4.3Het oordeel van de rechtbank
Feit 1
Op 2 oktober 2012 werd verdachte in zijn woning te Breda aangehouden.Zijn laptop en zijn harde schijf werden in beslag genomen en door de politie onderzocht.
Op de laptop van verdachte werden 76 kinderpornografische foto’s aangetroffen waarvan er 50 foto’s accessible (toegankelijk) waren. Op de laptop werden tevens 45 toegankelijke films aangetroffen, die kinderpornografisch van aard waren. Op de harde schijf trof de politie 188 kinderpornografische afbeeldingen en 7 kinderpornografische films aan. Hiervan waren 186 foto’s en 7 films accessible.
In totaal werden aldus 236 vrij toegankelijke afbeeldingen en 52 vrij toegankelijke films op de laptop en de harde schijf geconstateerd, welke kinderpornografisch van aard waren.
Uit het onderzoek van de zedenrechercheur is gebleken dat op het voornoemde materiaal de volgende handelingen zichtbaar waren:
- penetratie van het lichaam van een minderjarige (oraal met penis en anaal met vinger/hand);
- penetratie door een minderjarige (oraal met penis en anaal met penis);
- betasten/aanraken van een minderjarige (geslachtsdelen en billen met penis, met vinger/hand en met mond/tong);
- betasten/aanraken door een minderjarige (geslachtsdelen en billen met penis, met vinger/hand en met mond/tong);
- poseren door minderjarige met nadruk op geslachtsdelen en billen (geheel naakt, camerastandpunt en onnatuurlijke houding);
- leeftijd 12 tot 16 jaar (30%), jonger dan 12 jaar (70%), jongen (100%).
Verdachte heeft bij de politie bekend dat hij een paar honderd kinderpornografische foto’s en ook diverse kinderpornografische films in zijn bezit heeft gehad. Hij heeft deze van het internet gedownload.Ter zitting heeft verdachte deze verklaring bevestigd.
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte, op 2 oktober 2012 te Breda, een hoeveelheid kinderporno in zijn bezit heeft gehad, bestaande uit 236 kinderpornografische afbeeldingen en 52 kinderpornografische films.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte dit kinderpornomateriaal welbewust voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft immers zelf verklaard dat hij honderden foto’s en ook diverse films, allen kinderpornografisch van aard, op enig moment heeft gedownload. Hij heeft het materiaal bekeken en vervolgens deels verwijderd. Dit verklaart ook waarom een deel van het gevonden materiaal in de zogenoemde ‘prullenbak’ van de laptop werd aangetroffen.
Het verweer dat verdachte het aangetroffen materiaal niet bewust voorhanden heeft gehad, wordt, reeds gelet op de eigen verklaring van verdachte dat hij het materiaal heeft gedownload, heeft bekeken en gedeeltelijk heeft verwijderd alsmede gelet op de aangetroffen hoeveelheden, door de rechtbank gepasseerd.
Zij volgt de officier van justitie in het standpunt dat – zonder nadere toelichting – onvoldoende vast staat dat verdachte meer dan het hiervoor genoemde aantal van 236 kinderpornografische afbeeldingen en 52 kinderpornografische films (bewust) voorhanden heeft gehad op zijn laptop en beide harde schijven, nu uit het dossier volgt dat het overige kinderpornografische materiaal niet ‘accessible’ was op voornoemde gegevensdragers.
De rechtbank zal verdachte vrijspreken ten aanzien van het voorhanden hebben van de 19 kinderpornografische films welke door de politie op de bij verdachte in beslag genomen CD-rom zijn aangetroffen. Zij is van oordeel dat, mede gelet op de verklaring van verdachte dat deze CD-rom niet afspeelbaar was en nu andere informatie waaruit het tegendeel kan worden afgeleid ontbreekt, niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat deze 19 films ‘accessible’ waren.
