ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ5965
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van de bezitter van een pony na ongeval tijdens paardenconcours
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de aansprakelijkheid van de bezitter van een pony centraal na een ongeval dat plaatsvond op 13 juni 2009. De verzoekster, die ervaring had met paarden, hield de pony vast terwijl de dochter van de verweerder haar naam riep. De pony draaide zijn hoofd en raakte de verzoekster, die vervolgens uit haar evenwicht raakte en haar knie verdraaide. De verzoekster stelt dat zij hierdoor letsel heeft opgelopen en verzoekt de rechtbank om de verweerder aansprakelijk te stellen op grond van artikel 6:179 van het Burgerlijk Wetboek, dat de bezitter van een dier aansprakelijk stelt voor schade die door dat dier wordt veroorzaakt.
De rechtbank overweegt dat, ondanks het ontbreken van medische gegevens, voldoende waarschijnlijk is dat de verzoekster letsel heeft opgelopen door de beweging van de pony. De rechtbank kan in het kader van deze deelgeschilprocedure een oordeel geven over de aansprakelijkheid, ook al is de exacte aard en hoogte van de schade nog niet vastgesteld. De verweerder betwist de aansprakelijkheid en stelt dat de verzoekster zelf verantwoordelijk is voor het ontstaan van de schade, omdat zij de pony vasthield op het moment van het incident.
De rechtbank concludeert dat de verweerder als bezitter van de pony aansprakelijk is voor de schade die de verzoekster heeft geleden. De rechtbank wijst de verzoekster in het gelijk en bepaalt dat de verweerder de kosten van de procedure moet vergoeden. De beslissing is genomen op 13 februari 2013, waarbij de rechtbank de kosten van de procedure begroot op € 1.363,57, te vermeerderen met het griffierecht.