Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
of omstreeks07 oktober 2012, te Tilburg, als verkeersdeelnemer,
(personenauto, Seat
), daarmede
/splitsingvan die weg, met de weg, de Schoolstraat,
roekeloos, in elk gevalin
hoge, althans
/ofonachtzaam
en/of onnadenkend en/of
in ieder geval met een hogere snelheid dan
/splitsingvan wegen,
/splitsingvan wegen, met
(e
) (hoge
/aanzienlijke)snelheid op te rijden, op het moment dat
(komende vanaf de weg, de Schoolstraat en gaande
), doende was, voormelde
/splitsingvan wegen, gezien zijn, verdachte's, rijrichting, van
"over te steken, terwijl het verkeerlicht voor hem, verdachte, op dat moment oranje/geel licht uitstraalde,
althans de snelheid van dat door hem, verdachte, bestuurde motorrijtuig, niet tijdig en/of niet voldoende te verminderen,
)tengevolge waarvan hij, verdachte, met dat door hem, verdachte,
(personenauto, Seat
), in
botsing/aanrijding is gekomen
bijvoormelde bestuurster
(genaamd: [initialen slachtoffer] [slachtoffer]
)van die fiets, zwaar
of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat
(linker
)enkel, alsmede een
(linker
)onderbeen.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- veroordeelt verdachte tot
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;