RECHTBANK ZUTPHEN
Sector Straf
Meervoudige kamer
Parketnummer 06/850339-11
Uitspraak d.d. 12 december 2012
Tegenspraak
in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats op 1989],
wonende te [plaats, adres],
Raadsman: mr. D.P. Poppe, advocaat te Epe.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 1 november 2012 en 28 november 2012.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 22 november 2010, althans in of omstreeks de periode van 20
november 2010 tot en met 22 november 2010
te 't Loo, gemeente Oldebroek,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een portocabin,
althans een (opslag)ruimte heeft weggenomen
- tien, althans een of meer (eetkamer)stoel(en) en/of
- 51, althans een of meer spiegel(s) en/of
- een (grote) hoeveelheid schoonmaakartikelen en/of
- 15, althans een of meer stoffer(s) en/of
- een hoeveelheid speelgoed en/of
- twee televisie(s) (Grundig) en/of
- zes, althans een of meer dweilstok(ken) en/of
- 15, althans een of meer dekbed(den) en/of
- vier, althans een of meer (tafel)lamp(en) en/of
- twee lampenkap(pen) en/of
- vier, althans een of meer magnetron(s) (Zanussi) en/of
- een hoeveelheid computeronderdelen en/of
- twee (sta)lamp(en) en/of
- een slijpmachine en/of
- drie, althans een of meer (inbouw)koelkast(en) (Zanussi) en/of
- een (dames)fiets en/of
- 30, althans een of meer handdoek(en),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [vakantiepark A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 22 november 2010
t/m 23 november 2010
in de gemeente Elburg
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
(bedrijfs)pand en/of een of meer kanto(o)r(en) (op/aan de [adres 1]) heeft weggenomen
- een laptop (Dell Inspiron) en/of
- een navigatiesysteem (Becker) en/of
- twee paar ski('s) en/of
- twee paar skischoenen en/of
- een kentekenbewijs (Jeep Wrangler) en/of
- een kentekenbewijs (aanhangerkenteken [kenteken]) en/of
- geluidsapparatuur (een versterker en/of een DVD en zes, althans een of meer
luidspreker(s) (Sony)) en/of
- een versterker (Kenwood) en/of
- twee autoradio(s) en/of
- twee motorhelm(en) en/of
- een kist met (Brazilliaans) houtsnijwerk en/of
- een geldkist(je) (inhoudende overschrijvingsbewijzen en/of Euro 20,--,
althans een geldbedrag) en/of
- een mobiele telefoon (Sony Ericsson) en/of
- een aantal sleutels en/of
- een gereedschapskoffer en/of
- een of meerdere (lucht aangedreven) gereedschap(pen) en/of
- drie, althans een of meer luchtboormachines en/of
- drie, althans een of meer doos/dozen schuurschijven en/of
- twee doos/dozen met zogenaamde poelietrekkers en/of een tappenset en/of
- een hogedrukreiniger (Kärcher) en/of
- een of meer tangen ten behoeve van borgringen en/of
- een waterpomptang en/of
- een doppenset en/of
- een doosje vijlen en/of
- een multimeter en/of
- twee acculader(s) en/of
- diverse ring- en steeksleutels en/of
- twee lagerhamer(s) en/of
- een haakse slijper en/of
- vier, althans een of meer boormachine(s) en/of
- een polijstmachine en/of
- een vlakschuurmachine (De Walt)
- en/of twee schuurmachine(s) en of
- een marifoon en/of bijbehorende acculader en/of
- een of meer gasfles(sen) en/of
- een luchtslang en/of
- een GPS-systeem (boot) en/of
- een draadstriptang en/of
- een mobiele telefoon met oplader en/of
- drie, althans een of meer afstandsbediening(en) en/of
- een kniptang en/of
- een schroevendraaier en/of
- een of meer kabel(s) voor geluidsapparatuur en/of
- twee CD-roms (navigatie Becker) en/of
- een luchtbuks en/of
- een koevoet en/of
- twee oplader(s)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf A] en/of
[slachtoffer A], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of
zijn mededader(s),
- een cirkelzaag en/of
- een haakse slijpmachine en/of
- accuboorset en/of
- 25, althans een of meer doorslijpschijven/schijf en/of
- vijf, althans een of meer lamelschijven/schijf en/of
- een opspanmalzaag en/of
- twee geleider(s) (opspanmal) en/of
- een decoupeerzaag en/of
- een accuboormachine en/of
- een schuurbandmachine en/of schuurkoffer en/of
- een steekkar en/of
- een stalen koffer en/of
- een compressor en/of
- een persluchtslang en/of
- een blaaspistool en/of
- een boorklem en/of
- een klopboorset
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf B]
en/of [slachtoffer B], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
- een stickerapparaat en/of
- 15, althans een of meer cartridge(s) en/of
- drie, althans een of meer (school)boek(en) en/of
- drie, althans een of meer zak(ken) soep en/of
- vier, althans een of meer verfspuitbus(sen)
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) (incident 3; pag. C195),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich (telkens) de toegang tot de
plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen
goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak,
verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 november 2010
tot en met 22 november 2010
te 't Loo, gemeente Oldebroek en/of in de gemeente Elburg, in elk geval in
Nederland,
een auto (Opel Kadett) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die auto wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een
door misdrijf verkregen goed betrof;
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij op of omstreeks 18 november 2010
in de gemeente Elburg
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
een auto (merk Renault Clio), in elk geval enig goed, geheel of ten dele
toebehorende aan [slachtoffer E], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 18 november 2010
tot en met 24 november 2010
te 't Loo, gemeente Oldebroek en/of in de gemeente Elburg, in elk geval in
Nederland,
een auto (Renault Clio) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die auto wist of redelijkerwijs had moeten weten dat het een door
misdrijf verkregen goed betrof;
art 417bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 20 november 2010
t/m 22 november 2010
in de gemeente Elburg
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
(bedrijfs)pand (op/aan de [adres 2]) heeft weggenomen
- een (grote) hoeveelheid (hand)gereedschap (ter waarde van ca Euro 2.500,--)
en/of
- een senseoapparaat (Philips) en/of
- twee sleutel(s) en/of
- een kentekenbewijs (Piaggio [kenteken 1]),
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf C] en/of
[slachtoffer F], in elk geval (telkens) aan een ander of anderen dan aan verdachte
en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2010 tot en met 28 augustus 2010
in de gemeente Heerde
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening (in een (opslag)loods)
in/uit een auto (Volkswagen Golf) heeft weggenomen negen, althans een of meer
CD('s) en/of een doosje met (vier) wielbouten en/of een sleutel, in elk geval
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G] in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
hij in of omstreeks de periode van 27 augustus 2010 tot en met 28 augustus 2010
in de gemeente Heerde
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
opzettelijk en wederrechtelijk (een kunststoffen dak van) een auto, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer G] in elk geval
aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft
vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 27 augustus 2010
tot en met 28 augustus 2010
in de gemeente Heerde
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een
(opslag)loods heeft weggenomen
- een mediaspeler (Opus) en/of
- een afstandsbediening (Opus) en/of
- drie, althans een of meer versterker(s) (Opus) en/of
- 24, althans een of meer luidspreker(s) (Bose) en/of
- een afstandsbediening (Bose) en/of
- een versterker (Bose) en/of
- een infraroodkast (Marantz) en/of
- een tunerversterker (Marantz) en/of
- een versterker (Marantz) en/of
- een DVD-speler (Marantz) en/of
- een DVD-speler (Lowe) en/of
- een luidspreker (Lowe) en/of
- een tunerversterker (Bose) en/of
- een CD-recorder (Pioneer) en/of
- een tunerversterker (JVC) en/of
- een stereotoren (Aiwa) en/of
- 20, althans en of meer kabel(s) (Bose) en/of
- een oscilloscoop, althans meetapparatuur en/of
- drie, althans een of meer kist(en) met gereedschap en/of
- twaalf, althans een of meer fles(sen) (Italiaanse) wijn (Castel Vechio)
en/of
- vijf, althans een of meer ordner(s) (met bedrijfsadministratie),
in elk geval (steeds) enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [bedrijf D] en/of [slachtoffer H], in elk geval (telkens) aan een ander of
anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des
misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder
zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of
inklimming;
AD INFORMANDUM GEVOEGDE STRAFBARE FEITEN:
1.
diefstal van een paardentrailer, gepleegd tezamen en in vereniging met een
ander of anderen in of omstreeks de periode van 20 november 2010 tot en met 22
november 2010 te 't Loo, gemeente Oldebroek;
2.
diefstal van een versterker en/of een eqalizer en/of vijf, althans een of
meer fles(sen) (alcoholische) drank door middel van braak en/of verbreking
in/uit een paviljoen, gepleegd op [vakantiepark B] op 22
oktober 2010;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
Taal- en/of schrijffouten
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Aanleiding voor het onderzoek
In de periode van augustus 2010 tot en met november 2010 zijn diverse aangiftes ontvangen betreffende diefstallen van auto's en inbraken bij bedrijven. Veel van deze inbraken vonden plaats in Elburg en omgeving.
Standpunt van het openbaar ministerie
De officier heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde. Ter terechtzitting heeft de officier van justitie de bewijsmiddelen opgesomd en toegelicht.
Standpunt van de verdachte / de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 en feit 2 gesteld dat hij zich aan het oordeel van de rechtbank refereert nu zijn cliënt ter terechtzitting van 1 november 2012 en 28 november 2012 ter zake bekennende verklaringen heeft afgelegd.
Ten aanzien van feit 3 heeft de raadsman aangevoerd dat opzetheling van de Opel Kadett niet bewezen kan worden. Op het moment dat verdachte de Opel Kadett voorhanden zou hebben gehad, wist hij niet dat de auto door een misdrijf was verkregen. Bovendien heeft verdachte de auto niet voorhanden gehad, omdat hij er nooit de feitelijke zeggenschap over had. Hij heeft één keer de auto bestuurd, maar niet de beschikking gehad over de sleutels van de auto. De raadsman heeft tot vrijspraak geconcludeerd.
Ten aanzien van feit 4 primair en subsidiair heeft de raadsman eveneens tot vrijspraak geconcludeerd. Uit geen enkele verklaring van verdachte, noch van zijn medeverdachten, blijkt dat verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan diefstal van een Renault Clio. Hij heeft wel eens in die auto gezeten, maar dat is onvoldoende om te komen tot een bewezenverklaring van de tenlastegelegde diefstal. Daarnaast is er ook geen bewijs dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de Renault Clio. Het zou kunnen dat hij eenmaal in de auto heeft gezeten. Wanneer dat zou zijn geweest, blijkt niet uit het dossier.
Ten aanzien van feit 6 en feit 7 heeft de raadsman betoogd dat uit het dossier niet blijkt wat de aanleiding is geweest voor het onderzoek naar deze strafbare feiten. Er zijn weliswaar aangiftes aanwezig in het dossier, maar het is niet duidelijk op welke wijze de politie bij [medeverdachte A] en [medeverdachte B] terecht is gekomen. Om die reden kunnen de afgelegde verklaringen niet voor het bewijs worden gebruikt en moet voor deze feiten vrijspraak volgen. Subsidiair heeft de raadsman aangevoerd dat er geen, althans onvoldoende, bewijs voorhanden is om te komen tot een bewezenverklaring van feit 6. Verdachte heeft een ontkennende verklaring afgelegd. Hiertegenover staat alleen de belastende verklaring van [medeverdachte B] die zelf bij de inbraak betrokken is geweest. De andere medeverdachten hebben geen belastende verklaringen afgelegd. Ter zake van feit 7 is volgens de raadsman geen sprake van braak/verbreking. Uit de verklaringen van verdachte en medeverdachte [medeverdachte B] volgt dat zij de schuif/roldeur zo konden openmaken en dat deze deur niet afgesloten was.
Over de ad informandum gevoegde feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
D. Beoordeling door de rechtbank
Nu verdachte de aan hem onder 1, 2 en 5 ten laste gelegde feiten duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend, zal in dit vonnis worden volstaan met een opgave van bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering.
De bewezenverklaring van het ten laste gelegde is gebaseerd op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzittingen van 1 november 2012 en 28 november 2012, de aangifte2 van [naam] namens [vakantiepark A], en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C]3.
De bewezenverklaring van het ten laste gelegde is gebaseerd op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 november 2012 en 28 november 2012, de aangifte5 van [slachtoffer A] namens [bedrijf A] gevestigd aan [adres 1 te plaats] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C]6.
[slachtoffer E] heeft aangifte8 gedaan van de diefstal van twee auto's in de nacht van 18 november 2010. Het ging om een blauwmetallic Renault Clio met kenteken [kenteken 2] en een witte Opel Kadett met kenteken [kenteken 3].
Verdachte heeft verklaard9 dat deze twee auto's gebruikt zijn bij de inbraak bij [vakantiepark A]. Verder heeft hij verklaard dat hij op weg daar naar toe de Opel Kadett bestuurd heeft, met daarachter een trailer. Voorts heeft hij verklaard dat medeverdachte [medeverdachte D] hem verteld heeft dat de Opel Kadett gestolen was. Deze mededeling werd door de medeverdachte gedaan in de nacht van 18 november 2012 toen zij de auto naar Zalk gebracht hebben.10
De rechtbank overweegt dat uit de gebezigde bewijsmiddelen blijkt dat verdachte de gestolen Opel Kadett voorhanden heeft gehad. De auto is door hem bestuurd op weg naar [vakantiepark A] om daar in te breken en aldus heeft hij op dat moment de feitelijke beschikkingsmacht over de gestolen auto gehad. Dat hij niet zou hebben geweten dat de auto afkomstig was van een diefstal is niet aannemelijk geworden nu verdachte zelf heeft verklaard dat hij wist dat de auto was gestolen. Die wetenschap bestond sinds de nacht van 18 november 2010 terwijl de inbraak bij [vakantiepark A] waarbij verdachte de gestolen Opel Kadett bestuurd heeft, op 22 november 2010 is gepleegd.