De rechtbank zal verdachte voorts vrijspreken van de in de tenlastelegging afzonderlijk genoemde filmpjes (4 stuks), nu uit de beslagstukken en het dossier volgt dat deze filmpjes niet op de bij verdachte in beslag genomen goederen zijn aangetroffen, maar op de laptop van[initialen slachtoffer][slachtoffer]. Uit het dossier blijkt niet dat verdachte deze filmpjes op enig moment voorhanden heeft gehad. Verdachte heeft ter zitting weliswaar verklaard dat hij een aantal webcamafbeeldingen van[slachtoffer] heeft ontvangen, maar dit betreffen niet de in de tenlastelegging genoemde filmpjes. Omdat het bezit van de filmpjes ook anderszins niet is komen vast te staan, dient op dit punt vrijspraak te volgen.
De rechtbank acht evenmin wettig en overtuigend bewezen dat verdachte kinderporno heeft vervaardigd, zoals door de officier van justitie is bepleit, nu de filmpjes waar de officier van justitie kennelijk op doelt blijkens het daarover opgemaakte, in voetnoot 3 genoemde, proces-verbaal niet zijn aangetroffen op de gegevensdragers van verdachte. Het dossier bevat geen enkele aanwijzing in de richting van de vervaardiging door verdachte van kinderporno. Verdachte zal daarom ook op dit punt worden vrijgesproken.
De rechtbank merkt in dit verband nog op dat zij, na het sluiten van het onderzoek ter terechtzitting, een verzoek tot heropening van de officier van justitie heeft ontvangen. De raadsman is vervolgens in de gelegenheid gesteld hierop een schriftelijke reactie te geven.
Heropening van het onderzoek ter terechtzitting, als bedoeld in artikel 346 van het Wetboek van Strafvordering, kan door de rechtbank worden bevolen indien tijdens de beraadslaging blijkt dat het onderzoek niet volledig is geweest.
Naar het oordeel van de rechtbank is het onderzoek in de onderhavige zaak volledig geweest. Dat de officier van justitie zich klaarblijkelijk bij de formulering van haar standpunt op een bepaald punt heeft vergist, is geen reden om tot heropening van het onderzoek ter terechtzitting over te gaan. De raadsman heeft er ter zitting meermalen opgewezen dat
- anders dan de officier van justitie meende - de genoemde 4 filmpjes niet op de gegevensdragers van verdachte zijn aangetroffen, maar op de laptop van[slachtoffer], zodat dit punt ter terechtzitting voldoende aan bod is gekomen.
Feit 2
Verdachte wordt verweten dat hij in de periode van 18 september 2012 tot en met 2 oktober 2012 de minderjarige[slachtoffer] (door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht) heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen.
Uit het dossier is komen vast te staan dat verdachte en[slachtoffer] in de tenlastegelegde periode meermalen chatcontact met elkaar hebben gehad via Bullchat, Skype en/of MSN.
Deze chatgesprekken tussen verdachte en[slachtoffer] waren seksueel getint, terwijl verdachte wist dat[slachtoffer] op dat moment nog maar 12 jaar was. Dit heeft hem er kennelijk niet van weerhouden de chatsessies met[slachtoffer] te continueren.
Gedurende de chatgesprekken hebben zowel verdachte als[slachtoffer] hun lichaam (gedeeltelijk) voor de webcam ontbloot en hun geslachtsdeel aan elkaar getoond.
Uit de uitgewerkte chatgesprekken volgt dat[slachtoffer] meermalen het initiatief heeft genomen om de seksueel prikkelende gesprekken met verdachte te voeren en/of te continueren. Het is ook[slachtoffer] zelf geweest die heeft voorgesteld zijn geslachtsdeel via de webcam te tonen. Hoewel het op zichzelf verwerpelijk is dat verdachte hierin is meegegaan, hij heeft zelf ook zijn geslachtsdeel getoond, kan niet worden gezegd dat verdachte[slachtoffer] heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Het bestanddeel ‘misbruik maken van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’ ziet op de situatie van verminderde vrijheid bij het maken van eigen keuzen. Een dergelijke situatie kan worden afgeleid uit tal van omstandigheden van feitelijke aard. De officier van justitie heeft dit in de tenlastelegging nader geconcretiseerd met het leeftijdsverschil tussen verdachte en[slachtoffer].
De rechtbank stelt vast dat tussen verdachte en[slachtoffer] ten tijde van de chatgesprekken een leeftijdverschil bestond van 37 jaar. Verdachte was 49 jaar en[slachtoffer] nog maar 12 jaar.
