de oproeping van verdachte, zijn raadsman en de benadeelde partij tegen de nader te bepalen terechtzitting.
Deze beslissing is gegeven door mr. Van der Mei, politierechter, in tegenwoordigheid van Stortelder, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 30 november 2012.
De griffier is buiten staat deze uitspraak mede te ondertekenen.