ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5927

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
29 maart 2013
Publicatiedatum
8 april 2013
Zaaknummer
02/800834-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Hertsig
  • A. van Kralingen
  • J. Schnitzler
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van een gewelddadige overval op een supermarkt te Tilburg

Op 6 september 2012 vond er een gewapende overval plaats op de Emté supermarkt aan de Besterdring te Tilburg. Tijdens deze overval werden geweld en bedreigingen gebruikt door de daders, die met wapens de medewerkers onder druk zetten. De daders namen acht kassalades mee, met een totaalbedrag van ongeveer € 16.000,00. De verdachte ontkende betrokkenheid, maar de rechtbank concludeerde op basis van verschillende bewijsmiddelen dat hij wel degelijk een rol had gespeeld. Medeverdachten hebben verklaard dat de verdachte de derde overvaller was en een vuurwapen gelijkend voorwerp hanteerde. De rechtbank oordeelde dat de betrokkenheid van de verdachte wettig en overtuigend kon worden bewezen, ondanks de intrekking van belastende verklaringen door medeverdachten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie jaar op, met aftrek van voorarrest, en wees de vordering van de benadeelde partij af, omdat het gestolen geld in beslag was genomen en teruggegeven zou worden aan de Emté. De rechtbank benadrukte de ernst van de overval en de impact op de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/800834-12
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 29 maart 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te Tilburg
thans gedetineerd in het huis van bewaring De Boschpoort te Breda
raadsman: mr. Verkaart, advocaat te Breda
1 Onderzoek van de zaak
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 18 maart 2013, waarbij de officier van justitie, mr. Van Aalst, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
op 6 september 2012 onder geweld en/of bedreiging met geweld samen met anderen een overval heeft gepleegd op de supermarkt Emté aan de Besterdring te Tilburg.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het feit heeft gepleegd. Zij baseert zich daarbij op de aangifte, de camerabeelden, de getuigenverklaringen van de winkelmedewerkers - waaronder de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] - de verklaringen van de getuigen [getuige 3], [getuige 4] en [getuige 5], [getuige 6] en [getuige 7] en op de bij de politie afgelegde verklaringen door medeverdachten [mededader 1] (hierna te noemen: ‘[voornaam mededader 1]’) en [mededader 2] Daarnaast baseert zij haar standpunt op de goederen die in de woning aan de [adres] te Tilburg zijn aangetroffen, de verkregen telefoongegevens en de verklaring van verdachte dat hij een kamer huurt in voormelde woning en dat hij daar door de politie is aangehouden.
4.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen. Daartoe voert zij aan dat verdachte het feit ontkent en dat er - buiten de belastende verklaringen die door [voornaam mededader 1] en [mededader 2] zijn afgelegd bij de politie - geen direct bewijs bestaat voor de betrokkenheid van verdachte bij de overval. Gelet hierop en op het feit dat voormelde medeverdachten hun verklaringen bij de rechter-commissaris hebben ingetrokken, mogen de belastende verklaringen ingevolge geldende jurisprudentie niet als bewijs worden gebezigd, aldus de verdediging. Met het vorenstaande stelt de verdediging zich op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Overval
Op 6 september 2012 waren een aantal personen - waaronder [getuige 2] , [getuige 1] , [getuige 8] en [getuige 9] - aan het werk bij de Emté aan de Besterdring te Tilburg. Omstreeks 20:15 uur wilden voormelde personen de Emté verlaten via de personeelsingang. Toen een van de medewerkers de deur opendeed, drongen drie personen de Emté binnen. Dit waren twee mannen en één vrouw. Deze personen riepen tegen de medewerkers “Terug naar binnen”. Hierbij lieten de overvallers wapens zien, te weten twee messen en een vuurwapen. [getuige 2] hoorde dat één van de daders ‘geld, geld’ riep. Toen hij de deur richting het magazijn wilde openmaken, zag [getuige 2] dat een van de daders met een mes in zijn hand naar hem toe kwam gelopen, waarna hij een prikje in zijn rug voelde. Verder werd door een dader geroepen “lopen, lopen”. Diezelfde dader gaf [getuige 1] een duw in haar rug. Iedereen moest vervolgens stil op de grond gaan zitten met zijn handen omhoog. [getuige 1] hoorde dat een van de daders riep “mobieltjes weg”.