Hoewel dit leeftijdsverschil aanzienlijk is, kan enkel op grond daarvan niet zonder meer geconcludeerd worden dat sprake was van het tenlastegelegde ‘misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht’. Uit de inhoud van de gevoerde chatgesprekken en de verklaring van zowel[slachtoffer] als verdachte is een dergelijk ‘misbruik’ ook niet gebleken. De rechtbank heeft geconstateerd dat de verhouding tussen verdachte en[slachtoffer] – afgezien van het leeftijdsverschil – gedurende de chatgesprekken min of meer gelijkwaardig was en dat het initiatief voor onder andere het tonen van elkaars geslachtsdelen via de webcam, van[slachtoffer] afkomstig was. Uit deze gesprekken kan derhalve niet worden afgeleid dat[slachtoffer] zich door dit leeftijdsverschil onderdruk gezet heeft gevoeld. Evenmin kan dit uit het studioverhoor van[slachtoffer] worden afgeleid.
Zij is dan ook met de officier van justitie van oordeel dat niet wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte - door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht -[slachtoffer] opzettelijk heeft bewogen tot het plegen van ontuchtige handelingen voor de webcam.
De rechtbank zal verdachte dan ook vrijspreken voor het onder 2 tenlastegelegde feit.
Feit 3
Begin oktober 2012 heeft de moeder van[initialen slachtoffer][slachtoffer] aangifte gedaan van grooming. Zij kwam erachter gekomen dat haar zoon de afgelopen weken aan het chatten was geweest met een oudere man, een zekere [verdachte]. De chatgesprekken waren seksueel getint.
[slachtoffer] is geboren op [geboortedatum].Hij was in de tenlastegelegde periode 12 jaar oud.
Op 12 oktober 2012 is[slachtoffer] in de verhoorstudio verhoord.[slachtoffer] verklaarde dat hij met een man,[verdachte], op internet (MSN) had gepraat en dat die[verdachte] dingen had laten zien.[slachtoffer] had deze [verdachte] via het internet ontmoet. Zij hadden ongeveer 7 keer met elkaar gechat.
In het dossier bevinden zich diverse uitgewerkte chatgesprekken tussen verdachte en[slachtoffer], in de periode van 19 september 2012 tot en met 2 oktober 2012, waarvan de inhoud meestal seksueel getint was. Een aantal relevante chatgesprekken, verkort en zakelijk weergegeven:
19 september 2012 (Skype)
[slachtoffer]: Hey schat.
Verdachte: (…) Wat ben je aan het doen?
[slachtoffer]: Naar je aan het kijken,
Verdachte: En ik naar jou, (…) Ik heb ook glijmiddel en zo. (…)
Hij is net zo dik als mijn vinger,
[slachtoffer]: (…) Pijpen, mmm. Likken. (…)
Verdachte: Ik zal het je wel leren.
(….)
[slachtoffer]: Ik wil je zien. In het echt.
Verdachte: Ik jou ook man, in het echt. (…) Wil jouw ballen in mijn mond, mmm. (…)[slachtoffer]
: Mag ik ook chips?
Verdachte: Zeg maar welke je lekker vindt. Dan ga ik ze wel halen. Ik bedoel als je bij mij bent hè. (…)
(…)
Verdachte: Jammer dat je niet mag logeren.
[slachtoffer]: Ja.
Verdachte: Zouden we veel lol hebben. (…)
19 september 2012 (MSN)
[slachtoffer]: Hey lekker ding. (…)
Verdachte: Hey. Alles goed? (…) Wat heb je gedaan vandaag?
[slachtoffer]: Naar school geweest. (…)
Verdachte: Ik gewerkt. (…)
[slachtoffer]: Cammen?
Verdachte: Gezellie.
(…)
[slachtoffer]: Waar woon je?
Verdachte: In Breda.
[slachtoffer]: (…) Ik in Oosterhout.[slachtoffer]
: (…) Ik was vandaag in Teteringen. Ik zit daar op school. (…)
Verdachte: Ik woon in de [naam buurt].
(…)
[slachtoffer]: Ik zou je wel willen tongen.
