ECLI:NL:RBZWB:2013:8026

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 november 2013
Publicatiedatum
8 november 2013
Zaaknummer
02/700012-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Struijs
  • A. Dekker
  • B. Batenburg-Van Rijswijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met dodelijke afloop en alcoholgebruik door de bestuurder

Op 13 april 2012 vond er een verkeersongeval plaats op de Van Tienhovenlaan te Oisterwijk, waarbij een personenauto in aanrijding kwam met twee voetgangers en een hond. Een van de voetgangers, mevrouw [slachtoffer], overleed als gevolg van de opgelopen verwondingen. De bestuurder van het voertuig, verdachte, stond terecht voor het primair tenlastegelegde feit dat hij onder invloed van alcohol het voertuig bestuurde en daardoor roekeloos heeft gehandeld. De rechtbank diende vast te stellen of er een oorzakelijk verband bestond tussen het alcoholgebruik van de verdachte en het ongeval. Dit vereiste een onderzoek naar de vermijdbaarheid van de aanrijding in twee scenario's: zonder alcoholgebruik en met een alcoholgehalte van 785 microgram per liter uitgeademde lucht.

Tijdens de zitting op 25 oktober 2013 werden de standpunten van de officier van justitie, mr. Van Delft, en de verdediging besproken. De officier stelde dat de verdachte niet adequaat had gereageerd door zijn vertraagde reactietijd als gevolg van alcoholgebruik, terwijl de verdediging betoogde dat de afstand van 26 meter te kort was om een aanrijding te voorkomen, ongeacht het alcoholgebruik.

De rechtbank concludeerde dat er nader onderzoek nodig was naar de verkeerssituatie en de zichtbaarheid van de voetgangers. Het proces-verbaal van de Verkeers Ongevallen Analyse gaf geen uitsluitsel over de vraag of de aanrijding vermijdbaar was. De rechtbank besloot het onderzoek ter terechtzitting te heropenen en de officier van justitie te verzoeken het benodigde onderzoek uit te voeren. De beslissing om het onderzoek te schorsen werd genomen om het belang van het onderzoek te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/700012-12
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 november 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],
wonende te [adres],
raadsman mr. Milo, advocaat te Tilburg.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 25 oktober 2013 waarbij de officier van justitie mr. Van Delft en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, terzake dat:
hij, op 13 april 2012, te omstreeks 21.15 uur, bij duisternis, in de gemeente
Oisterwijk, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een
motorrijtuig (personenauto, Volvo),
na het gebruik van alcoholhoudende drank,
zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval
heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval in hoge, althans
aanzienlijke mate onvoorzichtig en/of onachtzaam en/of onnadenkend en/of
ondeskundig,
met dat motorrijtuig rijdende over de weg, de Van Tienhovenlaan (ter plaatse
een smalle, beperkt verlichte weg) en naderend, gezien zijn, verdachte's,
rijrichting, twee, zich "rechts" op/langs de rijbaan van die weg, hem,
verdachte, tegemoetkomende voetgangers, welke voetgangers vergezeld waren door
een (loslopende) hond,
- ( gelet op de toen daar heersende duisternis) niet, althans niet behoorlijk,
te anticiperen op het zich op die weg bevindende (overige) verkeer
en/of
- niet, althans niet behoorlijk en/of voldoende, het door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig (tijdig) af te remmen
en/of
- niet, althans niet behoorlijk en/of voldoende, gezien zijn, verdachte's,
rijrichting, met dat motorrijtuig "naar links" uit te wijken, teneinde een
botsing/aanrijding te vermijden/te voorkomen, op het moment dat hij,
verdachte, voornoemde hond en/of voornoemde voetgangers tot op (zeer) kort
afstand was genaderd,
(mede) tengevolge waarvan hij, verdachte, in botsing/aanrijding is gekomen met
voormelde, zich op die weg bevindende, hond en/of (vervolgens) met voormelde,
zich op die weg bevindende, voetgangers,
waardoor een van genoemde voetgangers, te weten: [slachtoffer], werd
gedood,
zulks terwijl hij, verdachte, toen daar, dat motorrijtuig (personenauto)
heeft bestuurd, na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het
alcoholgehalte van zijn, verdachte's, adem, bij een onderzoek, als bedoeld in
artikel 8, tweede lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 785
microgram, in elk geval hoger dan 220 microgram, alcohol per liter uitgeademde
lucht bleek te zijn,
zijnde de terminologie in deze tenlastelegging, voor zover daraan betekenis is
gegeven, gebezigd in de zin van de Wegenverkeerswet 1994;
art 6 Wegenverkeerswet 1994
subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling
mocht of zou kunnen leiden:
hij, op 13 april 2012, te omstreeks 21.15 uur, bij duisternis, in de gemeente
Oisterwijk, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto, Volvo),
zulks terwijl hij, verdachte, toen daar, verkeerde onder invloed van
alcoholhoudende drank,
met dat motorrijtuig rijdende op de weg, de Van Tienhovenlaan (ter plaatse een
smalle, beperkt verlichte weg) en naderend, gezien zijn, verdachte's,
rijrichting, twee, zich "rechts" op/langs de rijbaan van die weg, hem,
verdachte, tegemoetkomende voetgangers, welke voetgangers vergezeld waren door
een (loslopende) hond,
- ( gelet op de toen daar heersende duisternis) niet, althans niet behoorlijk
heeft geanticipeerd op het zich op die weg bevindende (overige) verkeer
en/of
- niet, althans niet behoorlijk en/of voldoende, het door hem, verdachte,
bestuurde motorrijtuig (tijdig) heeft afgeremd
en/of
- niet, althans niet behoorlijk en/of voldoende, gezien zijn, verdachte's,
rijrichting "naar links" is uitgeweken, teneinde een botsing/aanrijding te
vermijden/voorkomen, op het moment dat hij, verdachte, voornoemde hond en/of
voornoemde voetgangers tot op (zeer) korte afstand was genaderd, (mede)
tengevolge waarvan hij, verdachte, in botsing/aanrijding is gekomen met
voormelde, zich op die weg bevindende, hond en/of (vervolgens) met voormelde,
zich op die weg bevindende voetgangers, waarbij voormelde hond werd
weggeslingerd en/of waarbij beide voetgangers ten val zijn gekomen, waarbij
een van voormelde voetgangers, te weten: [slachtoffer] werd gedood,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt,
althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd,
althans kon worden gehinderd;
De in deze telastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Wegenverkeerswet 1994 betekenis is gegeven, geacht in dezelfde
betekenis te zijn gebezigd;
art 5 Wegenverkeerswet 1994
tweede subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 13 april 2012, in de gemeente Oisterwijk, als bestuurder
van een motorrijtuig, (personenauto), dit motorrijtuig heeft bestuurd, na
zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn
adem bij een onderzoek, als bedoeld in artikel 8, tweede lid, aanhef en onder
a van de Wegenverkeerswet 1994, 785 microgram, in elk geval hoger dan 220
microgram, alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn;
art 8 lid 2 ahf/ond a Wegenverkeerswet 1994
derde subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een
veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 13 april 2012, in de gemeente Oisterwijk, als bestuurder
van een motorrijtuig (personenauto), dit motorrijtuig heeft bestuurd, terwijl
hij verkeerde onder zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of
redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in
combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon
verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht;
art 8 lid 1 Wegenverkeerswet 1994

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
Er is geen reden tot schorsing van de vervolging.