De dader met het vuurwapen hield gedurende de overval het vuurwapen gericht op de medewerkers die op de grond zaten. [getuige 2] werd met een mes in zijn rug richting het kantoor geduwd door een van de andere daders. In het kantoor moest [getuige 2] de kluis openmaken. Daar werd tegen hem geroepen “andere kluis ook open” en “vlug, vlug”. Na het openen van de kluis door [getuige 2] werden 8 kassalades uit de kluis gepakt. Toen de dader met het vuurwapen doorkreeg dat [getuige 2] uit het kantoor was, richtte hij zijn wapen op hem en zei dat hij bij de anderen op de grond moest gaan zitten. De daders zijn uiteindelijk de winkel uitgelopen met een aantal Emté tassen met daarin de kassalades. In de kassalades zat een geldbedrag van ongeveer € 16.000,00. [getuige 2] heeft toen op de alarmknop gedrukt . De melding kwam op 6 september 2012 om 20:28 uur binnen bij de meldkamer van de Politie Midden- en West Brabant
De rechtbank concludeert dat er op 6 september 2012 te Tilburg een gewapende overval heeft plaatsgevonden, waarbij geweld is gebruikt en bedreigende woorden zijn gebezigd, zoals hierboven omschreven. Zij stelt verder vast dat er 8 kassalades zijn weggenomen door de daders, met daarin een geldbedrag van ongeveer € 16.000,00, toebehorend aan de Emté.
De vervolgvraag is of verdachte betrokken is geweest bij de overval.
Betrokkenheid verdachte
Getuige [getuige 10] zag op 6 september 2012 tussen 20:00 uur en 21:00 uur een auto stoppen voor een woning aan de [adres] te Tilburg. Hij zag vervolgens dat er drie licht getinte personen uit de auto sprongen en dat deze personen voormelde woning binnengingen. De politie ging ter plaatse en trad omstreeks 21:40 uur de woning binnen. De politie constateerde dat zowel verdachte als zijn halfbroer [voornaam mededader 1] aanwezig waren in één kamer op de eerste verdieping. Nadat de doorzoeking door de rechter-commissaris was geopend, werd in diezelfde kamer [mededader 2] aangetroffen onder een bed. Daarnaast werden in voormelde kamer (onder meer) de acht gestolen kassalades , twee tassen van de Emté, met in elke tas een mes, en een tas van de Jumbo , een geldbedrag van € 16.431,63 en een gasdrukpistool aangetroffen. Verder werd een zwarte iPhone 4s aangetroffen. [mededader 2] heeft een zwarte iPhone 4s . De mail van deze iPhone was ingesteld op ‘[....@....] . In het toestelgeheugen van deze iPhone is onder andere aangetroffen een foto, gemaakt op 6 september 2012 te 20:53 uur, van 3 jongens, zittend achter een tafel met een grote hoeveelheid geld, terwijl één van hen een kassalade vast heeft . Verbalisanten herkennen op die foto verdachte en medeverdachten [voornaam mededader 1] en [mededader 3]
Medeverdachten [voornaam mededader 1] en [mededader 2] hebben bij de politie bekend dat zij bij de overval betrokken zijn geweest. Zij hebben verder verklaard dat verdachte de derde overvaller was, zijnde de overvaller met het vuurwapen.
Op grond van de hiervoor genoemde bewijsmiddelen stelt de rechtbank vast dat verdachte binnen een half uur na het plaatsvinden van de overval op de Emté samen met medeverdachten [mededader 3], [mededader 1] en [mededader 2] aanwezig was op zijn kamer in het pand [adres] te Tilburg met het gestolen geld, de gestolen kassalades, twee messen en een gasdrukpistool. [mededader 1] en [mededader 2] hebben tegenover de politie bekend de overval te hebben gepleegd en hebben verdachte aangewezen als de derde overvaller die het op een vuurwapen gelijkend voorwerp hanteerde. De rechtbank is daarom van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte medepleger is van deze overval.
Het verweer van de verdediging – kort samengevat inhoudende dat de belastende verklaringen van medeverdachten [voornaam mededader 1] en [mededader 2] niet gebezigd mogen worden voor het bewijs, omdat deze verklaringen zijn ingetrokken bij de rechter-commissaris – treft geen doel. Daartoe overweegt de rechtbank dat de belastende verklaring van [voornaam mededader 1] respectievelijk [mededader 2] niet het enige bewijsmiddel is waaruit verdachtes betrokkenheid bij het tenlastegelegde feit kan volgen (NJ 1994/427). Bovendien zijn de beide verklaringen afzonderlijk van elkaar afgelegd, zijn zij gedetailleerd en komen zij op essentiële punten met elkaar overeen. Daar komt bij dat voormelde verklaringen worden ondersteund door andere objectieve bewijsmiddelen zoals hiervoor genoemd.
