In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het besluit van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, waarbij haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is afgewezen. De behandeling van het beroep vond plaats op 28 mei 2013, waarbij eiseres werd bijgestaan door haar gemachtigde, mr. A. van den Akker. De staatssecretaris werd vertegenwoordigd door mr. D.B. Deckers. Tijdens de zitting bleek dat er op 2 juli 2012 een contra-expertise had plaatsgevonden, uitgevoerd door een contra-expert van De Taalstudio. Dit document was eerder op 10 juli 2012 aan de rechtbank toegezonden, maar noch de rechtbank in Middelburg, noch de gemachtigde van eiseres was hiervan op de hoogte. De rechtbank constateerde dat de staatssecretaris op de hoogte was van deze contra-expertise, maar geen deskundige van het Bureau Land en Taal (BLT) had geraadpleegd. Dit leidde tot de conclusie dat een reactie van BLT op de contra-expertise noodzakelijk was voor een inhoudelijke beoordeling van de zaak.
De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en verweerder de gelegenheid te geven om binnen vier weken na de uitspraak een schriftelijke reactie van BLT op de contra-expertise aan de rechtbank te doen toekomen. Vervolgens moet verweerder binnen twee weken na ontvangst van deze reactie laten weten of deze aanleiding geeft om het besluit te handhaven, te wijzigen of in te trekken. Eiseres krijgt daarna de kans om op het standpunt van verweerder te reageren. De rechtbank houdt verdere beslissingen aan totdat deze stappen zijn doorlopen.
De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, rechter, in aanwezigheid van F.L. Blok, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 mei 2013.