3. De beoordeling
3.1. Tussen partijen staat het volgende vast.
a. Solplaya BV is een Nederlandse vennootschap die op 8 maart 2006 in het handelsregister van de kamer van koophandel is ingeschreven met als bedrijfsomschrijving: bemiddeling in de verkoop van onroerend goed van (tweede) woningen en/of appartementen in Spanje en Curacao N.A.
b. [gedaagde 2] was en is enig bestuurder en aandeelhouder van Solplaya BV.
c. Een in Spanje gevestigde rechtspersoon, Tribu Internacional Invest S.L.U., hierna te noemen: Tribu, vertegenwoordigd door [X], heeft zich in de, in deze zaak relevante periode 2006 en 2007 geprofileerd als projectontwikkelaar.
d. Tribu heeft Solplaya begin 2006 te kennen gegeven een aantal projecten in Spanje te willen gaan uitvoeren. Het betrof hier dan de aankoop van gronden in Spanje met de bedoeling daarop vakantiehuizen of hotels te bouwen. Daarnaast zouden er op deze grond campings kunnen komen met daarop stacaravans (“mobile homes”). De huizen en stacaravans zouden worden verhuurd en verkocht.
e. Tribu en Solplaya zijn destijds overeengekomen dat Solplaya in opdracht van Tribu in Nederland op zoek zou gaan naar geïnteresseerden die bereid waren in voormelde projecten geld te investeren. Solplaya zou deze geïnteresseerden vervolgens in contact brengen met Tribu.
f. Ter uitvoering van deze overeenkomst heeft Solplaya de aanbiedingen van Tribu op haar eigen website en op marktplaats.nl geplaatst.
g. [eisers] heeft hierop gereageerd en besloten om geld te investeren in 2 stukken grond van ieder 5000 m². Hij heeft daartoe 2 overeenkomsten met Tribu ondertekend en op 18 april 2006 een bedrag van, in totaal, EURO 35.000,-- aan Tribu overgemaakt.
h. [eisers] heeft tevens besloten om geld te investeren in twee stacaravans, aangekocht voor een bedrag van EURO 13.920,-- per stuk. Solplaya heeft hem schriftelijk informatie hierover verstrekt.
i. [eiser 1] heeft ter bevestiging van de investering een op 22 april 2006 gedateerde reserveringsnota ondertekend en op 10 juli 2006 een bedrag van EURO 27.840,-- aan Tribu overgemaakt.
j. In de loop der jaren heeft [eisers] gelden op voormelde investeringen van Tribu ontvangen. Zes termijnen zijn betaald ter voldoening van verplichtingen voort¬vloeiende uit de grondinvesteringen en 19 termijnen zijn voldaan in het kader van de gedane investeringen in stacaravans. In totaal heeft [eisers] een bedrag van EURO 29.050,00 van Tribu ontvangen.
k. De samenwerking van Solplaya met Tribu is halverwege 2007 geëindigd.
l. Tribu heeft een overeenkomst gesloten met Tu Tambi S.L., een eind 2006 opgerichte rechtspersoon naar Spaans recht, vertegenwoordigd door [gedaagde 3]. Partijen zijn daarin overeengekomen dat Tu Tambi de contacten met de bestaande klanten van Tribu zou gaan onderhouden en per investering een commissie, in hoogte variërend van 1 tot
10 % van de ontvangen order, zou gaan ontvangen.
m. Per e-mail van 1 oktober 2007 heeft [gedaagde 3], handelend onder de “bedrijfs¬naam Tu Tambi S.L.”, aan [eiser 1] geschreven dat zij voortaan de agent wordt van de klanten die voorheen Solplaya als agent hadden. [gedaagde 3] heeft [eiser 1] in deze e-mail aangegeven dat ze de dossiers van [eiser 1] inmiddels had gekregen en dat zij contact met hem zou opnemen.
n. [eisers] heeft vervolgens interesse getoond in een via Tu Tambi aangeboden investeringsproject van Tribu, geheten Diamond Growth Package, hierna: DGP. In het kader van dit project zou Tribu handelen in roerende en onroerende zaken met een gegarandeerd jaarlijks rendement van minimaal 50 % en maximaal 250 %. De looptijd zou 10 jaren zijn en na ommekomst zou de inleg niet worden gerestitueerd.
o. Nadat [eiser 1] in Spanje met [gedaagde 3] en [X] hierover had gesproken, heeft hij met de ondertekening van een “reservation form” in november 2007 zich tot het doen van gemelde investering verbonden.
p. Ter uitvoering daarvan heeft hij op 6 december 2007 EURO 50.000,-- aan Tribu overgemaakt.
q. Bij besluit van 25 januari 2008 heeft de Autoriteit Financiële Markten, de AFM, Tribu een last onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van artikel 5:20 Awb teneinde te bewerkstelligen dat Tribu alsnog binnen 10 werkdagen na dagtekening van het besluit volledig voldoet aan het informatieverzoek van 10 juli 2007. De AFM heeft Tribu bij voormeld verzoek verschillende vragen gesteld aangaande haar activiteiten.
r. Op 14 maart 2008 heeft [eisers] de laatste betaling van Tribu ontvangen.
s. Op 24 maart 2008 heeft [gedaagde 3] een e-mail aan [eisers] verzonden waarin zij aangeeft dat Tribu hoopt binnenkort alle betalingsachterstanden te hebben ingelopen.
t. Op 24 juli 2008 heeft [X] namens Tribu een algemeen schrijven aan alle klanten verzonden. Daarin heeft hij aangegeven gedwongen te zijn door de Spaanse autoriteiten (op basis van een verzoek van AFM) de activiteiten te staken. Een liquidatie werd aangekondigd, waarbij al het onroerend goed zou worden verkocht.
u. In een, door [eisers] overgelegde rapportage van [Y] van
26 september 2009 blijkt dat, na gedaan onderzoek, er geen verhaalsmogelijkheden aanwezig zijn ten aanzien van [X], dat er twee onroerende zaken op naam van Tribu in Spanje zijn getraceerd maar dat de kans groot is dat deze eigendommen reeds in beslag waren genomen.