Het vorenstaande in ogenschouw nemend, kan worden gesproken van een betrouwbare bewijsvoering. Het is dan niet noodzakelijk, dat de rechtbank de medeverdachten [mededader 1] en [mededader 2] hoort ter zitting.
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte op 06 september 2012 te Tilburg tezamen en in vereniging met anderen, uit een kluis uit een winkel, Emte Besterdring met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen acht, kassalades inhoudende in totaal -circa- 16.000 Euro en een aantal tassen van Emte, toebehorende aan de Emte, welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [getuige 2] en/of [getuige 1] en/of [getuige 8] en/of [getuige 9] en/of andere personeelsleden van de Emte gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte, en zijn mededaders
- aan die [getuige 2] en/of die [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of [getuige 9] en/of de andere personeelsleden messen, en/of een wapen hebben getoond en/of gericht (gehouden) en
- met een mes in de rug van die [getuige 2] hebben geprikt en
- die [getuige 2] een kantoor in hebben geduwd en
- die [getuige 1] in haar rug hebben geduwd en
- die [getuige 2] en [getuige 1] en [getuige 8] en [getuige 9] en andere personeelsleden hebben gedwongen op de grond te gaan zitten met hun handen omhoog en opzettelijk dreigend, die [getuige 2] en/of die [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of die [getuige 9] en/of die andere personeelsleden -zakelijk weergegeven- de woorden hebben toegevoegd: “Geld, geld” en/of “Vlug, vlug” en/of "Terug naar binnen en/of "Lopen, lopen!" en/of "Mobieltjes weg" en/of 'dat die [getuige 2] en/of [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of die [getuige 9] en die andere personeelsleden stil moesten (blijven) zitten’ en/of "Andere kluis ook open".
De rechtbank heeft de tenlastelegging aangepast met de cursief weergegeven woorden.
Met deze aanpassingen is verdachte niet in zijn belangen geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.
6 De strafoplegging
6.1 De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 46 maanden, met aftrek van 192 dagen voorarrest.
6.2 Het standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de rechtbank om bij een eventuele bestraffing de proportionaliteit te bewaken en stelt in dit verband dat aansluiting moet worden gezocht bij het gewezen vonnis in de zaak van [voornaam mededader 1], omdat de rollen vergelijkbaar zijn te noemen. [voornaam mededader 1] is veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van 434 dagen, waarvan 365 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar dat neerkomt op een onvoorwaardelijke straf van 69 dagen. Daarnaast is aan hem een werkstraf voor de duur van 200 uren opgelegd, aldus de verdediging. Zij wijst er verder op dat verdachte een first offender is, dat hij bereid is om mee te werken aan reclasseringstoezicht en dat hij zich zal houden aan eventuele voorwaarden.
6.3 Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich, samen met anderen, schuldig gemaakt aan het plegen van een gewelddadige overval op een supermarkt. De rechtbank is van oordeel dat dit een zeer ernstig strafbaar feit betreft. Verdachte en zijn mededaders hadden kennelijk enkel als doel het verwerven van geld. Ter verwezenlijking van dat doel hebben zij bewust gekozen voor het gebruiken van geweld tegen andere personen dan wel gedreigd met het toepassen van geweld. In dit verband overweegt de rechtbank dat verdachte en zijn mededaders ten tijde van de overval hun gezicht hadden bedekt. Daarnaast maakten zij gebruik van (nep)wapens: [voornaam mededader 1] en [mededader 2] hebben allebei gedreigd met een mes, terwijl verdachte een op een vuurwapen gelijkend voorwerp heeft gericht op de medewerkers van de Emté. Door het hanteren van een dergelijke handelswijze, geeft verdachte er blijk van dat hij geen oog had voor de gevolgen die zijn handelen met zich meebracht voor de winkelmedewerkers. Het spreekt voor zich dat de winkelmedewerkers pure angst hebben doorstaan en dat dit een traumatische ervaring voor hen is geweest. Op de manager na, waren de Emté-medewerkers tussen de 16 en 23 jaar oud. Deze overval zal ongetwijfeld een grote impact op hen hebben gehad.
De rechtbank is van oordeel dat op een gewapende overval als de onderhavige in beginsel een forse gevangenisstraf dient te volgen. Bij het bepalen van de straf houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte een blanco strafblad heeft. Verder houdt zij rekening met de uitgangspunten voor straftoemeting die in dit soort zaken gehanteerd worden.
