3.1.Op grond van de niet of onvoldoende weersproken stellingen en de overgelegde producties wordt uitgegaan van de navolgende feiten:
a. [eiseres] is eigenaresse van het perceel kadastraal bekend [adres] gelegen aan de [adres].
b. Bij brief van 17 maart 2011, verzonden op 23 maart 2011, heeft de gemeente Zundert [eiseres] een last onder dwangsom opgelegd, omdat [eiseres] in strijd met het ter plaatse vigerende bestemmingsplan op haar perceel bouwmaterialen en afvalstoffen had opgeslagen (hierna: de dwangsombeschikking). De gemeente Zundert heeft [eiseres] gelast om binnen vier weken na verzenddatum van de brief de overtreding te beëindigen door de genoemde materialen van haar perceel te verwijderen bij gebreke waarvan [eiseres] een dwangsom van € 1.000,00 per week zou verbeuren, met een maximum van € 10.000,00.
c. Bij brief van 19 augustus 2011, verzonden op 22 augustus 2011, heeft de gemeente Zundert [eiseres] te kennen gegeven dat zij van rechtswege een dwangsom van € 10.000,00 heeft verbeurd, omdat niet (volledig) is voldaan aan de lastgeving. De gemeente Zundert heeft [eiseres] daarop verzocht genoemd bedrag aan de gemeente over te maken.
d. Bij brief van 16 januari 2012, verzonden op 17 januari 2012, heeft de gemeente Zundert [eiseres] aangemaand om het bedrag van € 10.000,00 binnen twee weken na verzenddatum van de brief te voldoen. De gemeente Zundert heeft [eiseres] erop gewezen dat zij bij niet tijdige betaling de betaling bij dwangbevel kan en zal afdwingen.
e. Bij besluit van 26 januari 2012 is het door [eiseres] tegen de dwangsombeschikking gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
f. Bij besluit van 26 januari 2012 heeft de gemeente Zundert een totaalbedrag van
€ 10.000,00 aan verbeurde dwangsommen ingevorderd (hierna: de invorderingsbeschikking), waartegen [eiseres] bezwaar heeft gemaakt.
g. Bij brief van 1 mei 2012, verzonden op 1 mei 2012, heeft de gemeente Zundert [eiseres] aangemaand om het bedrag van € 10.000,00 binnen twee weken na verzenddatum van de brief te voldoen. De gemeente Zundert heeft [eiseres] erop gewezen dat zij bij niet tijdige betaling de betaling bij dwangbevel kan en zal afdwingen.
h. Op 6 november 2012 heeft de bestuursrechter van deze rechtbank het beroep van [eiseres] voor zover gericht tegen de dwangsombeschikking ongegrond verklaard en voor zover gericht tegen de invorderingsbeschikking gegrond verklaard. De bestuursrechter heeft daarop het totaalbedrag aan verbeurde dwangsommen vastgesteld op € 8.000,00 en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde invorderingsbeschikking.
i. [eiseres] heeft daarop tegen de uitspraak van 6 november 2012 tevergeefs hoger beroep ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
j. Op 7 januari 2013 heeft de gemeente Zundert een dwangbevel uitgevaardigd tegen [eiseres] tot betaling van € 8.000,00, vermeerderd met rente en kosten. Dit dwangbevel is bij deurwaardersexploot van 7 februari 2013 aan [eiseres] betekend met bevel tot betaling van € 8.000,00, vermeerderd met rente en kosten onder aanzegging van verdere tenuitvoerlegging van het dwangbevel van
7 januari 2013.
k. Op 30 oktober 2013 heeft de gemeente Zundert uit kracht van het dwangbevel van 7 januari 2013 ten laste van [eiseres] executoriaal beslag doen leggen onder de Sociale Verzekeringsbank. Het proces-verbaal van beslaglegging is op
8 november 2013 aan [eiseres] betekend.