In deze zaak vorderde de Vereniging van Eigenaars (VvE) van woningen in strandpark "SCHELDEVESTE" dat de rechtbank zou verklaren dat er een overeenkomst tot stand was gekomen met Vakantiepark Zeebad BV en Roompot Recreatie Beheer BV. De VvE stelde dat de vertegenwoordiger van de gedaagden, de heer A, de schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid had, en dat de onderhandelingen zo ver gevorderd waren dat de rechtbank de gedaagden moest veroordelen tot voortzetting van deze onderhandelingen. De rechtbank oordeelde dat, hoewel de heer A niet officieel als vertegenwoordigingsbevoegd was ingeschreven, de VvE er op mocht vertrouwen dat hij de bevoegdheid had om namens de gedaagden te handelen. De rechtbank concludeerde dat de VvE en Vakantiepark aan de uitkomst van de onderhandelingen gebonden waren, maar weigerde de vordering om te verklaren dat er een overeenkomst tot stand was gekomen, omdat het document dat als productie 16 was overgelegd, slechts een concept was en verdere onderhandelingen noodzakelijk waren. De rechtbank gebiedde Vakantiepark om binnen 30 dagen na betekening van het vonnis de onderhandelingen met de VvE voort te zetten, en compenseerde de proceskosten zodat iedere partij zijn eigen kosten droeg.