Als strafverzwarende factoren wegen mee dat verdachte en zijn mededaders vermomd waren, dat bij de overval een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en twee messen zijn gehanteerd en dat er een grote som geld buit is gemaakt. De rechtbank meent verder dat verdachte een voorname rol heeft gespeeld in het geheel. Gebleken is namelijk dat hij [mededader 2] heeft benaderd voor het medeplegen van de overval en dat hij zijn kamer ter beschikking heeft gesteld als verzamelplaats c.q. schuilplaats. Hij heeft met het (nep)vuurwapen de medewerkers van de Emté bedreigd. Gelet op dit alles neemt de rechtbank het verdachte kwalijk dat hij op geen enkele manier berouw heeft getoond. Hij weigert daarmee verantwoordelijkheid te nemen voor zijn daden.
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaar, met aftrek van 192 dagen voorarrest, noodzakelijk is. De rechtbank ziet geen ruimte voor een andere of lichtere sanctie.
7 De benadeelde partij
De benadeelde partij Emté Besterdring vordert een schadevergoeding van € 16.258,35.
Dit betreft het geldbedrag dat bij de overval uit de Emté is weggenomen. De rechtbank merkt op dat uit het dossier volgt, dat er in de woning van verdachte een bedrag van € 16.431,63 in beslag is genomen. Verdachte heeft ter zitting afstand gedaan van dit bedrag. Gelet hierop en op de mededeling van de officier van justitie, dat er een procedure is gestart om het gestolen geld aan de Emté terug te geven, is de rechtbank van oordeel dat de vordering van de Emté moet worden afgewezen.
8 Het beslag
8.1 De teruggave
De rechtbank zal de teruggave gelasten van de hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen aan de Emté, omdat deze redelijkerwijs als rechthebbende kan worden aangemerkt.
9 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 10, 27, 47, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
10 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
“Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en/of bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen”;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Beslag
- gelast de teruggave aan de Emté van het in beslag genomen muntgeld, zijnde een geldsom van € 309,12:
Benadeelde partij
- bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij Emté Besterdring wordt afgewezen;
- veroordeelt de benadeelde partij Emté Besterdring in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. Hertsig, voorzitter, mr. Van Kralingen en mr. Schnitzler, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 29 maart 2013.
Mr. Schnitzler is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
hij op of omstreeks 06 september 2012 te Tilburg tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (uit een kluis uit een winkel, Emte Besterdring) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen acht, althans een aantal, kassalade(s) (inhoudende in totaal -circa- 16.000 Euro) en/of een (aantal) tas(sen) (Emte), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Emte, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [getuige 2] en/of [getuige 1] en/of [getuige 8] en/of [getuige 9] en/of (nog) andere personeelsleden (van de Emte) gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- aan en/of op die [getuige 2] en/of die [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of [getuige 9] en/of de andere personeelsleden (een) mes(sen), althans (een) scherp(e) en/of puntig(e) voorwerp(en) en/of een (vuur)wapen heeft/hebben getoond en/of gericht (gehouden) en/of
- zichtbaar voor die [getuige 2] en/of die [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of die [getuige 9] en/of die andere personeelsleden (een) mes(sen) en/of een (vuur)wapen in zijn/haar/hun hand(en) heeft/hebben gehouden en/of
- met (een) mes(sen) in de rug van die [getuige 2] heeft geduwd/geprikt en/of
- die [getuige 2] een kantoor in heeft geduwd en/of
- die [getuige 1] in haar rug heeft geduwd en/of
- die [getuige 2] en/of [getuige 1] en/of [getuige 8] en/of [getuige 9] en/of andere personeelsleden heeft/hebben gedwongen op de grond te gaan zitten en/of met hun handen omghoog/in de lucht en/of (daarbij) opzettelijk dreigend meermalen, althans eenmaal, die [getuige 2] en/of die [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of die [getuige 9] en/of die andere personeelsleden -zakelijk weergegeven- de woorden heeft/hebben toegevoegd: “Geld, geld” en/of “Vlug, vlug” en/of "Terug naar binnen en/of "Lopen, lopen!" en/of "Mobieltjes weg" en/of 'dat die [getuige 2] en/of [getuige 1] en/of die [getuige 8] en/of die [getuige 9] die andere personeelsleden stil moesten (blijven) zitten en/of "Andere kluis ook open";
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht