Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- het tussenvonnis van 25 juli 2012
- het proces-verbaal van comparitie van 12 september 2012.
2.De feiten
Artikel 4: Duur en beëindiging van de overeenkomst.
3.Het geschil
- veroordeling van Delta tot betaling aan haar van € 97.192,66 aan resterende overeengekomen vergoedingen en € 187.425,-- betreffende schade, beide vermeerderd met rente;
- veroordeling van Delta IR tot betaling aan haar van € 10.267,48 betreffende factuur d.d. 24 december 2011 en € 16.362,50 betreffende schade, beide vermeerderd met rente;
- hoofdelijke veroordeling van Delta en Delta IR in de buitengerechtelijke kosten ad
4.De beoordeling
De Argus-overeenkomst
“Concreet betreft het de analyse en controle van personeel- en salarisgegevens van Delta met als doel zoveel mogelijk besparingen inzichtelijk te maken binnen het domein van de personeelskosten.”Tussen partijen is gelet op hun stellingen niet in geschil dat de werkzaamheden van [naam] voortvloeiden uit de in de projectbrief d.d. 30 augustus 2010 neergelegde bevindingen. Zoals hiervoor is overwogen is de projectbrief aan te merken als rapportage van de bevindingen uit hoofde van artikel 4.1. van de Argus-overeenkomst. In die overeenkomst worden noch [naam] noch de door hem uitgevoerde werkzaamheden genoemd. Dat partijen niet beoogd hebben de werkzaamheden van [naam] onder de overeenkomst te laten vallen blijkt ook uit het feit dat zij hiertoe nadien aparte overeenkomsten hebben afgesloten, welke zijn overgelegd als productie 30.
“Vanuit Delta is momenteel nog geen indicatie te geven ten aanzien van het aantal te begeleiden medewerkers,(…)”
“Materiaal/Beschrijving”wordt vermeld:
“Outplacement begeleiding 2012”kan de intentie van Delta tot het in zee gaan met Pace voor wat betreft outplacementbegeleiding in het jaar 2012 worden afgeleid. Het enkele feit dat het betreffende stuk geen bedrag vermeldt bevestigt niet per definitie het louter administratieve karakter daarvan, zoals Delta stelt. Immers, bedragen voor de betreffende diensten konden niet op voorhand genoemd worden aangezien die afhankelijk zijn van het daadwerkelijk aantal kandidaten dat begeleid zou worden. Los van het administratieve karakter van het stuk spreekt er ook een intentie uit, nu het niet logisch is dat Delta een dergelijk stuk aan het eind van het jaar zou opmaken en ondertekenen terwijl men niet het voornemen heeft de betreffende werkzaamheden in het nieuwe jaar voort te zetten.
5.De beslissing
tevorenper brief aan de griffie van de rechtbank, maar uiterlijk op genoemde rolzitting , de verhinderdata van alle betrokkenen dient op te geven alsmede het aantal getuigen dat zij voornemens is te doen horen;