ECLI:NL:RBZWB:2013:5785
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 juli 2013 uitspraak gedaan op een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon, hierna te noemen erflater. Het verzoek is ingediend door de vereffenaar, die erfgenaam is van de nalatenschap, op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. De vereffenaar heeft aangevoerd dat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering is dat het niet in het belang van de betrokkenen is om de vereffening voort te zetten. Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de baten van de nalatenschap inderdaad van geringe waarde zijn in verhouding tot de schulden. Hierdoor is er aanleiding om de opheffing van de vereffening te bevelen. De wet vereist dat deze opheffing gepubliceerd wordt, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de gebruikelijke publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen niet noodzakelijk is. Gezien de geringe baten en de kosten die hiermee gemoeid zijn, is besloten dat bekendmaking via internet, met name op de website van de rechtspraak, een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.
De kantonrechter heeft de vereffeningkosten vastgesteld op € 1.319,62, welke kosten ten laste van de boedel komen. Tevens is bepaald dat de griffier zorg zal dragen voor de inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister. De beschikking is gegeven door mr. B.J.G.M. Ides Peeters en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open voor de verzoeker en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.