De rechtbank acht dit feit dan ook wettig en overtuigend bewezen.
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gerequireerd tot vrijspraak van het primair ten laste gelegde feit. Er is geen bewijs voorhanden dat verdachte betrokken is geweest bij de diefstal van de Renault Clio met kenteken [kenteken 2]. De subsidiair ten laste gelegde (opzet)heling kan volgens de officier van justitie wel bewezen worden.
Medeverdachte [medeverdachte C] heeft verklaard11 dat hij de dag ná de diefstal van de Renault Clio en de Opel Kadett in de nacht van 18 november 2010, samen met verdachte in de Renault Clio naar Wezep is gegaan om daar een andere medeverdachte op te halen. De Renault Clio werd door [medeverdachte C] bestuurd. Verdachte zat bij hem in de auto.
Verdachte heeft verklaard12 dat hij wist dat de Renault Clio gestolen was. Hij wist dat medeverdachten [medeverdachte C] en [medeverdachte D] de Renault Clio en de Opel Kadett gestolen hadden.
Blijkens zijn verklaring, afgelegd op 25 januari 201113, heeft verdachte aangegeven dat de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C] dat zij samen in de Renault Clio naar Wezep zijn geweest, kan kloppen. Ook ter terechtzitting heeft hij verklaard dat het zou kunnen dat hij eenmaal in die auto heeft gezeten.
De rechtbank overweegt dat op basis van de hiervoor besproken bewijsmiddelen vast is komen te staan dat verdachte wist dat de Renault Clio van diefstal afkomstig was, dat hij in de auto als medepassagier heeft gezeten en dat ook de Renault Clio gebruikt is voor de inbraak bij [vakantiepark A].
Gelet op deze feiten en omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat sprake is van opzetheling. Dat de Renault Clio niet door verdachte is bestuurd, is in dit geval onvoldoende voor een ander oordeel. De rechtbank verwijst in dit verband naar een arrest van de Hoge Raad van 21 maart 200514, waarin is overwogen dat de wetgever in dit verband is uitgegaan van een ruime uitleg van het begrip 'voorhanden hebben' en dat in de Memorie van Toelichting bij het voorstel dat heeft geleid tot de Wet van 9 oktober 1991 (Stb. 1991, 520) is opgemerkt - kort samengevat - dat het voorhanden hebben zich uitstrekt tot ieder feitelijk voorhanden hebben, met welk doel of krachtens welke titel dan ook en dat dus ook het gebruiken van een misdrijfgoed hieronder valt. Nu verdachte heeft verklaard dat hij in de Renault Clio heeft gezeten, de auto is gebruikt bij het plegen van een strafbaar feit door verdachte en zijn mededaders en nu hij wist dat de Renault Clio was gestolen, is de rechtbank van oordeel dat verdachte de gestolen auto voorhanden heeft gehad in de zin van artikel 416 van het Wetboek van Strafrecht ook al heeft hij de auto zelf niet bestuurd.
Feit 515
De bewezenverklaring van het ten laste gelegde is gebaseerd op de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 1 november 2012 en van 28 november 2012, de aangifte16 van [slachtoffer F] en de verklaring van medeverdachte [medeverdachte C]17.
Feit 6 en feit 718
[slachtoffer I] heeft in zijn aangifte19 verklaard dat er tussen 27 augustus 2010 te 23.00 uur en 28 augustus 2010 te 08.30 uur ingebroken is in een pand aan [adres 3 te plaats]. Op dat adres bevindt zich een grote opslagloods. Deze loods werd door hem verhuurd aan verschillende personen die daar auto's of andere goederen konden stallen.
[slachtoffer G] heeft in zijn aangifte20 verklaard dat in zijn auto, een Volkswagen Golf, tussen 27 augustus 2010 en 28 augustus 2010, is ingebroken. De inbrekers hebben eerst geprobeerd om het portier van de auto open te krijgen om vervolgens in het leren dak van de auto te snijden zich op die manier toegang tot de auto te verschaffen. Uit zijn auto zijn verschillende goederen weggenomen.
[slachtoffer H] heeft na[bedrijf D] D] aangifte gedaan. 21De door hem in de opslagloods gehuurde ruimte werd gebruikt als een complete audio/videobewerkplaats en als opslagruimte. Hij heeft geconstateerd dat een raam was vernield. Uit zijn ruimte zijn verschillende goederen weggenomen. Het gaat om exclusieve audioapparatuur.
Verdachte heeft blijkens zijn verklaring22 bij de politie en ook ter terechtzitting van 1 november 2012 en van 28 november 2012 bekend betrokken te zijn geweest bij een inbraak aan [adres 3 in plaats]: hij heeft samen met anderen in de opslagloods ingebroken. Hij heeft verder erkend dat zij goederen hebben weggenomen, waaronder geluidsboxen, versterkers en cd-spelers. Over de inbraak in de auto, die eveneens in de opslagloods was gestald, heeft hij verklaard dat één van zijn mededaders, [medeverdachte B], een stiletto uit zijn jas heeft gehaald en met dat mes in het leren dak van de auto heeft gesneden. Verdachte heeft aangegeven zelf niet in de auto te zijn geweest.
Medeverdachte [medeverdachte B] heeft verklaard23 dat hij samen met verdachte in de opslagloods is geweest en dat zij dure apparatuur van [bedrijf D] hebben weggenomen. Volgens [medeverdachte B] heeft verdachte in het leren dak van de Volkswagen Golf gesneden omdat verdachte graag de autoradio wilde hebben.
Medeverdachte [medeverdachte A] heeft verklaard24 dat zij ook bij de inbraak in de opslagloods aan [adres 3 in plaats] betrokken is geweest. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte B] zijn naar binnen geweest. Zij heeft samen met nog iemand anders de door verdachte en medeverdachte [medeverdachte B] weggenomen goederen opgehaald.
De rechtbank overweegt als volgt, mede gelet op de verweren van de verdediging.
Zoal zou moeten worden gezegd dat het procesdossier onvoldoende inzicht geeft in het ontstaan van een verdenking tegen de medeverdachten [medeverdachte A] en [medeverdachte B], dan betekent dat zonder meer nog niet dat hun verklaringen in de zaak tegen de verdachte niet voor het bewijs zouden mogen worden gebruikt. Nu de raadsman geen (concrete) aanknopingspunten naar voren heeft gebracht om te twijfelen aan de rechtmatigheid van (de start van) het opsporingsonderzoek tegen die medeverdachten, ziet de rechtbank geen reden hun verklaringen als onrechtmatig tot stand gekomen buiten beschouwing te laten.
Om die reden dient dit verweer verworpen te worden. Dit betekent dat er voldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is voor de betrokkenheid van verdachte bij de inbraak in de loods aan [adres 3 te plaats].
Ook als moet worden aangenomen dat niet verdachte maar zijn medeverdachte degene is geweest die ten aanzien van de auto de uitvoeringshandelingen heeft verricht, leidt dit naar het oordeel van de rechtbank vanwege de bewuste en nauwe samenwerking tussen hen niet tot vrijspraak. Van belang hierbij is dat verdachte en zijn medeverdachte samen in de loods zijn geweest en dat zij beiden spullen hebben weggenomen. De inbraak in de auto moet naar het oordeel van de rechtbank worden gezien als een onderdeel van de inbraak in de loods waaraan hetzelfde gezamenlijke plan om in te breken en spullen van hun gading weg te nemen ten grondslag heeft gelegen. De inbraak in en de diefstal uit de auto valt daarom ook aan verdachte toe te rekenen.
Anders dan de raadsman heeft gesteld, is bij het plegen van feit 7 sprake geweest van braak. Uit de aangifte van [slachtoffer H] blijkt dat een raam is vernield om toegang te verkrijgen Het verweer wordt derhalve verworpen.
Gelet op de in het dossier aanwezige aangiften van [slachtoffer I], [slachtoffer G] en [slachtoffer H], alsmede de bekennende verklaring van verdachte en de verklaringen van medeverdachten [medeverdachte B] en [medeverdachte A], acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op een tijdstip in de periode van 20 november 2010 tot en met 22 november 2010, te 't Loo, gemeente Oldebroek, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een portacabin heeft weggenomen:
- 10 stoelen en
- 51 spiegels en
- diverse schoonmaakartikelen en
- 15 stoffers en
- divers speelgoed en
- 2 televisies en
- 6 dweilstokken en
- 15 dekbedden en
- 4 tafellampen en
- twee lampenkappen en
- 4 magnetrons en
- diverse computeronderdelen en
- 2 stalampen en
- een slijpmachine en
- 3 inbouwkoelkasten en
- een damesfiets en
- 30 handdoeken,
toebehorende aan [vakantiepark A], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
hij in de periode van 22 november 2010 tot en met 23 november 2010 in de gemeente Elburg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een bedrijfspand aan de [adres 1], heeft weggenomen:
- een laptop en
- een navigatiesysteem en
- twee paar ski's en
- twee paar skischoenen en
- twee kentekenbewijzen en
- meerdere geluidsinstallaties en
- twee autoradio's en
- twee motorhelmen en
- een kist met houtsnijwerk en
- een geldkist met inhoud en
- een mobiele telefoon een
- sleutels en
- een gereedschapskoffer en
- gereedschap en
- drie luchtboormachines en
- drie dozen schuurschijven en
- twee dozen met poelietrekkers en een tappenset en
- een hogedrukreiniger en
- diverse tangen ten behoeve van borgringen en
- een waterpomptang en
- een doppenset en
- een doosje vijlen en
- een multimeter en
- twee acculaders en
- diverse ring- en steeksleutels en
- twee lagerhamers en
- een haakse slijper en
- vier boormachines en
- een polijstmachine en
- een vlakschuurmachine en
- twee schuurmachines en
- een marifoon en bijbehorende acculader en
- meerdere gasflessen en
- een luchtslang en
- een GPS-systeem en
- een draadstriptang en
- een mobiele telefoon met oplader en
- drie afstandsbedieningen en
- een kniptang en
- een schroevendraaier en
- kabels en
- twee CD-roms en
- een luchtbuks en
- een koevoet en
- twee opladers,
toebehorende aan [bedrijf A] en/of [slachtoffer A]
- een cirkelzaag en
- een haakse slijpmachine en
- accuboorset en
- 25 doorslijpschijven en
- vijf lamelschijven en
- een opspanmalzaag en
- twee geleiders en
- een decoupeerzaag en
- een accuboormachine en
- een schuurbandmachine en een schuurkoffer en
- een steekkar en
- een stalen koffer en
- een compressor en
- een persluchtslang en
- een blaaspistool en
- een boorklem en
- een klopboorset
toebehorende aan [bedrijf B] en/of [slachtoffer B],
- een stickerapparaat en
- 15 cartridges en
- drie schoolboeken en
- drie zakken soep en
- vier verfspuitbussen,
toebehorende aan [slachtoffer C] en/of [slachtoffer D],
waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de
plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 18 november 2010 tot en met 22 november 2010 te 't Loo, gemeente Oldebroek en in de gemeente Elburg, een auto, Opel Kadett, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 18 november 2010 tot en met 24 november 2010 te 't Loo, gemeente Oldebroek en in de gemeente Elburg, een auto, Renault Clio, voorhanden heeft gehad, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van die auto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij in de periode van 20 november 2010 tot en met 22 november 2010 in de gemeente Elburg, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een bedrijfspand aan de [adres 2], heeft weggenomen:
-diverse soorten handgereedschap en
- een senseoapparaat en
- twee sleutels en
- een kentekenbewijs,
toebehorende aan [bedrijf C] en/of [slachtoffer F], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
hij in de periode van 27 augustus 2010 tot en met 28 augustus 2010 in de gemeente Heerde, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening, in een opslagloods, uit een auto (Volkswagen Golf) heeft weggenomen negen cd's en een doosje met vier wielbouten, en een sleutel, toebehorende aan [slachtoffer G] waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming;
hij in de periode van 27 augustus 2010 tot en met 28 augustus 2010, in de gemeente Heerde, tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een opslagloods heeft weggenomen:
- een mediaspeler en
- een afstandsbediening en
- drie versterkers en
- 24 luidsprekers en
- een afstandsbediening en
- een versterker en
- een infraroodkast en
- een tunerversterker en
- een versterker en
- een DVD-speler en
- een DVD-speler en
- een luidspreker en
- een tunerversterker en
- een CD-recorder en
- een tunerversterker en
- een stereotoren en
- 20 kabels
- een oscilloscoop en
- drie gereedschapskisten en
- twaalf flessen wijn en
- vijf ordners bedrijfsadministratie,
toebehorende aan [bedrijf D] en/of [slachtoffer H], waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats des misdrijfs hebben verschaft door middel van braak en inklimming.
Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezen verklaarde levert op de misdrijven:
feiten 1, 2, 5, 6 primair en 7 telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feiten 3 en 4 subsidiair telkens:
Strafbaarheid van de verdachte
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Oplegging van straf en/of maatregel
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft betoogd dat de eis van de officier te hoog is. Gelet op de verstandelijke beperking van verdachte zal een lange gevangenisstraf voor hem funest zijn. Een forse werkstraf is meer op zijn plaats, met een stevige voorwaardelijke straf.