4.Het oordeel van de rechtbank

Op 13 april 2012 heeft er op de Van Tienhovenlaan te Oisterwijk een verkeersongeval plaatsgevonden, waarbij een personenauto in aanrijding is gekomen met twee voetgangers en een hond. Ten gevolge van de hierbij opgelopen verwondingen is mevrouw [slachtoffer] komen te overlijden. De bestuurder van het bij het ongeval betrokken voertuig was verdachte.
Door de Unit Forensisch Technisch onderzoek is een onderzoek verricht naar de mogelijke toedracht van vorenbedoeld verkeersongeval. Dit onderzoek is gerelateerd in het proces-verbaal Verkeers Ongevallen Analyse. Blijkens voormeld proces-verbaal is op 14 april 2012 omstreeks 13.00 uur de plaats van het ongeval voor een tweede keer onderzocht. Hierbij is een bandspoor aangetroffen, welk een regelspoor betrof dat een lengte had van 10,10 meter. Gelet op dit regelspoor werd berekend dat de snelheid van de auto bij aanvang van remming minimaal 53 en maximaal 54 kilometer per uur bedroeg.
Daarnaast is er nader onderzoek verricht naar de zichtbaarheid van de voetgangers, [slachtoffers], op de betreffende onverlichte Van Tienhovenlaan, met als doel het vaststellen of en vanaf welke afstand de voetgangers waarneembaar waren voor verdachte.
Een van de conclusies luidt dat met ontstoken dimlicht, zoals verdachte dat voerde ten tijde van het ongeval, de voetgangers voor verbalisanten waarneembaar waren vanaf 26 meter afstand. Voorts is van belang dat in het proces-verbaal wordt vermeld dat de reactietijd van een alerte bestuurder, die gevaar verwacht en niet onder invloed van alcohol verkeert, ongeveer 1,11 seconden (2% waarde) en 1,62 seconden (92% waarde) bedraagt.
De officier stelt zich op het standpunt dat onder de gegeven omstandigheden, een alerte bestuurder, daarmee een bestuurder die gevaar verwachtte en niet onder invloed reed, heeft moeten kunnen reageren en wel zodanig dat een ongeval voorkomen had kunnen worden door (tijdig) te remmen danwel uit te wijken. Echter verdachte is volgens de officier van justitie niet aan te merken als een alerte bestuurder. Zijn reactietijd is als gevolg van het onder invloed van alcohol zijn zodanig vertraagd dat hij daardoor niet, althans niet adequaat heeft kunnen reageren en daardoor een ongeval heeft veroorzaakt.
Volgens de verdediging was de afstand van 26 meter, gelet op de gemiddelde reactietijd en de snelheid waarmee verdachte reed en die ruim onder de maximum toegestane snelheid lag, in alle gevallen te kort om een aanrijding te kunnen voorkomen, ook wanneer er door verdachte geen alcohol gedronken zou zijn.
Voor een bewezenverklaring van het primair tenlastegelegde dient onder meer het oorzakelijke verband vast komen te staan tussen de verweten gedraging(en) van verdachte en het verkeersongeval. In onderhavig geval betekent dat in concreto dat vastgesteld dient te worden of het ongeval het gevolg is van het onder invloed van alcohol besturen van een voertuig door verdachte. Gelet op het voorgaande en het feit dat het proces-verbaal Verkeers Ongevallen Analyse op dit punt naar het oordeel van de rechtbank geen uitsluitsel geeft, dient er nader onderzoek te worden verricht.
De rechtbank acht het noodzakelijk dat er onderzoek gedaan wordt naar de vermijdbaarheid van een aanrijding tussen de personenauto en de voetganger in twee situaties te weten:
- uitgaande van de situatie dat geen sprake is van alcoholgebruik door de automobilist en
- uitgaande van de situatie dat de automobilist verkeert onder invloed van 785 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht.
Voor zover geconcludeerd mocht worden dat in beide gevallen een aanrijding niet vermijdbaar zou zijn geweest, dan dient -zo mogelijk- de vraag beantwoord te worden in hoeverre het alcoholgebruik van invloed is geweest op de ernst van de gevolgen van het verkeersongeval.
Bij voormeld onderzoek dient als uitgangspunt te worden genomen de verkeerssituatie ter plaatse op de dag en het tijdstip waarop het verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waarbij de automobilist met gebruik van dimlicht  53 a 54 km/u reed en de voetgangers hem tegemoet kwamen lopen.
De rechtbank zal daartoe het onderzoek ter terechtzitting heropenen en de stukken in handen van de officier van justitie stellen opdat deze genoemd onderzoek doet uitvoeren.

5.De beslissing.

De rechtbank:
- heropent het onderzoek ter terechtzitting;
- schorstnu het belang van het onderzoek dit vordert, het onderzoek ter terechtzitting
voor onbepaalde tijd, teneinde het hierboven omschreven onderzoek te laten verrichten;
-
steltdaartoe de stukken in handen van
de officier van justitie;
- beveelt de oproeping van verdachte met kennisgeving aan de raadsman en de benadeelde partij tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zal worden hervat.
Dit vonnis is gewezen door mr. Struijs, voorzitter, mr. Dekker en mr. Batenburg-Van Rijswijk, rechters, in tegenwoordigheid van mr. De Jonge, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 november 2013.