Verdachte: (…) Ik zou wel met je willen knuffelen. Lekker strelen. (…) Ik weet niet wat je leuk vindt?
[slachtoffer]: Pijpen.
Verdachte: Mmm lekker.[slachtoffer]
: Mag ik hem zien??
Verdachte: Ja hoor.
[slachtoffer]: Val jij op jong?
Verdachte: Ja.
[slachtoffer]: 42 toch?
Verdachte: Ja, ik 42.[slachtoffer]
: (…) Mag ik zien? Lekker. Die zou ik wel willen pijpen.
Verdachte: Hmm. Ik die van jou ook.[slachtoffer]
: Zien?
Verdachte: Als je wil?
(…)
Verdachte: Mooie piemel. Ik wil je overal likken en zoenen. (…) Lekker aan je kontje likken. (…) Mmm lekker buikje.
(…)
[slachtoffer]: Ik wil je ontmoeten.
Verdachte: (…) Ik jou ook. Maar doe je wel voorzichtig? (…) Ik heb een auto. Ik kan je altijd halen en brengen.
[slachtoffer]: (…) We kunnen ergens afspreken. (…) Dan kan ik hem likken.
Verdachte: En ik die van jou. (…) Bij mij thuis man. (…) Ik weet niet hoe lang je weg mag blijven?
[slachtoffer]: Half 6 moet ik altijd thuis zijn.
Verdachte: En op zaterdag? (…)
[slachtoffer]: Of woensdag? (…) Zaterdag kan ik niet. Ik moet dan naar de zorgboerderij. (…) Waar woon jij in de [naam buurt]?
Verdachte: Aan de[adres 2]. (…) Heb zin in je. (…) Wat vind jij lekker dan?
[slachtoffer]: Pijpen. (…) Jij?
Verdachte: Jouw poepgaatje likken. (…) Lekker aan je ballen likken. (…) Lekker jouw piemel tussen mijn billen. (…)
[slachtoffer]: (…) Mag ik hem zien? Trek is. Mmmmm. (…) Ik ga hem pijpen. (…)
Verdachte: En ik jou. Wil alles proeven wat eruit komt. (…)
(…)
[slachtoffer]: (…) Op welke leeftijd val je?
Verdachte: Eigenlijk niet zo jong als jij. Maar ja, je bent lief, aardig, leuk. (…) We gaan het samen heel leuk hebben. (…)
20 september 2012 (MSN)
Verdachte:[adres 2] 71. (…) Ik weet dat je heel dicht bij mij op school zit. (…) Maar 3 kilometer. (…)
[slachtoffer]:[adres slachtoffer]. Dat is mijn huis.
(…)
Verdachte: Moet goed uitkijken dat we niet gepakt worden, want eigenlijk mag het niet eens wat wij doen. Voor de wet. Want jij bent minderjarig.
[slachtoffer]: Uitkijken dus.
Verdachte: Precies. Voor mij heel strafbaar. Goed uitkijken.
[slachtoffer]: (…) 42 en 12. (…) We doen wat we willen.
Verdachte: Ja, dat gaan we zeker doen. Is ons geheim.
25 september 2012 (MSN)
[slachtoffer]: Ik kan je wel pijpen en jij mij.
Verdachte: Mmmm. (…) Ik hoop dat je zaterdag kan?
[slachtoffer]: Ja. (…)
27 september 2012 (MSN)
[slachtoffer]: Zin in zaterdag.
Verdachte: Ik ook.
29 september 2012 (MSN)
Verdachte: Ja, het is zaterdag.
[slachtoffer]: Ik heb er zin in. Jij ook?
Verdachte: Ja man, ik ook. Dan maken we het gezellig. (…) Ik heb zin in je. (…) Ik wil je. (…)
30 september 2012 (MSN)
[slachtoffer]: Ik wil woensdag afspreken oké?
Verdachte: (…) Het lijkt me wel spannend, maar niet eng meer.
(…)
[slachtoffer]: Kan je woensdag?
Verdachte: Nee, ik moet werken. (…)
[slachtoffer]: Dan moeten we wachten tot zondag. (…)
Verdachte: Ik had vorige week speciaal voor jou heel de dag vrij genomen op woensdag. En dan kan je niet. (…)
[slachtoffer]: Kun je zondag?
