ECLI:NL:RBZWB:2013:8269

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2013
Publicatiedatum
14 november 2013
Zaaknummer
2430420_E04112013
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van de vereffening van een nalatenschap en publicatieplicht

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2013 uitspraak gedaan over een verzoek tot opheffing van de vereffening van de nalatenschap van een overleden persoon. Het verzoek is ingediend door de gevolmachtigde van de erfgenamen, die stelde dat de waarde van de baten van de nalatenschap zo gering was dat er geen aanleiding was om de vereffening voort te zetten. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de baten van de nalatenschap inderdaad minimaal zijn en dat de kosten van publicatie in de Staatscourant en in twee nieuwsbladen niet opwegen tegen de voordelen, aangezien de bekendmaking via internet een even goede, zo niet betere, mogelijkheid biedt voor belanghebbenden om geïnformeerd te worden over de nalatenschap.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke publicatieplicht niet hoeft te worden nageleefd, gezien de omstandigheden van de zaak. De beschikking zal in plaats daarvan worden bekendgemaakt op de website van de rechtspraak. De griffier is opgedragen om de opheffing van de vereffening in te schrijven in het boedelregister. Tevens zijn de reeds gemaakte vereffeningkosten vastgesteld op € 75,00, welke kosten ten laste van de boedel komen. De beschikking is gegeven door mr. R.J.H. Goossens en is uitgesproken op de openbare terechtzitting. Tegen deze beschikking staat hoger beroep open voor de verzoekster en andere belanghebbenden binnen de gestelde termijnen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Kanton
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 2430420 OV VERZ 13-5004
beschikking d.d. 4 november 2013 op een verzoek tot opheffing ex artikel 4:209 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
ingediend door:
[verzoekster], wonende te [adres].
in de nalatenschap van:
[naam erflater],
laatstelijk gewoond hebbende te [adres],
overleden te [plaats] op [datum],
nader te noemen erflater.
Het verzoekschrift is ingediend door tussenkomst van de heer [naam], wonende te [adres]
1. Het verloop van het geding
1.1 De procesgang blijkt uit de volgende stukken:
a. het op 8 oktober 2013 ter griffie ontvangen verzoekschrift;
b. de brief d.d. 24 oktober 2013 houdende de mededeling dat afgezien wordt van het recht om op het verzoek te worden gehoord;
1.2 De inhoud van deze stukken geldt hier als ingelast.

2.Het verzoek

2.1
Verzoekster is gevolmachtigde van de erfgenamen van erflater. Als gevolmachtigde van de vereffenaars van de beneficiair aanvaarde nalatenschap van erflater verzoekt zij op grond van het bepaalde in artikel 4:209 BW opheffing van de vereffening, vanwege de geringe waarde van de baten van de nalatenschap.
2.2
Ter onderbouwing van het verzoek is een vermogensbeschrijving overgelegd.
2.3
Verzoekster heeft afgezien van verhoor door de kantonrechter.

3.De beoordeling

3.1
De kantonrechter is van oordeel dat voldoende is komen vast te staan dat de waarde van de baten van de nalatenschap zodanig gering is, dat er - gelet op de waarde van de schulden -aanleiding is om de opheffing van de vereffening te bevelen.
3.2
De wet bepaalt dat deze opheffing dient te worden gepubliceerd. Nu er vrijwel geen baten zijn, wordt geoordeeld dat het in niemands belang is om daarvoor nog kosten te maken. Omdat de nalatenschap beneficiair aanvaard is zouden de kosten van publicatie voor rekening van het budget voor de rechtspraak komen, dus voor rekening van de Staat. Nu geen publicatie heeft plaatsgevonden van het vereffenaarschap en er ook verder geen dwingende noodzaak bestaat voor de -kostbare- wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking (publicatie in de Staatscourant en advertentie in twee nieuwsbladen), zal deze niet worden voorgeschreven. De belanghebbenden kunnen immers ook op een andere wijze, namelijk via internet, worden geïnformeerd, hetgeen iedere belanghebbende een even goede, wellicht betere, mogelijkheid geeft om de financiële situatie van de nalatenschap te kunnen inzien. Dit brengt ook geen nieuwe kosten met zich mee. De bekendmaking van de beschikking zal plaatsvinden op www.rechtspraak.nl/uitspraken. Deze wijze van bekendmaking komt in de huidige tijd met internet beter tegemoet aan de bedoeling van de wetgever, dan met de publicatiemiddelen uit de tijd waarin het huidige erfrecht werd ontworpen, toen de toegang tot internet nog niet algemeen was. Verzoeker zal daarom worden ontheven van de wettelijke publicatieplicht.
3.3
Nu verzoekster heeft gesteld dat er verder geen vereffeningskosten zijn, zal de kantonrechter deze vaststellen op € 75,00 wegens het in rekening gebrachte griffierecht voor het onderhavige verzoek.
3.4
De griffier zal zorg dragen voor inschrijving van de opheffing van de vereffening in het boedelregister.

4.De beslissing

De kantonrechter:
- beveelt de opheffing van de vereffening van de nalatenschap van erflater;
- stelt de reeds gemaakte vereffeningkosten vast op € 75,00 en brengt deze kosten ten laste van de boedel;
- verstaat dat deze beschikking bekend gemaakt zal worden door plaatsing op www.rechtspraak.nl/uitspraken;
- draagt de griffier op om de opheffing van de vereffening in te schrijven in het boedelregister.
Deze beschikking is gegeven door mr. R.J.H. Goossens, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 4 november 2013, in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beschikking kan hoger beroep worden ingesteld:
door de verzoek(st)er en door de in de procedure verschenen belanghebbenden: binnen drie maanden te rekenen van de dag van de uitspraak;
door andere belanghebbenden: binnen drie maanden na de betekening van de beschikking of nadat deze hun op andere wijze bekend is geworden.
Het beroepschrift moet door tussenkomst van een advocaat worden ingediend bij het gerechtshof te 's‑Hertogenbosch.