Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1],
[eiser sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 7,
- de mondelinge behandeling,
- de pleitnotitie van de ouders.
2.Het geschil
3.De feiten
(hierna Ib WVO) beslist het bevoegd gezag over de toelating van leerlingen.
Artikel 21 lid 4 Ib WVO bepaalt dat in de eerste drie leerjaren van het VWO de vakken Latijn en Grieks op het gymnasium wèl en op het atheneum niet worden verzorgd.
Toelating gelijksoortige schoolEen leerling, komende van een gelijksoortige school, wordt bij toelating geplaatst in het leerjaar waarin de leerling op die school onderwijs had mogen volgen.
Het onderwijs in de eerste twee leerjaren wordt zodanig ingericht dat met behoud van keuzevrijheid de doorstroming van leerlingen wordt bevorderd naar een van de sectoren, bedoeld in de artikelen 10, 10b of 10d naar het derde leerjaar voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen voortgezet onderwijs en vervolgens naar de periode van voorbereidend hoger onderwijs, bedoeld in artikel 12.
4.De beoordeling
Een leerling, komende van een gelijksoortige school, wordt bij toelating geplaatst in het leerjaar waarin de leerling op die school onderwijs had mogen volgen.”aldus worden uitgelegd dat met “die school” wordt bedoeld de school waar de leerling na de toelating zal worden geplaatst omdat het woordje “die” verwijst naar de titel van dat artikel 9 die luidt: “Toelating gelijksoortige school”.
SKVOB erkent dat niet alleen naar de punten moet worden gekeken, maar stelt dat de rapportvergadering dit ook niet heeft gedaan omdat zij in het geval van [zoon], ondanks dat de norm is “afwijzen” en niet “bespreken”, toch heeft besloten om te bespreken of [zoon] ondanks zijn eindrapport bevorderd zou kunnen worden naar klas 3 atheneum. De uitkomst van die bespreking is echter geweest dat de rapportvergadering van oordeel is dat de basis te smal is om [zoon] te bevorderen naar atheneum 3.