ECLI:NL:RBZWB:2013:5785

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 juli 2013
Publicatiedatum
5 augustus 2013
Zaaknummer
2133806
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon, hierna te noemen erflater. Het verzoek is ingediend door de vereffenaar, die erfgenaam is van de nalatenschap, op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. De vereffenaar heeft aangevoerd dat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten. Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de baten van de nalatenschap inderdaad van geringe waarde zijn in verhouding tot de schulden. Hierdoor is er aanleiding om de opheffing van de vereffening te bevelen. De wet vereist dat deze opheffing gepubliceerd wordt, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gebruikelijke publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen niet noodzakelijk is. Gezien de geringe baten en de kosten die hiermee gemoeid zijn, is besloten dat bekendmaking via internet, met name op de website van de rechtspraak, een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.

De kantonrechter heeft de vereffeningkosten vastgesteld op € 1.319,62, welke kosten ten laste van de boedel komen. Tevens is bepaald dat de griffier zorg zal dragen voor de inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister. De beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open voor de verzoeker en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2133806 OV VERZ 13-3313
beschikking d.d. 24 juli 2013 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
[verzoeker], wonende te [adres],
in de nalatenschap van:
[erflater]
laatstelijk gewoond hebbende te [adres],
overleden te Roosendaal,
nader te noemen erflater.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van mr. E.P.B. ten Brinke, notaris te Halderberge.

1.Het verloop van het geding

1.1
De procesgang blijkt uit het op 28 juni 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift, met bijlagen;
1.2
De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.Het verzoek

2.1
Verzoeker, erfgenaam van erflater, is vereffenaar van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater en verzoekt op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2
Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3
Verzoeker en de overige erfgenamen hebben afgezien van verhoor door de kantonrechter.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van
de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -
aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2
De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3
De kantonrechter zal de vereffeningkosten, conform de opgave van verzoeker, vaststellen op € 1.319,62.
3.4
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 1.319,62 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken;
- wijst af hetgeen meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 24 juli 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.