ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ0501
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Kooijman
- A. Dekker
- J. van de Wetering
- Rechtspraak.nl
Veroordeling voor ontucht met minderjarige dochter en bezit van kinder- en dierenporno
Op 4 februari 2013 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontucht met zijn minderjarige dochter en het bezit van kinder- en dierenporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 november 2010 tot en met 31 december 2010 ontucht heeft gepleegd met zijn dochter, waarbij hij haar naakt voor de webcam heeft geplaatst. Dit gebeurde op verzoek van een derde, wat de ernst van de situatie vergroot. De rechtbank heeft de bekennende verklaring van de verdachte en de bevindingen van de politie als bewijs gebruikt. De verdediging voerde aan dat er geen sprake was van langdurig misbruik, maar de rechtbank oordeelde dat de handelingen van verdachte wel degelijk als ontuchtig moesten worden gekwalificeerd.
Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van het bezit van kinderporno, waarbij de rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan het in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De rechtbank heeft de verweren van de verdediging verworpen, onder andere omdat de verdediging niet had verzocht om inzage in de betreffende afbeeldingen. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat er geen reden was om te twijfelen aan de bevindingen van de verbalisanten die de afbeeldingen hadden beoordeeld.
De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 106 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is er een taakstraf van 240 uren opgelegd. De rechtbank heeft ook een schadevergoeding toegewezen aan de benadeelde partij, de dochter van de verdachte, ter hoogte van € 1.215,00. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer in overweging genomen bij het bepalen van de strafmaat.