Uitspraak
- de op 7 augustus 2013 gewezen beschikking onder nummer [2....enz.];
- het op 27 augustus 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2013 een beschikking gegeven inzake de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon, hierna aangeduid als 'erflater'. De verzoeker, die mede-erfgenaam is van de erflater, heeft de kantonrechter verzocht om de vereffening op te heffen op basis van artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek. De verzoeker heeft toegelicht dat de nalatenschap, die eerder beneficiair was aanvaard, geen baten meer bevatte, aangezien de enige waardevolle bezitting, een schip, al was verkocht voor een bedrag van € 65.000,00 ten behoeve van een schuldeiser, de ABN-AMRO bank.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het voortzetten van de vereffening doelloos is geworden, omdat er geen baten meer zijn om te vereffenen. De rechter heeft besloten om de vereffening op te heffen en heeft daarbij de kosten van publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen niet voorgeschreven. Dit besluit is genomen omdat de kosten van publicatie voor rekening van de Staat zouden komen, en er geen dwingende noodzaak was voor de wettelijk voorgeschreven bekendmaking. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de bekendmaking via internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.
De beschikking is gegeven door mr. R.J.H. Goossens en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open voor de verzoeker en andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak of betekening.