ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ6708
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Raadkamer
- M. van der Ploeg-Hogervorst
- A. Haesen
- J. Gieben
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen schorsing voorlopige hechtenis in zaak van winkeldiefstal
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 20 maart 2013 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de officier van justitie tegen de beslissing van de rechter-commissaris om de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen. De verdachte, geboren in 1941, had een lange geschiedenis van winkeldiefstallen en was op dat moment onderworpen aan verschillende proeftijden van eerdere veroordelingen voor vermogensdelicten. De officier van justitie stelde dat er geen persoonlijke belangen waren die zwaarder wogen dan het strafvorderlijk belang en verzocht om het hoger beroep gegrond te verklaren.
De verdediging voerde aan dat de verdachte kort na de schorsing was geopereerd aan zijn hand en dat hij herstellende was. Tevens werd benadrukt dat de verdachte, die eerder verminderd toerekeningsvatbaar was verklaard, momenteel begeleiding kreeg van een organisatie genaamd Grijs Genoegen en zich tot dan toe goed aan een winkelverbod had gehouden. De verdediging vroeg om het hoger beroep van de officier van justitie ongegrond te verklaren.
De rechtbank heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. De rechter-commissaris had in zijn beslissing een winkelverbod opgelegd om het recidivegevaar te beperken, waarbij de verdachte alleen onder begeleiding van een medewerker van Reclassering Nederland een winkel mocht betreden. Gezien de omstandigheden en de eerdere naleving van het winkelverbod door de verdachte, concludeerde de rechtbank dat het recidivegevaar voldoende was beperkt. Daarom werd het hoger beroep van de officier van justitie ongegrond verklaard.