ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 april 2013
Publicatiedatum
22 juni 2013
Zaaknummer
02-666988-11
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Triest
  • J. Kooijman
  • R. Volkers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijwillige terugtred bij poging tot diefstal met bedreiging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 april 2013 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal met bedreiging. De verdachte had op 24 november 2010 geprobeerd een Chinees restaurant in Dongen te overvallen. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte een bivakmuts droeg en een mes bij zich had, wat de situatie voor de aangeefster bedreigend maakte. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de poging tot diefstal, maar dat er sprake was van een geslaagd beroep op vrijwillige terugtred. De verdachte had, toen hij de kinderen en de vrouw in het restaurant zag, spijt gekregen van zijn daad en was zonder iets te doen weggegaan. Dit spontane besluit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet strafbaar was voor het bewezen verklaarde feit. De rechtbank sprak de verdachte vrij van alle rechtsvervolging en verklaarde de benadeelde partij niet-ontvankelijk in haar vordering, met de mogelijkheid om deze bij de burgerlijke rechter aan te brengen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/666988-11
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 april 2013
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [datum en plaats]
wonende te [adres]
1 Onderzoek van de zaak
Overeenkomstig artikel 369 van het Wetboek van Strafvordering heeft de politierechter de zaak naar deze kamer verwezen. De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van
9 april 2013, waarbij de officier van justitie, mr. Van Aalst, en verdachte hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.
2 De tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte op
24 november 2010 heeft geprobeerd een Chinees restaurant in Dongen te overvallen.
3 De voorvragen
De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.
4 De beoordeling van het bewijs
4.1 Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich aan het tenlastegelegde schuldig heeft gemaakt en baseert zich daarbij op de aangifte door [naam aangever] en de verklaringen van verdachte bij de politie en ter zitting. Naar de mening van de officier van justitie is er geen sprake van een vrijwillige terugtred van verdachte, omdat verdachte zijn plan om het Chinese restaurant te overvallen, had herzien op het moment dat hij aangeefster zag wegrennen en zij wellicht andere personen ging halen.
4.2 Het standpunt van verdachte
De verdachte heeft aangevoerd dat hij met een bivakmuts op zijn hoofd het Chinese restaurant is ingegaan om een overval te plegen, waarbij hij de woorden ‘ik wil geld zien’ geroepen kan hebben. Verdachte had op dat moment geen mes bij zich en daarvan dient hij vrijgesproken te worden. Op het moment dat verdachte de kinderen en de vrouw in het restaurant zag, schrok en besefte hij wat hij aan het doen was. Verdachte heeft zich meteen omgedraaid en is weggegaan.
4.3 Het oordeel van de rechtbank
Op 25 november 2010 kort na middernacht werden twee verbalisanten naar de Bolkensteeg te Dongen gestuurd omdat een man daar iets aan de politie moest vertellen. Daar aangekomen troffen zij een man aan die zich legitimeerde als [verdachte]. De verbalisanten hoorden hem, verdachte, zeggen: “Ik heb iets vreselijks gedaan. Ik heb geprobeerd de Chinees te overvallen op [adres]. Ik heb hiervoor niks gebruikt en ook geen mes”. Verder hoorden ze hem zeggen: “Ik heb deze bivakmuts gebruikt”. De bivakmuts werd door verdachte aan de verbalisanten getoond . De politie heeft vervolgens contact opgenomen met de eigenaren van restaurant “Nieuw China”, gelegen aan de [adres] . Mevrouw X. [naam aangever] deed aangifte van een poging tot overval op 24 november 2010 . Zij zat met haar dochtertje [naam] aan een tafeltje in het restaurant toen zij de bel van de voordeur hoorde gaan. Toen zij niemand zag verschijnen in het gedeelte waar zij met [naam] zat, is zij polshoogte gaan nemen. Zij zag niemand en liep weer richting de bar. Vervolgens kwam links van haar, van achter de scheidingsmuur, een man voor haar staan. Aangeefster zag hem van achteren. Hij had een groot mes van wel 40 centimeter lang horizontaal achter zijn rug vast. Het was een breed mes dat in een punt uitliep. Hij draaide zich om en aangeefster zag dat de man een zwarte muts op had met twee gaten voor zijn ogen. Aangeefster was doodsbang, heeft gegild en is naar de keuken gerend om haar man te halen.
Eigenaar [naam eigenaar] werd als getuige gehoord . Hij verklaarde dat de avond ervoor zijn vrouw in paniek de keuken was binnengekomen. Zij had in het Chinees “Overvallen !!”gezegd. [naam eigenaar] is met zijn vrouw het restaurant in gerend, maar heeft daar niemand meer gezien. Zijn dochter [naam] vertelde hem dat de man gezegd had: “Ik wil geld zien”.
Verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij op 24 november 2010 geld nodig had. Hij is toen naar de Chinees aan [adres] gegaan. Hij had een muts bij zich waar hij gaten in had gemaakt . Ter zitting van de rechtbank heeft hij verklaard dat hij iets geroepen heeft over geld. Het kan volgens hem best zo zijn dat hij geroepen heeft:”Ik wil geld zien” .
Op grond van de voornoemde bewijsmiddelen acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het hem tenlastegelegde feit heeft begaan. Hoewel verdachte zelf heeft aangegeven dat hij geen mes bij zich had bij de poging tot diefstal, acht de rechtbank ook dat onderdeel van de tenlastelegging wettig en overtuigend bewezen. Aangeefster heeft het mes dat zij gezien heeft bij verdachte vrij gedetailleerd beschreven. De rechtbank heeft geen reden om aan haar verklaring te twijfelen. Daarnaast heeft verdachte bij zijn aanhouding spontaan tegenover de politie verklaard géén mes bij zich te hebben gehad. Juist die ontkenning uit het niets maakt dat de rechtbank er van overtuigd is dat verdachte wel een mes bij zich heeft gehad. Dit mes in combinatie met de bivakmuts die verdachte over zijn hoofd had getrokken maakte de situatie voor aangeefster bedreigend. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen aangeefster [aangever]
4.4 De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
hij op of omstreeks 24 november 2010 te Dongen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen geld/goederen van zijn gading, geheel of ten dele toebehorende aan X. [naam aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [naam aangever], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een bivakmuts op het/een chinees restaurant aan [adres] 105 is binnengegaan en/of met een mes in de hand heeft geroepen:"ik wil geld zien", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
5 De strafbaarheid.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Dit levert het in de beslissing genoemde strafbare feit op.
De rechtbank begrijpt de verklaring van verdachte zo dat hij een beroep op vrijwillige terugtred doet.
De rechtbank overweegt dat een beroep op vrijwillige terugtred slechts kan slagen, indien het een gevolg was van een spontaan genomen besluit van verdachte en niet plaatsvond uitsluitend onder invloed van uitwendige prikkels.
Verdachte heeft zowel bij de politie als ter zitting verklaard dat hij toen hij de kinderen en de vrouw in het restaurant zag, schrok en besefte wat hij aan het doen was. Verdachte heeft zich omgedraaid en is weggegaan. Nu de rechtbank geen reden heeft om aan die verklaring van verdachte te twijfelen is de rechtbank van oordeel dat er sprake is van vrijwillige terugtred. De beslissing van verdachte om te stoppen met zijn handelingen is, zo heeft verdachte verklaard, ingegeven door het besef van verdachte dat hij niet door moest gaan. De rechtbank vindt steun voor deze verklaring van verdachte in de verklaring van aangeefster. Zij heeft verklaard dat zij schrok van de overvaller en direct naar de keuken is gerend. Toen zij samen met haar man terugrende naar het restaurantgedeelte was de overvaller al verdwenen. Verdachte is gestopt op het moment dat hij alleen met [naam] in het restaurant was en hem weinig in de weg stond om juist op dat moment een greep in de kassa te doen. Verdachte is echter op eigen initiatief en zonder dat sprake was van een van buiten komende oorzaak, tot inkeer gekomen. Hoewel sprake is van een poging tot diefstal, met bedreiging met geweld acht de rechtbank verdachte niet strafbaar daarvoor. Hij zal vanwege zijn - spontane en tijdige - keuze om te stoppen met de overval, worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
6 De benadeelde partij
De benadeelde partij X. [naam aangever], [adres] vordert een schadevergoeding van € 650,00.
Verdachte is ontslagen van alle rechtsvervolging van het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan. De rechtbank zal daarom de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in haar vordering.
7 De wettelijke voorschriften
De beslissing berust op de artikelen 45, 310 en 312 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.
8 De beslissing
De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Poging tot diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken;
- verklaart verdachte niet strafbaar voor het bewezen verklaarde en ontslaat verdachte van alle rechtsvervolging;
Benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij X. [naam aangever] niet-ontvankelijk in haar vordering en bepaalt dat die vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt de benadeelde partij X. [naam aangever] in de kosten van verdachte, tot op heden begroot op nihil. (BP.15)
Dit vonnis is gewezen door mr. Van Triest, voorzitter, mr. Kooijman en mr. Volkers, rechters, in tegenwoordigheid van Vermaat, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 23 april 2013.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt tenlastegelegd dat
hij op of omstreeks 24 november 2010 te Dongen ter uitvoering van het door
verdachte voorgenomen misdrijf om met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening weg te nemen geld/goederen van zijn gading, geheel of ten dele
toebehorende aan X. [naam aangever], in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te
doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld
tegen voornoemde [naam aangever], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te
bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan
zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het
gestolene te verzekeren, met een bivakmuts op het/een chinees restaurant aan
[adres] 105 is binnengegaan en/of met een mes in de hand heeft
geroepen:"ik wil geld zien", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen
misdrijf niet is voltooid;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht