Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
7 De strafoplegging
7.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert op grond van hetgeen hij bewezen acht aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van een jaar, met aftrek van voorarrest.
7.2 Het standpunt van de verdediging
De raadsman bepleit een gevangenisstraf voor de duur van 1 maand, nu verdachte slechts een kleine rol heeft gehad die bestond uit behulpzaamheid bij twee diefstallen, waardoor anderen in staat waren te zakkenrollen. Verdachte is een first offender, heeft geen documentatie en is als chauffeur van auto’s naar Roemenië buiten zijn wil betrokken geraakt bij deze diefstallen.
Bij bewezenverklaring van deelname aan de criminele organisatie acht de raadsman een straf gelijk aan de tot op heden reeds ondergane voorlopige hechtenis voldoende.
Verdachte heeft in Roemenië een baan en een gezin dat op hem wacht.
7.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan twee diefstallen van pinpassen en twee opzethelingen. De bij de gestolen passen behorende pincodes zijn op slinkse wijze achterhaald door zich in de buurt van hun slachtoffers, respectievelijk een 67 jarige vrouw en een 80 jarige vrouw die zich met een rollator voortbewoog, op te houden als zij hun boodschappen in de supermarkt, een drukke en onoverzichtelijke ruimte, betaalden met hun pinpas. Verdachte en zijn mededaders hadden de rollen hierbij verdeeld. Een van hen keek bij de pinbetalingtransactie de door het slachtoffer ingetoetste pincode af, terwijl een ander de aandacht van de caissière afleidde. Vervolgens volgden verdachte en zijn mededader hun slachtoffers naar buiten, spraken hen aan door het stellen van een vraag of een verzoek om hulp, waardoor de slachtoffers werden afgeleid en hun pinpas kon worden gestolen. De door verdachte vervulde rol (het aanspreken van de slachtoffers) was voor het kunnen plegen van de diefstallen essentieel. Door zijn aandeel heeft verdachte financieel voordeel genoten. De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan dat hij uit puur geldelijk gewin anderen, te weten (hoog)bejaarde mensen, op grove wijze heeft benadeeld. Naast de door hem aangerichte financiële schade en de daardoor veroorzaakte overlast brengt het bewezenverklaarde voor de benadeelden angst en gevoelens van onveiligheid teweeg.
De ernst van de bewezen verklaarde feiten rechtvaardigt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur.
Daarbij overweegt de rechtbank dat gezien het grote maatschappelijke belang dat gemoeid is met het voorkomen van dit soort feiten, van de op te leggen straf een serieuze afschrikwekkende werking dient uit te gaan.
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie betreffende verdachte van 18 december 2012 waaruit blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor het plegen van strafbare feiten. Ten voordele van verdachte heeft de rechtbank er rekening mee gehouden dat verdachte zich ter terechtzitting bereid heeft getoond de slachtoffers schadeloos te stellen. Door de vrijspraak van feit 3 zal de rechtbank een aanzienlijk lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist.
8 De benadeelde partijen
De navolgende benadeelde partijen vorderen elk schadevergoeding voor feit 1
- [benadeelde 5], € 2.089,90;
- [benadeelde 1], € 150,-- en
- [benadeelde 4], € 199,50.