De rechtbank acht na te melden beslissing in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich in een zeer korte periode schuldig gemaakt aan een reeks vermogensdelicten: inbraken in bedrijven en opzetheling. Verdachte ging samen met anderen te werk. In alle gevallen is door verdachte en zijn mededaders een grote hoeveelheid goederen weggenomen en is er braakschade ontstaan. De financiële gevolgen voor de gedupeerden zijn groot. Daarnaast zijn feiten als deze ergerlijk en veroorzaken zij gevoelens van onveiligheid in de samenleving. Gezien de aard, de omvang en de ernst van de feiten acht de rechtbank de maximale werkstraf niet toereikend doch is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend en geboden.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geval wel aanleiding om de door de officier van justitie gevorderde straf te matigen. De rechtbank houdt rekening met de omstandigheid dat verdachte bij het merendeel van de feiten geen initiatiefnemer is geweest. Daarnaast komt uit het reclasseringsadvies van 26 november 2012 naar voren dat verdachte, gelet op de beperkingen van zijn verstandelijke vermogens, zich makkelijk laat beïnvloeden.
De rechtbank acht de feiten voor wat betreft aard en omvang te ernstig om te volstaan met de maximale werkstraf in combinatie met een voorwaardelijke vrijheidsstraf.
De rechtbank ziet dan ook aanleiding om de verdachte een gevangenisstraf op te leggen voor de duur van negen maanden. De rechtbank zal een deel daarvan, groot drie maanden, voorwaardelijk opleggen en daaraan de bijzondere voorwaarden verbinden zoals beschreven in het reclasseringsadvies van 26 november 2012, te weten verplicht reclasseringscontact met een meldingsgebod en deelname aan een cognitieve vaardigheidstraining+ (CoVa+-training).
Ad informandum gevoegde zaken
De rechtbank heeft tevens in aanmerking genomen de ter kennisneming gevoegde zaken, bekend onder zaaksnummers 11 en 36 van hetzelfde parketnummer, nu aannemelijk is geworden dat verdachte deze feiten heeft gepleegd - verdachte heeft deze feiten ter terechtzitting van 28 november 2012 bekend - en de officier van justitie heeft toegezegd dat voor die feiten geen verdere strafvervolging zal volgen.
Vordering tot schadevergoeding
De benadeelde partijen [slachtoffer I], [slachtoffer G] en [slachtoffer H] hebben zich met een vordering tot schadevergoeding gevoegd in het strafproces.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van [slachtoffer G] toegewezen dient te worden. Over de vordering van [slachtoffer H] heeft de officier betoogd dat hij er weliswaar van uit gaat dat de goederen die op de bij de vordering gevoegde lijst staan vermeld zijn gestolen maar dat de vermelde inkoopbedragen niet gecontroleerd kunnen worden. Om die reden heeft de officier geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van [slachtoffer H] in zijn vordering.
De raadsman heeft de vordering van [slachtoffer G] niet betwist. Over de vordering van [slachtoffer H] heeft hij gesteld dat een deel van de in de loods aanwezige goederen tweedehands was. Verder heeft hij de rechtbank verzocht om het toe te wijzen bedrag te matigen gelet op het feit dat zijn cliënt van een uitkering moet leven.
De rechtbank overweegt als volgt.
De vordering van [slachtoffer I] zal niet-ontvankelijk verklaard worden nu uit het ingediende voegingformulier naar voren komt dat de benadeelde partij de geleden schade vergoed heeft gekregen.
De vordering van [slachtoffer G] die niet betwist wordt door de verdediging, zal toegewezen worden tot een bedrag van € 640,38.
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de vordering van [slachtoffer H] grotendeels voldoende is onderbouwd. De vordering is in verschillende posten gesplitst en de benadeelde partij heeft concreet aangegeven om welke apparatuur het gaat. Zoals ter zitting ook door de benadeelde partij is toegelicht, gaat het om netto bedragen. De rechtbank acht de opgegeven inkoopprijzen, mede gelet op de hoeveelheid en de kwaliteit van de weggenomen goederen, plausibel. Daarbij komt dat de vordering niet meer of anders is betwist dan dat de verdediging heeft aangegeven dat de onderliggende inkoopfacturen ontbreken. De rechtbank ziet al met al aanleiding om, ondanks het ontbreken van die facturen, een deel van de vordering, en wel tot een bedrag van € 10.000,-, toe te wijzen. Redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de benadeelde partij in elk geval tot dat bedrag door het bewezenverklaarde handelen schade heeft geleden. Voor het overige zal [slachtoffer H] niet-ontvankelijk worden verklaard in zijn vordering.
Naar het oordeel van de rechtbank is, op grond van de gebezigde bewijsmiddelen en hetgeen verder ter terechtzitting met betrekking tot de vorderingen is gebleken, komen vast te staan dat de benadeelde partijen [slachtoffer G] en [slachtoffer H] als gevolg van het onder respectievelijk feit 6 primair en feit 7 bewezen verklaarde handelen rechtstreeks schade hebben geleden, waarvoor verdachte naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk is.