Verdachte: Ja hoor.
1 oktober 2012 (MSN)
Verdachte: (…) 12 jaar en 42 jaar dat kan niet. (…) Ik wil niet hebben dat je dat tegen iedereen vertelt (…)
[slachtoffer]: Zin in zondag.
Verdachte: Ja, ik ook zin in zondag. (…) Ik wil je. (…)
Op 2 oktober 2012 werd verdachte, wonende te Breda, in zijn woning aangehouden.Bij de politie verklaarde verdachte dat hij circa twee weken chatcontact heeft gehad met[slachtoffer]. Zij wisselden foto’s met elkaar uit en lieten via de webcam hun geslachtsdelen zien.Ook zijn er voorstellen gedaan om elkaar te ontmoeten, maar tot een daadwerkelijke ontmoeting is het nooit gekomen, aldus verdachte.
Ter zitting heeft verdachte verklaard dat er tussen hen gesproken is over een ontmoeting bij hem (verdachte) thuis, op een zaterdag. Ook heeft hij een woensdag vrij genomen van zijn werk met de bedoeling[slachtoffer] die dag te kunnen ontmoeten. Verdachte heeft verklaard dat, hoewel hij wist dat[slachtoffer] 12 jaar oud was, hij toch is doorgegaan.
Gelet op de wetsgeschiedenis is voor strafbaarheid van ‘grooming’ meer nodig dan het louter op internet communiceren met een kind en het maken van seksuele toespelingen. Voor de strafwaardigheid is het wezenlijk dat de communicatiefase uitmondt in een voorstel tot ontmoeting en het verrichten van een handeling gericht op het realiseren van die ontmoeting. Dergelijke handelingen onderstrepen namelijk de vastheid van het voornemen van de dader om zijn digitaal misbruik daadwerkelijk om te zetten in het plegen van fysiek misbruik. Fysiek contact is niet vereist.
De rechtbank dient thans te beoordelen of verdachte handelingen heeft ondernomen gericht op het daadwerkelijk verwezenlijken van een ontmoeting. Uit de chatgesprekken komt naar voren dat verdachte bij herhaling met[slachtoffer] heeft gesproken over een ontmoeting. Hij heeft zelfs voorgesteld[slachtoffer] bij hem (verdachte) thuis te ontmoeten. Hij zou[slachtoffer] dan met zijn auto kunnen ophalen en terugbrengen. Ook werden er over en weer adressen uitgewisseld, zijn er concrete ontmoetingsdagen voorgesteld (zaterdag, zondag en woensdag) en is gesproken over het tijdstip dat[slachtoffer] weer thuis moest zijn. Verdachte heeft ter zitting voorts verklaard dat hij speciaal een woensdag vrij had genomen van zijn werk met de bedoeling om[slachtoffer] te ontmoeten.
De rechtbank is van oordeel dat de in de chatgesprekken omschreven voorstellen om tot een ontmoeting te komen voldoende concreet waren. Er werd gesproken over een concrete dag (zaterdag, zondag en woensdag), een plaats (de woning van verdachte) en het vervoeren van[slachtoffer] door verdachte (halen en brengen). Zij heeft daarbij ook gelet op het doel en de strekking van artikel 248e van het Wetboek van Strafrecht, te weten het op adequate wijze bescherming bieden aan minderjarigen tegen de bedoelingen van pedoseksuelen om daadwerkelijk een situatie te creëren waarin zij seksueel contact met die minderjarigen kunnen hebben. Uit de inhoud van de chatgesprekken volgt genoegzaam dat de ontmoeting was gericht op het plegen van ontuchtige handelingen met elkaar. Zij spraken namelijk uitvoerig over wat zij bij elkaar zouden willen doen en welke seksuele handelingen zij prettig vonden.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het delict ‘grooming’. Verdachte heeft door middel van een geautomatiseerd werk en met gebruikmaking van een communicatiedienst (een chatbox) een ontmoeting voorgesteld met een jongen, van wie hij wist dat deze de leeftijd van 16 jaar nog niet had bereikt, met het oogmerk ontuchtige handelingen te plegen.