Schadevergoedingsmaatregel
Gelet op het vorenstaande ziet de rechtbank aanleiding om aan verdachte op basis van het bepaalde in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van een som geld ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 24c, 27, 36f, 63, 310, 311 en 416 van het Wetboek van Strafrecht.
* verklaart niet bewezen, dat verdachte het onder 4 primair ten laste gelegde heeft begaan en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3, 4 subsidiair, 5, 6 primair en 7 ten laste gelegde heeft begaan;
* verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
* verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en kwalificeert dit als:
feiten 1, 2, 5, 6 primair en 7 telkens:
Diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
feiten 3 en 4 subsidiair telkens:
* verklaart verdachte strafbaar;
* veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 (negen) maanden;
* bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot 3 (drie) maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat verdachte zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt dan wel de navolgende bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
* stelt als bijzondere voorwaarden dat verdachte:
1. zich zal houden aan de aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering;
2. zich binnen twee dagen, volgend op het onherroepelijk worden van dit vonnis, in persoon zal melden bij de reclassering (Reclassering Nederland, [adres in plaats], telefoonnummer: [telefoonnummer]). Hierna moet hij zich melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht; en dat verdachte
3. zal deelnemen aan de volgende gedragsinterventie: cognitieve vaardigheidstraining+ (CoVa+);
* beveelt, dat de tijd, door veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
* veroordeelt verdachte tot betaling van schadevergoeding aan de navolgende benadeelde partijen:
- [slachtoffer G] van een bedrag van € 640,38, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2010;
- [slachtoffer H], van een bedrag van € 10.000,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2010,
telkens met betaling van de kosten van het geding en de tenuitvoerlegging door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil;
* legt aan veroordeelde tevens de verplichting op aan de Staat ten behoeve van de navolgende benadeelde partijen te betalen, met bepaling dat bij gebreke van betaling en verhaal hechtenis zal kunnen worden toegepast van na te melden duur zonder dat de betalingsverplichting vervalt:
benadeelde partij bedrag vervangende hechtenis
[slachtoffer G] € 640,38 3 dagen
[slachtoffer H] € 10.000,00 21 dagen
* bepaalt dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien veroordeelde heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen;
* verstaat dat indien en voor zover door de mededader en/of mededaders het betreffende schadebedrag met betrekking tot respectievelijk [slachtoffer G] en [slachtoffer H] is betaald, veroordeelde daarvan zal zijn bevrijd;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer H] voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering;
* verklaart de benadeelde partij [slachtoffer I] niet-ontvankelijk in haar vordering.
Aldus gewezen door mrs. Rademaker, voorzitter, Van der Mei en Van Lookeren Campagne, rechters, in tegenwoordigheid van Belevska, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 12 december 2012.
Voetnoten:
1 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal, nummer 2010171063, Regio Noord- en Oost-Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Elburg-Oldebroek.
2 Proces-verbaal van aangifte van [naam] namens [vakantiepark A te plaats], doorgenummerde dossierpagina C83-C85.
3 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpagina C121-C123
4 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal, nummer 2010172001, Regio Noord- en Oost-Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Elburg-Oldebroek.
5 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer A] namens [bedrijf A], [adres 1, plaats], doorgenummerde dossierpagina C186-C187.
6 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpagina C312-C315.
7 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal, nummer 2010169177, Regio Noord- en Oost Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Elburg-Oldebroek.
8 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer E], doorgenummerde dossierpagina C425-C426.
9 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde dossierpagina C500.
10 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde dossierpagina C506.
11 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpagina's C473-C474.
12 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde dossierpagina C500.
13 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde dossierpagina C506-C510.
14 Hoge Raad 21 maart 2000, NJ 2000, 736.
15 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal, nummer 2010171520, Regio Noord- en Oost-Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Elburg-Oldebroek.
16 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer F] namens [bedrijf C], [adres 2 te plaats], doorgenummerde dossierpagina C760-C761.
17 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte C], doorgenummerde dossierpagina's C785-C786.
18 Wanneer hierna verwezen wordt naar dossierpagina's, betreft dit delen van in de wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal, als bijlagen opgenomen bij (stam) proces-verbaal, nummer 2010128178, Regio Noord- en Oost-Gelderland, district Noordwest Veluwe, team Epe.
19 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer I], doorgenummerde dossierpagina 033.
20 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer G] doorgenummerde dossierpagina 069.
21 Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer H], doorgenummerde dossierpagina 107.
22 Proces-verbaal van verhoor van verdachte, doorgenummerde dossierpagina 052-054.
23 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte B], doorgenummerde dossierpagina 048.
24 Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte A], doorgenummerde dossierpagina 039.